Familie verliest rechtszaak nadat politie onschuldige per ongeluk doodschiet
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg heeft woensdag de nabestaanden van Jean Charles de Menezes in het ongelijk gesteld. De Menezes was een Braziliaan die in 2005 door de politie doodgeschoten werd omdat hij foutief voor een terrorist aanzien werd.
Jean Charles de Menezes, een 27-jarige elektricien, werd op 22 juli 2005 in een metrostation door de politie doodgeschoten. De agenten dachten dat hij een kamikaze was. Het incident gebeurde twee weken na een grote terreuraanslagen in Londen, die aan 56 mensen het leven hadden gekost.
familie van de jonge Braziliaan wilde dat de verantwoordelijken voor het drama voor het gerecht gebracht werden, maar in december 2008 liet een jury in het juridische onderzoek de vraag open of het ging om zelfverdediging door de agenten van Scotland Yard. Er werden geen disciplinaire maatregelen tegen de agenten genomen.
Nicht van slachtoffer
Dat er geen sancties werden uitgesproken, wil volgens het hof evenwel niet zeggen dat de Britten de zaak niet onderzocht hebben. “De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben niet verzaakt aan de verplichting (...) een effectief onderzoek te voeren naar de dood van de Menezes”, zo oordeelden dertien van de zeventien rechters van de Grote Kamer, de hoogste instantie binnen het EHRM. Tegen de beslissing van de rechters is geen beroep meer mogelijk.
De zaak werd voor het EHRM gebracht door een nicht van het slachtoffer. “Een compleet onschuldige man is moedwillig doodgeschoten door agenten van de staat”, zo had haar advocaat Hugh Southey in juni 2015 nog tijdens de zitting betoogd. De mensen die het recht om te doden misbruikt hebben, moeten “verantwoording afleggen”, zo luidde de redenering. Maar de verdediging van de Britse staat stelde dat de agenten ervan “overtuigd” waren dat ze te maken hadden met een kamikaze die een nieuwe aanslag wilde plegen.
|