| Poëzie 2. 
 Alleen jij weet hoe je moet zeggen, dat kippenvel over de huid zal vloeien, alsof alles aan jou is
 gegeven om te begrijpen, dat jouw woord kostbaarder is dan goud.
 Alleen jij  weet hoe je zo moet dromen,
 zoals vleugels meteen schieten, en ik wil echt
 vliegen, en mijn hart smelt van geluk.
 Alleen jij  weet hoe te vergeven,
 alsof je de vogel naar de hemel laat gaan, alle beledigingen
 worden meteen vergeten, alsof je ze helemaal niet opmerkt.
 Alleen jij  weet hoe lief te hebben,
 hoe niemand op de planeet durft te zijn,  de zachtste, de
 gevoeligste en de enige in de hele wereld te zijn.
 Alleen jij  weet hoe je zo stil moet zijn,
 alsof je zo meteen in je hart kust, ik zal de stilte niet breken,
 Zodat je naar mijn hart luistert.
 
 
 De koninginnen verbergen de kroon niet in hun boodschappentassen, en ze haasten zich ook niet om het op hun hoofd te planten.
 Ze roepen niemand op om samen de avond op de troon door te brengen,
 en ze laten vreemden in hun hart niet de bitterheid van verlies zien.
 Koninginnen hebben hun eigen, niet eenvoudige begrip, dragen het trots, zoals een trein, een last van soevereine problemen
 en zorgen.De koninginnen 's ochtends deden een glimlach
 op als een jurk, en staken' s nachts de karmijnige mond af.
 Wees blij, als een eerbetoon en smelt niet van vleierij, vervloek geen eenzaamheid, nadat je het paar hebt gezien. Koninginnen
 wachten op degenen die hun gevoelens en eer waardig zijn. En zij
 geloven niet dat er nog steeds ergens koningen zijn achtergelaten.
 Ze worden beschuldigd van egoïsme met het leeuwendeel van hetgroteske, je kunt de koninklijke essentie niet omwille van het lot
 veranderen: verwissel je hart niet voor kruimels van willekeurige
 schittering,en bescherm de kroon als een belofte van respect voor jezelf.
  
 |