Kom naar mij, vriend. Bij slecht weer en regen, op een warme dag, bij vorst en sneeuwstorm Kom zonder twijfel. Ik wacht, ik verveel me niet. De vergadering is erg heet. Ik zal thee voor je zetten of iets anders.
Ik zal je de lunch voeren En aan de feesttafel zal ik , zoals altijd, een gesprek met je beginnen over dit en dat. Laten we een vrouwelijke ziel nemen, om niet verder te razen. Zeg een geheim, ik zal niet breken.
Ik kan alles redden. We hebben de oren van iemand anders nodig zodathet vuur niet in de ziel groeit. En uw vermogen om te luisteren is een zeldzaam geschenk in onze tijd.
Kalm, tijdens de vlucht,zweven als vogels, wij. Uw eenvoud en lichtheid - Een lichtstraal in een stroom van duisternis. We zullen het hebben over de dierbaren, over de hele dag van het meisje, en verlangend in een slechte gedaante verdwijnt onmiddellijk als rook.
|