Tien procent van de eenjarige kinderen drinkt al cola of limonade in plaats van water. Veertig procent van de kinderen uit laaggeschoolde gezinnen stopt met water drinken na het eerste levensjaar. Die verontrustende cijfers zijn het resultaat van een onderzoek dat professor Karel Hoppenbrouwers (KU Leuven) voor het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin voerde in opdracht van Vlaams minister Jo Vandeurzen (CD&V).

Nochtans drinkt negentig procent van de kinderen van hoogopgeleide ouders wel dagelijks water. ‘Dat verschil is frappant’, zegt Hoppenbrouwers. ‘Hoe lager op de sociale ladder, hoe minder water, maar hoe meer frisdrank een kind te drinken krijgt. Verontrustend, als je weet hoe sterk gesuikerde dranken bijdragen tot overgewicht.’

‘Het probleem is dat boodschappen die moeten aanzetten tot gezonder eten en drinken, soms niet overkomen. Water drinken is nochtans een eenvoudige aanbeveling. Maar een boodschap ontvangen is één ding, die omzetten in dagelijkse actie, is nog iets anders. Dat vraagt aandacht en discipline’, zegt Hoppenbrouwers. ‘In bepaalde gezinnen zijn er nu eenmaal andere belangrijke problemen die voorrang krijgen.’

Hij deed jarenlang onderzoek naar de eetgewoonten van meer dan 3.000 kinderen over heel Vlaanderen. En die gaan er behoorlijk op achteruit naarmate die kinderen ouder worden.

Eet van alle eenjarigen nog tachtig procent dagelijks vers fruit, dan halveert dat aantal wanneer die kinderen twaalf jaar zijn. Wat betreft verse groenten zijn de cijfers iets minder dramatisch. Negentig procent eet ze dagelijks op eenjarige leeftijd, na twaalf jaar is dat nog zeventig procent.

‘Kinderen zijn heel snel gewend aan de smaak van ongezonde voeding’, zegt Karel Hoppenbrouwers. ‘Ze gezond doen eten en drinken vraagt een opvoeding met voldoende structuur en geduld.’