VTM vernam het nieuws via de familie. Marc Sleen is thuis in Hoeilaert overleden. ‘Hij is vredevol en waardig ingeslapen na een boeiend en boordevol leven waarin hij met zijn kunstenaarsziel en creativiteit generaties heeft verrijkt’, aldus zijn vrouw.
Nero, zijn bekendste creatie, dook voor het eerst op in oktober 1947. Anarchistisch, soms surrealistisch, vaak volgens een heel eigen logica, vol verwijzingen naar de actualiteit, en met vooral een lange rij knotsgekke personages – van een pijprokende bazige vrouw tot een boreling die ter wereld komt met een voldragen, stevige snor. Het publiek omarmt hen allemaal, en koopt later ook massaal de albums. Tot tevredenheid van Sleen, van de kranten die zijn strips publiceren, en van zijn uitgever. Sleen wordt verzocht steeds meer reeksen te maken voor verschillende bladen uit dezelfde groep. Naast elke dag twee stroken Nero tekent Sleen onder meer ook De avonturen van Neus, Pollopof, Piet Fluwijn en Bolleke, Stropke en Flopke, De Lustige Kapoentjes, Doris Bobbel en Octaaf Keunink.
Ereburger
Sleen ontving tal van onderscheidingen voor zijn tekenwerk. In 1974 kreeg hij de Prix Saint Michel voor zijn Nero-album 'Het Lachvirus'. In 1993 won hij de 'Gouden Adhemar', als beloning voor zijn hele carrière en in 1995 werd hij door de Belgische Kamer van Stripexperten bekroond voor zijn How-trilogie, die de 'Prijs voor het beste stripverhaal van 1994' kreeg. In 1999 werd Sleen geridderd door koning Albert. Hij was de eerste Vlaamse striptekenaar die deze eer te beurt viel.
Hij was ook de eerste laureaat van de StripVos in 2002. In datzelfde jaar werd hij door de lezers van Knack uitgeroepen tot 'Mens van het jaar' in de categorie Cultuur. Hij kreeg de titel van ereburger in maar liefst vier gemeentes: Hulshout (1981), Sint Niklaas (1984) Turnhout (2008), de gemeente Sleen in Nederland en natuurlijk in zijn eigen Hoeilaart. Onlangs, in juli nog, ontving Sleen het Groot Ereteken voor mensen die zich langere tijd verdienstelijk hebben gemaakt voor Vlaanderen.
Wereldrecord
Nadat Nero in 2002 was stopgezet, in het jaar van Sleens 80ste verjaardag, liep de aandacht voor de tekenaar en zijn werk terug – tot zijn groot verdriet. In 2009 opende in de Brusselse Zandstraat, recht tegenover het Stripmuseum, nog het Marc Sleen Museum, dat een mooie, zij het kleine ode aan de geestelijke vader van Nero brengt. Het was het laatste grote wapenfeit in een rijkgevulde carrière, waarin Sleen onder meer het Guinness Record Boek haalde als meest productieve tekenaar ter wereld.
Sleen bleef de voorbije jaren schaken met enkele vrienden en intimi, maar fysiek ging zijn toestand achteruit. Hij moest steeds meer leunen op de goede zorgen van zijn tweede vrouw, Catharina. Op 13 juli 2008 was zijn eerste vrouw, Magdalena Maddy Paelinck, met wie hij in 1945 was getrouwd, overleden. Het echtpaar bleef kinderloos. Hun enige kind, een zoon, overleed in 1952 tijdens de bevalling. ‘De zwaarste slag van mijn leven’, zou Sleen die gebeurtenis altijd blijven noemen. ‘Erger dan mijn gevangenschap tijdens de oorlog.’
Marc Sleen wordt op zaterdag 12 november om 12 uur begraven in de Sint-Clemenskerk in Hoeilaart.