Wolken verspreiden zich, verdriet verspreidt zich buiten het raam. Het zijn de engelen in de lucht die huilden, tranen in de regen. We zagen elkaar niet in de menigte. We herkenden niet, keken niet op. Engelen, onze beschermers huilen, over liefde die ons voorbijging. Wat jammer dat dromen niet uitkomen, hoe pijnlijk het is om weer alleen te zijn. Regen breekt in open ramen. Engelen huilen, met mij. Wie heeft deze vreemde pijn? Wat is er zo moeilijk te verdragen, overwinnen. Ze weent bitter mijn engel onzichtbaar, hij is niet meer in staat om te helpen. De lucht sijpelt het afbrokkelen, de engelen huilen. Zwijgend, zonder woorden. Druppels tranen raken haar wangen. Kusjes van onvervulde dromen .
|