'S Nachts woedde de storm, en met de dageraad in het dorp, op de vijvers, in de verlaten tuin, werd de eerste sneeuw geboren.
Ik vraag je liefde niet. Ze is nu op een veilige plek. Geloof dat ik je bruid geen jaloerse brieven schrijf. Maar neem de wijze raad, laat haar mijn gedichten lezen, laat haar mijn portretten houden, tenslotte, zijn ze zo vriendelijk. En deze kleine dwazen hebben meer bewustzijn nodig vol met overwinning, dan vriendschap helder gesprek en de herinnering aan de eerste tedere dagen. Wanneer het geluk van centen u zult leven met een dierbare vriend. En voor de verzadigde ziel. Alles zal zo snel tegelijk zijn. Kom in mijn plechtige nacht niet. Ik ken jou niet. En hoe kan ik u helpen? Van geluk, ik genees niet.
|