Op vrijdagavond 9 augustus 1996 omstreeks 21u verdwijnt de 14-jarige Laetitia Delhez spoorloos wanneer ze van het lokale zwembad in Bertrix terugkeert naar huis. Een verdwijning die het begin inluidt van een maand waarin België pijnlijk wereldnieuws wordt.
Op de dag van de verdwijning van Laetitia merken twee getuigen in de buurt van het zwembad een witte bestelwagen op, inclusief een deel van de nummerplaat. De eigenaar blijkt Marc Dutroux, een veroordeelde pedofiel die in 1992 vervroegd was vrijgelaten.
Op 13 augustus wordt hij samen met zijn vrouw Michelle Martin en de drugsverslaafde Michel Lelièvre aangehouden. Twee dagen later, op 15 augustus, worden – op aanwijzing van Dutroux – Laetitia en de 12-jarige Sabine Dardenne (ontvoerd eind mei in Doornik) levend teruggevonden in een verborgen kooi in de kelder van een huis van Dutroux in Marcinelle.
Op 16 augustus wordt ook zakenman en oplichter Michel Nihoul aangehouden. Weer een dag later, op 17 augustus, worden de lichamen van Julie Lejeune en Melissa Russo (beiden 8 jaar) – meisjes die op 24 juni 1995 ontvoerd werden – opgegraven in de tuin van een huis van Dutroux in Sars-la-Buissière. In dezelfde tuin wordt ook het lijk ontdekt van Bernard Weinstein, een Franse kompaan van Dutroux, vermoord in het najaar van 1995. Op 22 augustus worden Julie en Melissa begraven.
Twee weken later, op 3 september 1996, worden de lichamen van de 17-jarige An Marchal en de 19-jarige Eefje Lambrecks – ontvoerd in augustus 1995 – opgegraven onder een loods op een terrein in Jumet. Hoogstwaarschijnlijk werden de meisjes in september 1995 levend begraven. An en Eefje worden ten grave gedragen op 7 september 1996 in Hasselt, na twee aparte diensten.