+Poëzie.
Riep de heks en gaf boeketten. 's Nachts, in de volle maan, gecomponeerde sonnetten. Ze smeekten om een samenkomst, beloofden alles op de been en hielden hem bij de schouders, terwijl ze verdrietig waren. Ze hebben elkaar verraden voor mijn plezier, ervan overtuigd dat loyaliteit slechts een conventie is. Ze zeiden dat de plas van mijn ogen onvermijdelijk is. En zij baden tot de heilige dat ik zachtaardig zou worden, zodat ik mezelf, zonder enige spoor, zou geven om zeker te verzekeren dat liefde zoet zou zijn. En in reactie op mislukkingen, na de vijfde poging. Ze noemden een besmetting. Ze antwoordde met een glimlach. Alle bekentenissen raakten het hart niet aan. Ik heb er maar een nodig, de beste ter wereld.
Op zoek naar redding. Mijn lichten branden op de hoogten van de bergen. Het hele gebied van de nacht wordt verlicht. Maar helderder dan alles, in mij een spirituele blik En u bent ver weg. Maar bent u op zoek naar redding. Het sterrenkoor klinkt plechtig in de lucht. Ik vervloek de menselijke generatie. Ik stookte een vuur voor je op in de bergen, maar je bent een visioen. Op zoek naar redding. Moe om te horen, stopt het koor van de sterren. De nacht gaat weg. Stelt twijfel. Daar daal je af van verre, lichte bergen. Ik heb op je gewacht, ik heb de geest naar je uitgestrekt. In jou, redding!
|