We hadden in het begin zoveel verwacht. Van elke minuut, van elke dag. En het leven was zo rijk aan verdriet, en gaf jou en mij royaal.
Of je schooljaren haastten zich met jou. Die tijd was je uit elkaar, toen doordeweeks. En pas later voelden we dat ze aan het racen waren en zo snel.
We zwemmen langs de rivier tussen het heilige en het opgeloste. En of vloek of vloek. We leefden nog steeds niet, alsof we het nog niet hadden geproefd, we begrepen het leven niet.
We hadden in het begin zoveel verwacht, toen ze ons vertelden: draai en cirkel. En nu staan we op een verlaten pier: de boot met de naam "Life" vertrok.
|