Het bedrag is een nieuw record, en een stijging met 5 procent in vergelijking met 2010. Toen werd er voor 368,5 miljoen euro aan boetes betaald. Het grootste deel (261,45 miljoen euro) komt van onmiddellijke inningen, gevolgd door boetes van het parket (66,15 miljoen euro) en boetes opgelegd door de rechtbanken (62,08 miljoen euro). 'Het systeem van de onmiddellijke inningen wordt almaar meer gebruikt', zegt ook Michel Maus, advocaat en docent fiscaal recht aan de universiteiten van Antwerpen en Brussel.

Momenteel wordt 93 procent van de boetes betaald zonder tussenkomst van de rechtbank. Terwijl tien jaar geleden alle processen-verbaal gingen naar de overbelaste parketten, die deze pv's vaak verticaal klasseerden. 'Het succes van dat boetesysteem is geen toeval. Ik heb de indruk dat de overheid instructies geeft om fors in te zetten op die onmiddellijke inningen. Het lijkt eerder een begrotingsmaatregel dan dat het de burgerzin zou moeten aanscherpen. Op de duur krijgen de burgers net een degout van die overheid, en raken ze gefrustreerd.' Maus pleit daarom voor een ander boetesysteem. 'Moet je onmiddellijk geld vragen voor iemand die met zijn gsm belt achter het stuur? Geef hen eerst een waarschuwing, en deel pas bij die tweede overtreding een boete uit.'

'Onzin', reageert Peter Vansintjan, woordvoerder van minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH). 'Onmiddellijke inningen werden niet ingevoerd om de overheidsfinanciën aan te zuiveren. Het is gewoon het beste systeem om mensen te beboeten die de wet niet naleven. En niet onbelangrijk: het versterkt alleen de veiligheid op de weg.'

Van dat 'recordbedrag' gaat uiteindelijk 109,2 miljoen euro naar het verkeersslachtofferfonds, de rest is voor vadertje Staat. In 2011 stelden de lokale en federale politie bijna drie miljoen snelheidsovertredingen vast.