17 uur 15 Hier komt normaal het stukje van vanavond nog, als ik nog aan elkaar en rechthoud. Ik heb nog geen enkel idee maar dat komt wel als ik aan het schrijven ga.
Voilа zie hier zijn we der mee. 21.25 en ik val om van de vaak dat gebeurt ook maar alle hoogdagen eens..Ik heb dat eigenlijk nog nooit gehad en nu heb ik het terug...
Het begon te dagen in het westen (de zon draait hier averechts) en door het lover viel een zonnestraal in het linkeroog van milo, waar de pluimen van Odessa het geraakt haddden. Het oog was nog lichtjes gezwollen en zijn oogleden plakten aan elkaar. Hij knipperde wat, rekte zich eens goed en bekeek de natuur rond hem in al zijn pracht nu met beide ogen.
-Schitterend, ronduit schitterend zo 's morgens.
Milo was immers niet gewoon van vroeg op te staan en hij bekeek de dingen zelden 's ochtends daarom dat het zo feeëriek overkwam waarschijnlijk. Hij ging wijdbeens voor de grote kastanjelaar waaruit hij de basis voor de zwembroekjes en het behaatje geplukt had een ferm plasken doen toen plots een haan drie maal kraaide. Milo smeet er met zijn schoen naar
- Rotbeest, riep hij.
Hij verwenste het hanenconsistorie dat beslist had dat de hanen 's morgens zouden kraaien. In den tijd had Petrus Onzeer drie maal verraden alvorens de haan kraaide en Onzeer was 's avonds aangehouden. Dus volgens milo moesten de hanen en zeker hier in aanwezigheid van de patron 's avonds kraaien en niet 's morgens. Hij zou er zich zeker bij Pedro van de Compo-Stella over beklagen. Hij had altijd al een beetje last van ochtendhumeur (enfin meestal middaghumeur) gehad, maar hij had er nog meer de pest in als hanen begonnen te kraaien.. Milo was op orde gesteld. Iedere vogel diende te zingen zoals hij gebekt was. Stel u voor dat de kraaien begonnen te hanen. Neen elk zijn ding zo leek de natuur hem het best georganiseerd. In mei leggen alle vogels een ei want in april vergaten ze de pil. Ordnung muss sein ! zou de baron gezegd hebben.
Naomé sliep nog de slaap der onschuldigen. Milo bekeek haar vertederd. Maar alhoewel hij besloten had om zeker geen relatie met haar te beginnen kon hij het toch niet nalaten om hier en daar eens een bladje of een twijgje te verleggen.Ze voelde het blijkbaar want haar oogskens gingen open
-Ah, champignonneken, goed geslapen.
-'t Kon er door totdat dat kieken begon te kraaien.
-Welk kieken ?
-Die domme haan !
-Maar champignonneken een kieken is toch geen haan
-In iedere man zit een vrouwelijke kant en omgekeerd, dat zal bij de kiekens ook wel zo zijn zeker
-Wat een wereldwijsheid in de vroege morgen bij dag en dauw. Hebt gij ook een vrouwelijke kant champignonneken ?
-Dat zal wel zeker.
-En hebt ge hem al ontdekt ?
-Mijn vrouwelijke kant heb ik al jaren geleden gevonden maar het heeft niets opgelost alleen ik heb er nog een probleem bij nu.
-Hoezo ?
-Van mijn vrouw mocht ik er niet mee vrijen.
-Met wie ?
-Met mijn vrouwelijke kant !
-Ze proesten alletwee in lachen uit dat de kastanjeblaadjes en de wilgen twijgjes in het rond vlogen. Met dat beetje verleggen hield alles niet meer zo goed samen.
- Ik zie er niet uit, pruilde Naomé, precies een dame met het oudste beroep van de wereld. Ik mankeer alleen nog een vitrien.
-Met dubbel glas en daarbij het oudste beroep van de wereld dat zijn de electriciens- mompelde milo
-Hoezo bolleken ?
-De vierde of de derde dag deed god het licht aan en toen waren die mannen al veertien dagen bezig met kabels leggen zei milo bloedernstig.
-Naomé stikte bijna van het lachen toen plots Flieramuis Gabriël arriveerde
-Luchtpost ? vroeg de milo.
-Neen de patron zou u willen zien
-Welke van de drie van de patroons van de Firma God & Zoon & Duif ?
-De geest, zei Gabriël
-Naomé kindje. Ik moet bij de fiscus, trekt u iets deftig aan. Gabriëlleken zal zich wel effekens omdraaien. Ik zal Odessa gaan wakkermaken. Waar zit die trouwens?
-Odessa en het eekhoorntje lagen arm in arm onder een grote paddestoel te slapen. Milo ging er op de toppen van zijn tenen heen ( dat is niet gemakkelijk met sandalen !) en imiteerde Naomé :
-Opstaan mijn champignonnekens. De patroon van het kot vraagt ons. ?
-Allez ziet dat daar nu liggen een eekhoorn en een engel. Hoe zoude die afstammelingen moeten noemen een Enhoorn of een Eekgèl ? Enfin als ze maar gelukkig zijn.
-Als jullie zich een beetje zouden willen haasten want onze chef heeft veel werk vandaag !
-Moet hij nog naar Quévrain of naar Noyon, Dourdan of naar de grote vlucht van Barcelonna. In dat laatste geval moet hij oppassen voor de roofvogels in de Pyreneeën ?
-Aan zijn gezicht te zien was het heel ernstig- pruilde Gabriël.
-Jamaar --zei de milo-- één ding met ne keer. Kijk Naomé is al gereed en Odessa zijn zakken zitten vol okkernoten dus we kunnen vertrekken!
Hij dacht in zichzelf: wat zou die mais-vreter mij nu zo dringend te zeggen hebben. Maar ondanks zijn grote mond was hij er toch niet gerust in