Theo Francken: bewijs ons een dienst en vertrek
Anderzijds is het behoorlijk verwerpelijk dat de heer Abou Jahjah de burgemeester van Antwerpen "een zionistenpijper" en de Federale staatssecretaris "een fascistische frankenstein" noemde. Als je verlangt naar een democratisch debat, dan is dat niet de weg ernaartoe.
De Belgische staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken, is kwaad op Abou Jahjah. Hij is kwaad omdat Jahjah gemene dingen over hem heeft gezegd. Het is wel waar, eigenlijk, dat Franckenstein geen koosnaampje is. Gelukkig is Theo heel sterk en kan hij in het vervolg alle gemene vreemdelingen, ook bekend als “kutvreemdelingen”, op het vliegtuig zetten richting “weg van hier”. Welkom in de speeltuin van de federale regering.
Toen N-VA de verkiezingen won, was het voor veel analisten duidelijk dat de brede electorale basis en de veelheid aan mandaten niet in verhouding stonden met het inhoudelijke niveau van de partij. Dat is een natuurlijk gevolg van dergelijke explosieve politieke groei. Het viel te voorspellen. Het is echter zeer de vraag of iemand een Belgisch staatssecretaris had voorspeld die spreekt over uitwijzingen als maatschappelijke “diensten”, in de taal van een ongeletterde redneck en met het retorische niveau van een sms’ende puber.
Als reactie op Abou Jahjahs aankondiging dat hij zou komen betogen voor het kabinet van de staatssecretaris, stuurde die laatste volgend bericht de wereld in: "Om 12u komt Hezbollah-strijder Abou JahJah aan mijn kabinet betogen tegen het strenge migratiebeleid van deze regering.” [...] “Hij is natuurlijk een ervaringsdeskundige van het lakse PS-migratiebeleid: binnengekomen met een leugenachtig asielverhaal, vervolgens gehuwd met een goedgelovige Vlaamse, via de lakse oude gezinsherenigingswet verblijfspapieren gekregen en onmiddellijk erna gescheiden, maar de dans ontsprongen want al Belg geworden via de nog laksere Snel-Belgwet. Goed dat 'wij Zweden' al die lakse wetten hebben afschaft of verstrengd. Altijd paraat om de maatschappij een dienst te bewijzen ;-).”
Laat ons ervan uitgaan dat dit inderdaad zijn woorden zijn. Knipoog inbegrepen. Nog eens: knipoog inbegrepen. Neem tijd om die woorden te laten bezinken. En dan nog wat meer tijd om je ademhaling opnieuw onder controle te krijgen, de vuisten te ontballen en de existentiële wanhoop te onderdrukken die gepaard gaat met deze waterval aan gebrekkigheid. Denk vervolgens na wat deze woorden betekenen voor de samenleving waarin je leeft, en de toekomst die we tegemoet treden.
Over politieke autoriteit
Politieke autoriteit is niet vrijblijvend. Millennia politieke- en rechtsfilosofie zijn gewijd aan de essentiële bekommernis om macht te begrijpen en te legitimeren. Als leden van onze samenleving zijn we onderworpen aan het geweldsmonopolie van de staat, aan de politieke keuzes die fysiek kunnen worden afgedwongen. Vanaf de hobbesiaanse natuurtoestand tot heden zijn deze politieke keuze getoetst aan hun rechtvaardigheid, hun dienstbaarheid, hun conformiteit met normatieve toetsstenen die vreemd zijn aan de macht zelf.
Het is onmogelijk deze toetsstenen exhaustief te bespreken. Die taak zou langer dan een leven duren. Er zijn echter bepaalde ethische minimumstandaarden, constitutionele garanties en deontologische verwachtingen, waarvan elke afwijking onaanvaardbaar is. Doorheen de verschillende Westerse morele en juridische doctrines, keren twee fundamentele principes terug: individuele vrijheid en gelijkheid in de ogen van de macht. Niet enkel zijn het de kernwaarden van de verlichting, het zijn de steunpilaren van elke orthodoxe (sociale) rechtvaardigheidstheorie of politieke filosofie van Rousseau en Locke, over Kant, tot Rawls, Habermas, Dworkin of Amartya Sen (om er enkele te noemen).
Elke beslissing van de overheid moet aan deze principes worden getoetst: de allocatie van publieke goederen, de toepassing van elke autoritaire code en, bovenal, elke handeling die de bewegingsvrijheid of fysieke integriteit van het individu viseert. Dit genereert een enorme verantwoordelijkheid voor politici. Het naleven van deze principes, het streven naar public reason, is onderhevig aan constant democratisch toezicht. Dat is de enige bescherming tegen het ontsporen van de macht. Als we het rapport van Francken opmaken is de conclusie eenvoudig: wegens strijdigheid met fundamentele politieke principes adviseren we de onmiddellijke stopzetting van zijn mandaat.
Over dwaasheid en gevaar
Een staatssecretaris tot ontslag verzoeken doe je echter niet zomaar. Het vereist enige motivering. De kern is eenvoudig: Francken is het voorbeeld van een politicus die al het voorgaande niet begrepen heeft en in alle ernst gelooft dat vrijheid en gelijkheid slechts mogelijk zijn bij gratie van zijn macht. Francken draait voorgaande redenering om en bevindt zich in het politiek-filosofische kamp van het despotisme: daar waar natuurtoestand onderdanigheid impliceert en vrijheid door de macht wordt geschapen.
Lees ik te veel in zijn weinige, wankele woorden? Nee. Iemand die geen schroom voelt om het vrije verkeer van personen te beschrijven als het ontspringen van de dans, die is diep doordrongen van de suprematie van de overheid op het individu. Iemand die de daaraan ontleende macht gebruikt om het laatste woord te halen in een persoonlijke mediavete, die is het staatsmanschap op een nog diepere intellectuele en stilistische grond onwaardig. Iemand die dat alles, ten slotte, afsluit met een verdomde smiley en kapittelt als een maatschappelijke dienst, die is voorbij ontsporing en smakeloosheid. Het is een wonde op het Belgische politieke gelaat. Een misselijkmakende schande.
De knipoog-smiley is geen detail. Het is de essentie. Slechts het meest arrogante masker van de macht knipoogt in het aangezicht van onrecht. Het knipogen bewijst dat Francken geen agenda van restrictieve migratie voorstaat omwille van proportionele, pragmatische afwegingen. Pragmatiek knipoogt niet, daarvoor is het te ernstig. Taal is geen stilistisch gegeven, het verraadt discours. Frankens taal – kutmarrokanen die de dans ontspringen en al knipogend buiten worden gezwierd (woorden die hij letterlijk heeft neergeschreven) – verraadt meer dan smaakgebrek. Het verraadt een strijdigheid met elke wet tussen fatsoen en politieke legitimiteit.
Einstein schreef ooit dat er slechts twee zaken oneindig zijn: het universum en de menselijke dwaasheid. En enkel van dat laatste was hij echt zeker. Uiteraard kan ook het politieke landschap dwaasheid niet bannen. Dat is misschien jammer, maar in principe ongevaarlijk en bij wijlen bovendien hilarisch. Francken staat dan ook niet in de eerste plaats terecht voor intellectuele gebrekkigheid. Hij staat zelfs niet eens terecht voor het feit dat zijn persoonlijke maatschappijvisie bulkt van populistische en structureel racistische platitudes. Hij staat terecht omdat hij een machtsuitoefening voorstaat die indruist tegen de fundamenten van de democratische orde en op permanente wijze etaleert de constitutionele en politiek-filosofische grenzen van zijn staatsgezag niet te begrijpen, noch te respecteren. Francken staat niet terecht omdat hij als staatssecretaris voor Asiel en Migratie moeilijke afwegingen moet maken. Hij staat terecht omdat hijknipoogt terwijl hij een kutmarokkanen de deur wijst.
|