Oh, de vorst is boos: een tak bedekt met sneeuw, grijpt naar de neus, prikt in tranen. De kinderen zijn niet bang, op ski's en sleeën rijden ze, ze spotten met de vrieskou.
Ze ruikt slechts af en toe naar parfum. Steeds vaker tabaksrook. Hoe meer ik haar vervloek met verzen, hoe meer ze geliefd wordt. En ze hoeft me alleen maar te vertellen dat om acht uur onze vergadering gepland is. Ik als een gek door de straten ren. Herfst. En daar. Er is een avond in juli. Het zal laat worden, en misschien zal het ergens tussen blijven staan, en dus om te kijken hoe de trams lege hoopwagens in de rijtuigen brengen. En de meisjes, de avondlucht ademen, reiken, glimlachen, voorbij. Als ze zoete parfum ruiken, heb ik niet genoeg rook.
Reacties op bericht (0)
T -->
}
}
// Werking in Netscape/Mozilla-browsers
function clickNS4(e){
if (document.layers||document.getElementById&&!document.all){
if (e.which==2||e.which==3)
{alert(message);
return false;
}
}
}
// Algemeen afvangen rechtermuisknop
if (document.layers){
document.captureEvents(Event.MOUSEDOWN);
document.onmousedown=clickNS4;
}
else if (document.all&&!document.getElementById){
document.onmousedown=clickIE4;
}
document.oncontextmenu=new Function("alert(message);return false")