">
Uit een nog oudere doos
De dame wentelde zich nogmaals om in bed. Ze kon de slaap maar niet vatten. Haar veel te grote boobies gleden steeds af naar haar oksels wanneer ze zich op de zij draaide en op haar rug lag ze maar naar het plafond te staren. Ze kon alleen maar slapen als ze op de rechter zijde lag. Na zich nog een paar maal tevergeefs omgedraaid te hebben stond ze voorzichtig recht om haar lustig en rustig snurkende levensgezel niet wakker te maken en liep langzaam naar de living. De maan stond hoog boven een zilverkleurige zee en tekende een lange rimpelende lijn op de top van de golven. De dame opende de deur van het balkon, ademde heel diep en snoof de geur van de nachtelijke zee die tot haar doordrong. De zilte bries beladen met een geur van iodium en fleur de sel. Zo kan de zee alleen maar rieken na een onweer of een hevige regenbui bij zwoel warm weer. Een druppel regen viel op haar half geopende lippen. Het hemelwater smaakte naar rozen en toen ze naar boven keek, waarbij een druppel zich te pletter spleet op haar brilmontuur en in een verfrissend straaltje langs haar wang zijn plicht tegenover de zwaartekracht vervulde zag ze inderdaad dat de rozen op het balkon boven haar nog nadropen van de stevige regenbui van daarnet.
De dame keek nog een ogenblik naar de schittering van het golfspel met het maanlicht maar het,nochtans zachte briesje, deed haar lichtjes huiveren. Ze trok de lange smyrna-sjaal wat steviger aan en maakte aanstalten om naar de living terug te keren waar het fluorescerende geelgroen Vista openingscherm van haar laptop haar wenkte. Toen haar aandacht opgewekt werd door een zacht geluid. Ze helde wat voorover over de balustrade van het balkon --zodat het decolleté van haar nachtkleed haar weelderige boezem aan de kijklust van de rozen prijsgaf,-- om het geluid duidelijker te kunnen lokaliseren en definiëren. Maar helaas de stilte was opnieuw ingetreden en zweefde als zwarte vogel over het zand en de badhokjes. Half in het deurgat bleef ze staan draaide zich nog eens om en luisterde met gespitste oren. Maar buiten het gestage ruisen van de zee was er niets meer te horen.
Ze was maar pas de living opnieuw binnen en had voorzichtig de balkondeur gesloten toen ze het geluid opnieuw meende te horen. Het leek één langgerekte zucht, maar vervuld van zoveel smart als een kinderverdriet dat uit zijn hengels barst. Ze opende met een ruk de deur. De zeelucht drong langs haar golvend haar nog intenser naar binnen dan daarjuist maar buiten heerste de onvolmaakte stilte van de ruisende zee en het smakken van het zilte water op het geduldige zand. Waarbij de teleurgaande golf zich als een mantel uitspreidde over het naakte strand als het wou het die naaktheid bedekken en zich dan zedig terugtrok met een licht gemurmel om zich nog eenmaal met een zekere droefenis in het schuim te verzetten tegen de reeds gebroken kracht van een volgende mantelgolf. Maar er was niets meer te horen van het doffe gesnik dat ze had menen waar te nemen. Ze zou zich vergist hebben
Binnen was het gezellig warm. De dame begaf zich naar de keuken schonk zich een groot glas blonde trappist uit en kroop in de zetel met de voeten onder zich en haar laptop voor zich op de schoot. Ze begon ijverig een aantal favoriete blogs af te dwalen en ze was net op het laatste blog aanbeland toen ze overmand werd door het zalige gevoel dat men alleen kan waarnemen net voor men in slaap valt. Alles werd zwaar en haar ogen vielen voortdurend toe. Maar hoewel ze wist dat het wel wijzer zou geweest zijn om nu toch maar onder de wol te kruipen sperde ze telkens haar ogen wijd open om toch nog een laatste regel van het blog te kunnen lezen, zonder evenwel de inhoud te vatten. Maar het mocht niet helpen, de slaapluisjes drongen door tot de laatste hersenkronkel en ze had nog juist de tijd om de laptop op de grond te zetten ....
Maar de laptop had nog maar net het vasttapijt beroerd toen ze plots het hevig gekreun weer hoorde. Duidelijker dan ooit. Ze rende het balkon op en inderdaad nu was er geen twijfel. Dit wanhopig geluid kwam van op het strand waarschijnlijk net van achter de badhokjes rechtover haar appertement. Ze aarzelde geen moment. Ze trok een jas over haar nachtkleed, glipte in haar slippers en stormde de trap af naar beneden. Toen ze voordeur opende overspoelde de klamme koude van dit klaaglied haar met een gevoel van medelijden dat alleen kan vergeleken worden met het zorgende medeleven van een moeder voor haar ziek kind. Zo ijselijk droevig verspreidde dit geluid zijn etherisch parfum over de zeedijk. Ze aarzelde nog even overmand door een ogenblik van rationaliteit maar stormde toen de dijk over, de trap af , verloor een slipper in het mulle maar ijskoud aanvoelend zand. Opnieuw aarzelde een fractie van een seconde maar het zielbrekend gejammer, dat nu zeer dichtbij klonk, deed haar alle risico's vergeten. Ze draaide om het badhokje en wat ze toen zag vervulde haar in vertraagde filmbeelden met een immens mededogen
Op het zand uitgestrekt, vol bloed en smurie lag een oude zieltogende ezel. Zijn blauwgezwollen tong half uit zijn bek, de vacht over gans het lichaam weggeschuurd en vol open gapende wonden in spiraal blijkbaar aangebracht door de schroef van een vaartuig.. Alleen zijn staart en zijn ogen bewogen nog bijwijlen en telkens hij uitademde voerde zijn stervende levensgeest de lucht in een achtergelaten colabekertje dat het geluid vervormde en versterkte tot een onwezenlijke klank vol krassen van droefheid en groeivormen van melancholie
De dame die haar emoties met moeite wist te bedwingen, knielde naast de zieltogende langoor neer: -"Wat is er gebeurd?"; vroeg ze.
De ezel richte zijn blik naar haar en zijn ogen verankerden zich in de hare.
- "Ik ben op zoek naar Queenie", mompelde hij, "mijn lieve Queenie. Ik ben het grote water overgezwommen waar ik haar in het veemde land van de spookrijders ben gaan zoeken. Tevergeefs echter. Op de terugweg was ik hier bijna op het strand aangekomen toen een soort zeewolf over mij scheurde en me met zijn verschrikkelijke draaitanden aan stukken reet. Ik ben hier aangespoeld Queenie, mijn Queenie op zoek naar jou...Gelukkig zie ik je nog even voor mijn seconden geteld zijn .. lieve..lieve Queenie...."
-"Maar ik ben Queenie niet", stamelde de dame meer ontroerd, dan verbaasd....
-"Dan lijkt gij toch heel fel op haar, die schitterende ogen, die fijne lieve mond... ik ben toch blij dat ik u nog gezien heb..nu kan ik met en gerust gemoed...."
Toen braken zijn ogen, zijn hoofd gleed opzij en werd het heel, heel stil op het strand. De wind componeerde een treurmars met de helle kreten van een eenzame meeuw
.
De dame schoot plots wakker, de laptop verspreidde zijn zachte gloed doorheen de kamer, de gordijn aan de halfgeopende balkondeur deinde op het ritme van de branding. Ze liep langzaam naar het balkon en keek naar het verlaten strand. Wat een nare droom dacht ze. Ze bleef nog even aarzelen op het balkon maar keerde zich toen om en vleide zich zacht naast haar lieve als een goed lopend motortje snurkende echtgenoot en viel in een diepe maar onrustige slaap.
De zon scheen helder en de dame en haar echtgenoot lagen languit in de zon te luieren op de strandstoelen voor de badhokjes. Een zalig nietsdoen.De dame doezelde in met een gevoel van zachtprikkelende warmte door de zonnestraal massage en ze dommelde in met een zoet gevoel van vermoeidheid na de onrustige nacht. Plots schrok ze op door de woedende stem van een jonge moeder die tegen haar kroost tekeer ging
-"Geef hier dat vuile spul, Brico! Waar heb je dat gevonden !
-"Onder het badhokje daar mama" stribbelde het jongetje tegen
-"Maar dat is verdorie de staart van een dooie ezel, wat is me dat voor een strand hier. Dat hoort in het vilbeluik niet op een strand. Wat onhygiënisch. Gooi dat weg en kom hier Brico en Gamma. We zijn hier onmiddellijk weg. Hoe is het mogelijk.... enz. enz. Ze sleurde de tegenstribbelende Brico en de onschuldig ogende blonde Gamma met haar mee. Haar stem stierf weg achter de badhokjes.
De dame plots geïnteresserd draaide zich op haar rechter zijde in de ligstoel zodat haar boobies onder haar badpak naar haar oksel schoven en de neusdoek die ze tussen beide had gestoken uit zijn schuilplaats gleed. Maar wat ze in het zand zag sloeg haar met verbazende verstomming. Een grijze bebloede ezelstaart, die nog even naar haar kwispelde...... en toen onbeweeglijk onder het zand verdween dat een klein jongetje er overheen strooide.
NB: Wanneer je niet te snel leest en af en toe even pauzeert duurt het liedje net even lang als de lezing !
Uit "Verhalen uit een Verloren Bos"
W
|