Iets wat de ziel wil. Iets wat ze wil. Misschien de hemel in een hut. Misschien een sterrenhemel. Of misschien volledige stilte en eenzaamheid.
De ziel vliegt, de ziel heeft haast. De ziel heeft haast. Het stroomt plotseling in drie stromen met bittere tranen. Dan weer het leven begint te haasten. Knippert met het ochtendgloren.
Die glimlach , liefdevol iedereen. Dat zal weer verdwijnen. Dat zal je plotseling vragen om je geen zorgen te maken. Wat wil de ziel? De ziel weet het niet. Maar alles vliegt, maar alles haast zich, waarheen zou het moeten gaan.
|