Onder belastingdruk verstaat de OESO de belastingen en sociale bijdragen die werknemer en werkgever moeten betalen op het loon van de werknemer. België zit met een belastingdruk van 56 procent ruim boven het OESO-gemiddelde van 35,6 procent. Op de tweede plaats staat Frankrijk (50,2 procent), gevolgd door Duitsland (49,7 procent).

In heel wat OESO-landen ligt de belastingdruk veel lager. In Nieuw-Zeeland is dat voor een alleenstaande werknemer zonder kinderen 16,4 procent en in Chili amper 7 procent.

Werknemers met kinderen betalen minder belastingen. Daardoor daalt ook de belastingdruk en dat brengt een verschuiving in de rangschikking met zich mee. Een gezin met twee kinderen waarvan maar één ouder werkt, heeft te kampen met een belastingdruk van 41,4 procent. België staat daarmee op de derde plaats. Enkel Frankrijk en Griekenland gaan ons voor. Wanneer beide ouders werken stijgt de belastingdruk weer tot 49 procent.

Ook de Belgische loonkost is heel hoog. Dat bevestigde een studie van het Duits statistisch bureau Statistischen Bundesamt. Een uur loon kostte een Belgische werkgever vorig jaar 40,4 euro. Enkel in Zweden is dat bedrag nog hoger.

Het Duitse bureau deed een studie naar de lonen in de privésector. In België steeg de uurloonkost in 2012 met 2,9 procent ten opzichte van 2011. Dat is meer dan de gemiddelde stijging van 2,1 procent in de EU. Ook in onze buurlanden stegen de lonen minder snel: 2,8 procent in Duitsland, 0,7 procent in Nederland en 1,9 procent in Frankrijk.

Zoals eerder gezegd bedraagt de uurloonkost in 2012 het meest in Zweden. Werkgevers betaalden er per uur 41,9 euro. Na België komen Denemarken (39,50 euro), Frankrijk (34,9 euro), Luxemburg (34,4 euro), Nederland en Finland (beiden 31,3 euro). Pas op de achtste plaats komt Duitsland: 31 euro. Het gemiddelde in de EU-27 bedroeg 23,5 euro, in de eurozone 28,2 euro. De goedkoopste landen voor werkgevers zijn Bulgarije (3,7 euro) en Roemenië (4,5 euro).

Wanneer er naar de kostprijs in de industrie gekeken wordt, staat België ook daar op de tweede plaats, na Zweden. De uurloonkost in de Belgische industrie bedraagt 41,9 euro, tegen 35,2 euro in Duitsland, 33,7 euro in Nederland en 36,3 euro in Frankrijk.