Wat gelukzaligheid die sneeuw schijnen, de koude sterker, en in de ochtend motregen, dat wilde en zachtjes mousserende folie op elke hoek en in de etalage.
De hele dag vliegen er vlokken natte sneeuw. En hoe zit het met ons in de wereld? En wat willen we zelf van de wereld? En waar vliegen we door dikke vlokken? Waar wachten ze ons op en waar zwaaien ze met hun handen? Sneeuwvlokken vliegen over het pad, over de rivier. Waar is de limiet? Waar is rust, vrede en comfort? Vlokken natte sneeuw scharrelen en rennen weg.
Wanneer de liefde verdwijnt, bijna geruisloos, smeltend als rook van het vuur van gisteren, zal de wereld weer eenvoudig worden, zul je weer intelligent worden. Vijftien keer slimmer dan gisteren. De gebruikelijke foto's verschijnen buiten het raam en, zoals altijd, zal de mond vol zorgen zijn, en de wind zal fris zijn, en in plaats van nicotine zal er natuurlijke zuurstof in zitten. Wanneer liefde weggaat, zullen de bladeren bloeien. En de winter zal worden vergeten in de vlam van de lente. Maar je zult niet één enkele lijn in de hele lente uit een heel wijs brein persen . Als liefde weggaat, zal alles heel aardig en zelfs goed zijn, omdat het niet jouw schuld is, dat er geen sterkere kracht is op de hele aarde, en zwakte zwakker is dan zij. Wanneer de liefde weggaat, ga je, opnieuw weer aan het werk. Begrijpen dat je moet leven met je hoofd. Dat het bloed nog steeds loopt, dat de armen en benen intact zijn. Dat je vreemd genoeg nog leeft. Dat er niets inde weg zit om in het zadel te zitten, omdat de twee vleugels van het paard zijn verdord, dat het toch echt groot is. Het was echt geweldig.
|