Wathelet wil vernietiging bouwvergunning Uplace
© belga.
Het beroep dat de Belgische Staat lopen heeft tegen de stedenbouwkundige vergunning voor het Uplace-project in Machelen is een initiatief van staatssecretaris voor Mobiliteit Melchior Wathelet (cdH) omdat de projectontwikkelaar het bij de vergunningsaanvraag heeft nagelaten om het Directoraat-Generaal Luchtvaart (DGL) van de FOD Mobiliteit en Vervoer om advies te vragen.
"Het is een kwestie van luchtvaartveiligheid. We zien dit ook in andere stedenbouwkundige dossiers zoals bij windturbines dat men het DGL niet om advies vraagt. Dit is nochtans voorzien in een ministeriële omzendbrief. Met zijn procedure wil de staatssecretaris ook de waarde van deze omzendbrief laten beoordelen door de Raad voor Vergunningsbetwistingen", aldus Thomas De Spiegelaere, woordvoerder van FOD Mobiliteit en Vervoer.
Vanuit het Directoraat-Generaal Luchtvaart was er eerst kritiek op de hoogte van de toren die Uplace in haar project voorzag. "Ons advies is wel ingewonnen in het kader van de milieuvergunningsaanvraag en men heeft er rekening gehouden met onze opmerkingen over de hoogte. In de stedenbouwkundige vergunning is er momenteel echter niets voorzien over de bebakening van de toren, meer bepaald het plaatsen van lichten. Die zou dus in principe zonder kunnen gebouwd worden en dat kan natuurlijk niet", aldus De Spiegelaere.
De Belgische Staat had bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen als tussenkomende partij een vordering tot schorsing ingediend bij de hoofdvordering tot schorsing van de vennootschappen NV Bosstraat en NV Woluwe Viaduct, beiden gelieerd aan Uplace-concurrent Iret. Omdat beiden die vordering hebben ingetrokken heeft de Raad inmiddels geoordeeld dat ook de vordering van de tussenkomende partij vervallen is. Een cassatieberoep hiertegen is in principe nog mogelijk.
De Belgische Staat komt overigens ook tussen in de procedure tot vernietiging van de stedenbouwkundige vergunning die acht partijen (provincie Vlaams-Brabant, Leuven, Grimbergen en Vilvoorde, BBL, Unizo, de twee vermelde NV's) hebben ingediend en waarover de Raad voor Vergunningsbetwistingen wellicht pas dit najaar een uitspraak zal doen.
|