De herfstmelodie klonk teder, en met haar geliefde wind danste ze, loof draaide in een gouden bladval en bomen zongen in een elegante tuin. Ze was gefascineerd door haar schoonheid, en de herfst en de herfst liepen achter me aan. Gaf overal glimlachen en kleuren en vroeg er niets voor terug. Ze waterde haar geboorteland, het lied klonk met een regenachtige melodie, een droom vulde mijn hart en ziel, en ik wilde echt naar dat wonder luisteren ...
|