|  
 
 De storm verduistert de lucht, wervelende sneeuwwendingen. Dat zij, als een beest, zal huilen. Dat zij als een kind zal huilen. Dan
 op het dak van een vervallen huis en plotseling een roffel van stro maken.
 Als een late reiziger, zullen wij op het raam kloppen. Onze vervallen
 huis en verdrietig en donker. Wat ben je, mijn oude vrouw, viel hij stil
 bij het raam? Of stormen die je huilen, mijn vriend, moe, of dommelen
 onder het geroezemoes van zijn spil?Laten we drinken, vriendelijke vriend
 van mijn arme jeugd.
 Laten we drinken van verdriet, waar is de mok? Het hart wordtleuker. Zing een lied voor me, je leefde van de zee. Zing een
 lied andere kant voor me, zoals een meisje s' ochtends voor water kwam.
 De storm verduistert de lucht, wervelende sneeuwwendingen. Dat ze, als
 een beest, zal huilen, dat als kind zal huilen. Laten we drinken, vriendelijke van mijn arme jeugd, laten we drinken van verdriet:waar is de vriendbeker? Het hart wordt leuker. 
  
 
 Laat iemand het leven vervloeken vanwege mislukking.Mislukt, niet geschonken, niet gered. Maar brengt me
 vreugde, ik huil niet. Dank haar voor jou, mijn vrienden!
 Uit je warme woorden zal de hart ontdooien, je schouderin de problemen brengen, het is gemakkelijk om te
 leven als een persoon wiens hart heet is je vriend wordt.
 Zo heet dat het vuur niet nodig is je kunt je hart verwarmen. Bedankt, vrienden, omdat je vrienden bent.
 Bedankt voor het hebben van een hart!
    |