+Poëzie.
Licht, gevleugeld, als nachtvlinders. Cirkelend, cirkelend boven de tafel bij de gloeilamp. Verzameld bij het licht. En waar te gaan? Ook zij, ijzig, ik wil opwarmen.
Beschermengel, steek een kaars aan om te zien of ik dan vlieg.
Beschermengel, geef me een schouder als ondersteuning.
Mijn hart brandt heet. Je kunt dromen, maar het is moeilijk om
het te durven.
Beschermengel, geef me twee vleugels. Geef me alles om te vliegen.
Ik zou minstens een paar minuten op adem blijven met de nieuwe
krachtvleugels. Het is heerlijk om te vliegen. En zij zullen de mist
door de storm en het bedrog naar de eeuwige zon door het leven dragen.
Laat de schaduw uit mijn ogen vallen, ik wil zien dat ik niet alleen vlieg.
|