Deze blog toont U maar één pagina. De andere worden in een archief geplaatst. Door onderaan de pagina op één der pijlen te klikken kom je verder. Je kan ook een onderwerp in onderstaande inhoud aanklikken. Oudere publicaties worden nog regelmatig bijgewerkt.
Van alles wat... ... over de enige échte Ros Beiaardstad! Het wel en wee van Dendermonde, veel fotomateriaal en af een toe een vleugje humor in ons dialect!
Bent u in het bezit van fotomateriaal van alles wat met Dendermonde (geen deelgemeenten) te maken heeft, en wenst u dit op het blog te zien verschijnen? Aarzel niet en geef ons een seintje op jpmc@skynet.be.
Wij danken u bij voorbaat!
En... mocht u dit blog goedvinden, kan u in de linkerkolom een waardering geven (beoordeel dit blog).
12-04-2008
Plaatsnamen...
We zochten enkele plaatsen in de stad die vroeger heel anders werden genoemd. Zo werden ook de straatnamen vaak vervormd of werd een gans andere benaming gegeven. Enkele voorbeelden:
-Biëstemèrt: 'Beestenmarkt', Emiel Van Winckellaan die voorheen Veemarkt heette en nog vroeger Cauwenberg. -Blaa Stiën: 'Blauwe Steen', gedeelte van het Keur. Op de Mechelsesteenweg is ook een gelijknamig café. -Déirstéik: 'Doorsteek', plaatsaanduiding omgeving rond punt - Dendermonde station. -Dievelshoek: 'Duivelshoek', ook 'Dievenhoek' - Kattekop aan de Brusselse Forten. -Gille: 'Sint-Jorisgilde', straat tussen Vlasmarkt en Sas -Gillenoetsje: 'Gulden Hoofdstraat', tussen Grote Markt en Emiel Van Winckellaan. -Gordainestroët: 'Gordijnenstraat', spotnaam voor een doodlopende straat achter het Heldenplein. Men bedoelde hier zeer waarschijnlijk de Weldadigheidsstraat mee. -Kattekop: uitsprong aan de Brusselse Forten. Dendermondse wijk van noodwoningen na WO I. -Kontentast: brandgang of klein steegje tussen de Dijkstraat en het Vestje in de middeleeuwen. -Klèi Kortierke: 'Klein Kwartier', zijstraat van de Kerkstraat. -Kuëlendaik: wijk aan de Schelde tussen de Scheldebrug enAppels-Veer. Ook 'Nautendaik' (Notendijk) en Sint-Onolfsdijk. -Kuërenoërt: 'Koornaard', de Vlasmarkt. -Magazainstroët: (ook Maggezainstroët). Voor de 18e eeuw was dit de Elsstraat, in de 19e eeuw Magazijnstraat en later Prisonstraat. Thans Sint-Jacobsstraat. -Méilembèireg: 'Moenberg', de Molenstraat. -Otèl-Saint-Zjaak: 'Hotel Saint-Jacques. Hiermee werd de gevangenis bedoeld aan de Sint-Jacobsstraat. -Rammelèir: 'Rammelaar', stadsgracht uitmondend in de Dender bijhet Sas en 'Den Biër'. Er zou ooit een molen hebben gestaan die een rammelend geluid maakte, vandaar deze benaming. -Swaibéik: 'Zwyvick', één der oudste wijkbenamingen van de stad.
Wanneer een beurt nu nogal lang duurt, moet je er voor zorgen dat je in het toilet iets te doen hebt. Men moet het verblijf zo functioneel mogelijk maken. Hier enkele tips: - de krant helemaal uitlezen, zelfs de beursberichten. - een toespraak voorbereiden. - je zonden overdenken. - je hartslag meten. - je planning maken voor de komende dagen. - de haren op je benen tellen. - een gedicht schrijven op WC-papier. - vliegen of muggen vangen. - je leesbril schoonmaken. - een boodschappenlijst samenstellen. - je scheren met een apparaat op batterijen. - een boek lezen. - kruiswoordraadsels oplossen. - eventueel de deur op een kier laten staan en zo een radioprogramma volgen. - een alfabet-zin bedenken (bvb. Albert biedt Cesar de eerste frisdrank ...) - uitrekenen hoeveel dagen verlof je nog hebt staan.
Maar vergeet vooral niet te doen waarom je eigen in de ruimte aanwezig bent!!!
Alléi ik wéit et zènne, sommegste zèlle zègge da't ni van 't schoeinsjten is, mor ik goën 't dorvéir toch ni loëte... Dâ spel ieronder is gewuën vèr op d'Oilsjtenèirs éir zéine wâ te wèireke, of op éir èpse gelèk as dâ ge wiltj..
Aan het gebruik van de WC kunnen verschillende onaangename en zelfs gevaarlijke situaties verbonden zijn. Een mens staat er niet onmiddellijk bij stil, maar in feite zijn er dingen die kunnen gebeuren waar men zeker niet altijd aan denkt. Hierbij enkele situaties:
* Je kunt de deur niet openkrijgen... Probeer in dit geval direct een ander toilet te vinden of stel de stoelgang uit. Dit laatste kan enkel wanneer u voelt dat zich daar nog een veilige tijdsmarge waarborgt, hoewel dit medisch niet aan te bevelen is.
* De deur van het toilet sluit niet goed... In dit geval zijn er twee mogelijkheden; -Als de deur naar binnen opengaat kan men zich zodanig zetten dat niemand deze open krijgt. Bijvoorbeeld met de knieën vooruit tegen de deur. -Als de deur naar buiten draait, kan men gebruik maken van een das of zakdoek om de deur tegen te houden. Bij het ontbreken van de voornoemde attributen is het ook nog mogelijk om te zingen en aldus uw aanwezigheid te laten weten aan eventuele andere gebruikers...
* Men krijgt de deur niet meer open... Ingeval u de deur na de boodschap niet meer openkrijgt is de beste tip onmiddellijk het keelgat open te zetten en blijk te geven van paniek. Binnen de kortste keren zal men u (normaal) komen redden. Enfin... men mag het hopen...
* Er zitten beesten in de pot... Vleigen en muggen kunnen een rustige boodschap verknallen. Ook spinnekoppen en kakkerlakken kunnen zich ophouden in de pot. Best kan men zich rustig houden en het ongedierte niet storen.
* Er zit geen bril op de pot... Een lastig probleem. Wanneer men genoeg spieren heeft kan men de handen op de pot plaatsen. Door voldoende spierkracht te ontwikkelen kan men het achterwerk enkele centimeters boven de pot houden. Men vermijdt aldus contact met de stenen pot, wat zeer onaangenaam kan zijn.
* Er is geen WC-papier. Op sommige plaatsen is men zeer nalatig in het vervangen van papier. Waarschijnlijk in het kader van algemene bezuinigingen. In dat gevzal kan men lectuur aanwenden die tegen een stootje kan. Wel opletten voor verstoppingen (van 't WC wel te verstaan..).
* De trekker van het spoelwater weigert dienst. Alle middelen zijn goed. Tracht met plassen de restanten enigszins te verwijderen.
* U maakt lawaai bij uw boodschap... Wanneer men bijgeluiden produceert tijdens de ontlasting mag men aannemen dat men dat buiten het hokje zo goed hoort dan binnenin. Men kan dit als zeer hinderlijk ervaren, waardoor de stoelgang soms niet meer kan plaatsvinden. In dat geval kan men steeds proberen om geleidelijk de lucht te laten ontsnappen. Beginnen fluiten of zingen brengt enkel mee dat men nog meer de aandacht trekt.
* Er blijven sporen achter in de pot.. Er kan niet steeds bewezen worden dat de sporen afkomstig zijn van u, doch is het geraadzaam zo zo goed mogelijk te verwijderen. Het is niet gezellig om een 'driklokaal' te betreden waar restanten zijn achtergebleven... Meerdere keren doorspoelen en gebruik van de WC-borstel zijn aangeraden.
Wie herinnert zich niet 'het Bal van miss Donckstraat' dat telkenjare werd georganiseerd door de lokale voetbalploeg FC Donckstraat? Op de onderstaande foto zien we (vlnr) Keizer Carnaval Freddy De Paepe, Cornel Geeraert (+) waarschijnlijk als presentator, de nieuwverkozen Miss Marleen Van Den Broeck (toen1364 stemmen) en Hofdame Patricia De Smedt (1108 stemmen). Verder op de foto Jean-Jacques Testard, Omer Van Wiele en Maurice De Paepe (+) van de organisatie. De foto dateert wellicht van einde de jaren zeventig of begin tachtig.
Het Peird van t Keur kwam tot stand in 1947 ter gelegenheid van een gouden huwelijksjubileum van een koppel dat woonachtig was aan de Mechelsesteenweg. Het paard kwam er op initiatief van een feestcomité waarvan ondermeer Jozef en Pierre Verhelst, Jean Van Ranst en Alfred Van Damme deel uitmaakten.
Het paard bestond uit een houten romp, maar had als enig nadeel dat de kop te klein was in verhouding met het lijf De kop was in zink en bleek afkomstig van de gevel van een beenhouwerij in de stad. Op de rug van het paard zaten vier houten poppen met een beweegbaar hoofd die dienst deden als 4 Heemskinderen.
Het Peird van t Keur werd gedragen door 4 pijnders. In de zeventiger jaren waren dat Freddy Vermeir, Eric Van Wiele, Herman De Nijs, Jean-Pierre Franssen, Wilfried Van De Velde, Julien en Willy Machiels, Ivo Stevens en ene Van Geertruyen.
Half de tachtiger jaren werd het Peird vernieuwd. Het had een hoogte van 2,70 meter, was 3,70 meter lang en was 1,40 meter breed. Het vertoonde zich enkel in de wijk op de dinsdag van Keur Kermis. Op die dag werd de oudste inwoner van de wijk dan vereerd met een bezoek. Vanaf 1993 was er geen rondgang meer.
Het comité dat later de fungeerde waren Gustaaf Spanoghe, René Van Goethem, Paul Van Herck, Georges Everaert, Marcel De Potter en Jean-Pierre Franssen.
Het 'Ros' van 't Keur'
Het Ros Donckstraat.
Ook de wijk Donckstraat kende (zelfs meer dan één) Ros.
We starten in 1952. Ter gelegenheid van de Ros Beiaardommegang van dat jaar besloten Cesar Bogaert en zijn zonen Edmond en Adolf een eigen Ros te maken voor de wijk. Het paard was 2,60 meter hoog en ongeveer 3,40 meter lang. Het werd gedragen door 4 dragers.
Enkele jaren later besloot dezelfde Cesar Bogaert een paard te maken waar ze in het centrum zouden van opkijken. Een comité met ondermeer hijzelf, Oswald Van Den Dungen, Honoré Mertens en Louis De Donder, hield zich met het project bezig. Het paard was klaar in juli 1953 en maakte zijn eerste rondgang ter gelegenheid van de officiële opening van de nieuwe Ros Beiaardstraat. Het nieuwe paard, het Ros Donckstraat had een hoogte van 4,25 meter, was 1,30 meter breed en had een gewicht van 220 kilogram. Het werd gedragen door drie ploegen van telkens vier dragers. De Vier Heemskinderen op de rug waren vier in harnassen gestoken poppen.
De jaren daarop was het paard telkens te zien met de kermis in de wijk, maar ging ook op verplaatsing. In 1962 kwam het paard door interne strubbelingen niet meer van stal.
Ros Donckstraat 1953
In 1972 kwam er een nieuw initiatief! De leden van de lokale voetbalploeg FC Donckstraat maakten een nieuw Ros, en dit met de bedoeling om deel te nemen aan de carnavalstoet in het centrum. Het betrof in feite maar een tijdelijke constructie die nog datzelfde jaar werd gedemonteerd.
In 1975, ter gelegenheid van de volgende Ros Beiaardommegang kreeg men opnieuw de smaak te pakken. Men zou een degelijk Ros maken. Jef Heyvaert, Omer Van Wiele, Marc Macharis, Maurice De Paepe, Isidoor Vanderstraeten, Ronny Van Ransbeeck, Gustaaf Sterck, Cor Van Tilburgh, Jacques Testard, Rudy en Dany Verstrepen, Polly Van Wiele, Freddy Eeckhoudt, Ludwig Waterschoot, Ivo en Erwin Van Damme en Luc en Eddy Straetman togen aan het werk. Het afgewerkte paard woog bijna 500 kilo, was ongeveer 4 meter hoog en 2 meter breed. Het werd door 12 dragers getorst! Het nieuwe Ros kwam in 1976 voor het eerst naar buiten ter gelegenheid van de kermis in de wijk. Het zou bestaan tot 1986.
Buiten de stadsmuren is ook nog sprake van een Ros van Grembergen en van Sint-Gillis. In beide gemeenten is er sprake van meerdere exemplaren. In Sint-Gillis kende men een Ros Bayard, een Peit van de Buisstraat en het Peird van den Halt.
't Peird van den Halt Sint-Gillis
En toch houden we het beter op het enige échte Peirt van Dèrremonde!
We wagen ons aan een beetje historiek van het toiletpapier.
Reeds in de 17e eeuw maakten de mensen gebruik van papier om hun achterste van eventuele 'restjes' te ontdoen. Verder terug in het verleden moeten er andere middelen zijn aangewend voor dat doel. De Romeinen bijvoorbeeld, deden dit op een minder gemakkelijke manier. Zij reinigden zich in eerste instantie met hun vingers. In een later stadium gebeurde het met een stokje waaraan een spons was bevestigd. Van de Russen is bekend dat ze zich tot in de 18e eeuw behielpen met glad gepolijste schijfjes dennenhout. Op het platteland werd afhankelijk van het seizoen, stro of gras gebruikt. Archeologische opgravingen maakten reeds duidelijk dat in het verleden stukjes stof voor de reiniging werden gebruikt. Ook 'gatkrabbers' (driehoekige leisteentjes), schelpen, spaanders en dennenappels werden in vroeger tijden gebezigd. In de middeleeuwen kwamen linnen lappen in aanmerking. De nood maakte kennelijk vindingrijk en alles wat ook maar enigszins voldeed werd aangewend.Vaak was de toepassing afhankelijk van de persoonlijke voorkeur. Sommigen gebruikten hennep en zemelen, anderen zelfs schapewol!
Later als het papier werkelijk zijn intrede doet, zien we allerlei variaties ontstaan. Het nieuws uit de krant was nog verwerkt of deze ging al in repen om op te hangen in het toilet. Op het einde van de 19e eeuw komt uiteindelijk de machinale productie van WC-papier op gang. De eerste rol zou uit 1882 stammen, een Amerikaanse vinding... Ons papier nu... Een bezwaar tegen papier kan zijn dat het te ruw of soms te glad is. Met motiefjes, geparfumeerd, je kan het niet bedenken wat er allemaal bestaat. Hoewel... tegenwoordig is papier vaak niet meer nodig. Denk maar aan de toiletten waar je op plaats neemt en na de boodschap zelve functioneert. Het zuigt, spoelt en blaast! Maar dat is wel een regelrechte ramp voor de WC-papier-makers!
Ludieke woordenboek - deel 6, tevens laatste deel.
We vervolgen onze 'woordenboek' met de letters T - U - V, W, X, Y en Z. talluër: diep of plat - vèr in â broek vèr â te beschèireme tege ... tappèt: ingezéitene mè-j-achterbakse bedoelinge... (zie talluër) tapke: miëstal te kèrt téif: vraa, al of ni-j-in de péike tèllefongboek: bron van inkomste vèr uëgmiësters en brillemoëkers tèt: kinnjerspéilgoet, uëk vèr voëders / begin van 't Pèirt... tètter: vèr t'ave tingel: tangel toebak: kènde géive of kraige toepéi: iets minder as sjisjie trip: mannelaik trit: vraalaik trok: kènd' on â paur èmme / ni vèr van te léive trottenèt: skéitbort mè-j-e stier op tsjoepenéis: zi blaat of mauf as ge véil zjannéivel dringkt tut-tut-tut: bezètj
U uëg: ni liëg uëre: as ge ni 'n wiltj moeje voele uërendil: as ge nèffest een goej stammenéi woeintj uërendroëger: giënen ouitleg vandoen zéiker? uërlap: tampain in d' uëre uëvèirdegoërt: iëne die pèist dâ't â-j-is
V vadroej: vèr op te goën as ge de kozjen ètj vadrons: vèr af te rammele valdaake: snoeperderèi die g'uëk bè den appetéiker kèn kraige vallingk: achternoëm vâ ne Vlomse zanger (Jo) vanèigest: zjustemènt van tien néige: wiskundege ouitdrikkingk vèr iëne dâ ni kan tèlle. varisse: biënversiersele vasjkirie: smèirkoës mé-j-uërebèlle in een duske vavéire: ploitsj wordâ mennisters en bèrremiësters zitte véi-pé!: opèlp in de gruëte vakanse véirbroek: antréi van de mansbroek vèirefduës: bjoetie-kéis véirkintj: kintj van den Ailege giëst véndiesse: bradderie mè déirwèirdersassistènse verdift: auver doëtem vernain: zitj in 't stèrtsje of op een vraatong verziert: gezicht van een aa jonkait vètrinèir: doktaur dâ gin brifkes van de zikkekas moet géive vievambomma: patatte mè sossisse vlammeste: oënluëp vèr ne vloek voëderkesdag: nog ne plastrong
W wachele: sommegste éir broek / ander gillegans waiwoëter: ni vèr van te dringke of vèr a-j-in te wasse waurde: èjje dikkes touis wèirem: niks te kaat wèirek: vèir genoeg afblaive
X niks gevonne
Y nog véil minder gevonne
Z zèp: zien dâ g'er ni-j-ingerokt zéiventiën: miggezifter / iëne mè drèi tiëne te waineg zjèl: vèr dinge staif te moëke zjieverèirs: vind' auveral
Déir 't fait dâ z' er ier nâ toch auver béizeg zain wille'k ier uëk mâ waurdeke plasséire! Vèr gezont vâ laif en léin te zain is 't gerouë dâ g'alle doëge op tait en stont isj op de pot kèn goën, vèr d'auvertollege rèste ouit a schuë laif te kraige. Den iëne kiër is't ewwâ nor den èrte kant en den andere kiër is 't plat. 't Is gin iën van de twië pleziereg nowô! In 't iëste geval is't er een pèirdereméide..., ne suppozitwaar opstéike die gesnèjen is ouit e stik 'Sunlichtzjiëp'. Vèr 't twidde geval moeje ne kauteroëk in 't vier stéike, en as dië gloejent iët is moeje dië in een zjat melk stéike, ni-j-in â gat vanèigest! En tèn moeje vriëdeg oppasse wâ dâ ge doet. Ge kèn best diën iëte kauteroëk weglègge, mor die zjat melk die moej-ouitdringke, mè-j-of téigen â goestingk.
Wordâ'k ier uëk iet wil auver pladaize zain de 'wintjluëzinge'... 't Goëd ier ni-j-auver nen uëste- of ne wèstewintj, mor auver de mensjelaike wintj. In den doëgelaiksen omgangk is dâ béiter gekèntj as een 'schéit'! Omdâ dâ nâ ni van 't praupersten is, zèlle me dâ waurt ni te dikkes gebrouike., mô we kènne d'r ni-j-attait van tisse... Ze zeggen attait dâ véil wintj losse gezont is, mor 't is vanèige ni gezont vèr de die datter ontrènt stoën. Ni-j-alliën de réik, mor uëk 't lawait is ambetant. Buëne, schorsenéile, sprouite zain dinge die ni-j-oën te rouë zain as g'op véirant wètj dâ giër of doër nortoe moet goën wordâ véil volk in e klèi ploitsjke bèjiënkomt. Bè sommegste zain die wintjluëzinge vantait pessies 'lochtverploitsjinge'! Wie kan d'r dâ gedichteke nog? "'n schéit is een planéit, déir God geschoëpe en déir de mènsj geloëte". As't nâ-j-is dâ g' ieveranst tisse nen uëp volk stoët en d'r ontsnapt â toch iën, tèn kènde nog attait zègge: "éiden overléide, risteg en kallem, gestikt déir de wallem, een schéit die-j-ouit mâ protteke gléit"... Schuën nowô?
Hoewel we in ons vorig artikel lieten weten dat we de geschiedenis van 'de pot' gingen terzijde laten, gaan we toch even piepen in de annalen van het toilet... Veel van wat er in vroeger tijden gebeurde, is vastgelegd en beschreven in duizenden geschiedenisboeken. Nog meer echter is in de prullenmand verdwenen, vaak omdat het de moeite niet waard bleek om het te bewaren. De vondsten die archeologen doen berusten dikwijls op toeval, het geluk helpt een handje, maar over een veelzijdig onderwerp als de stoelgang is doorgaans weinig te vinden. De oorzaak ligt vooral in het feit dat het in cultuuthistorisch perspectief nauwelijks interessant was om de wetenschap er zich mee bezig te houden. Nochtans bestonden er in 3000 voor Christus reeds toiletten. Ook bij de Babyloniërs zijn toiletten aangetroffen. In Egypte werden zelfs WC's gevonden in de graven. Daar leefde de gedachte dat ook de doden zich dienden te ontlasten! De Egyptenaren trokken zich in hun huis terug om de behoefte te doen, terwijl de Grieken 'het' in het openbaar deden. In goed ingerichte kastelen (Middeleeuwen en later) moest men genoegen nemen door het achterwerk door een opening naar buiten te brengen, zodat de uitwerpselen in de slotgracht terechtkwamen. Voor het gewone volk was het in die tijden normaal dat ze de behoefte deden waar het uitkwam. Niemand vond dat aanvankelijk vreemd, ondanks de doordringende geuren en gemakkelijke verspreiding van besmettelijke ziekten. De eerste doorgedreven veranderingen kwamen er pas in de 18e eeuw. Ingrijpende hygiënische maatregelen werden noodzakelijk. Daarna werd alle aandacht gericht op het ontwikkelen van een toestel dat 'het zich in huis ontlasten' zou mogelijk maken. In de loop der tijden zijn er heel wat benamingen voor de 'WC' in het leven geroepen. Momenteel zijn de woorden 'WC' en 'toilet' nog het meest gangbaar. Wij komen hier zeker nog op terug...
We kwamen in het bezit van een foto van een 'ijzeren weg brug over de Dender'. Wij kunnen deze brug niet situeren. U wel? Zo u hier meer over weet, laat het ons weten zodat wij hieromtrent meer informatie kunnen plaatsen. Onze dank bij voorbaat.
We kregen volgende reactie van Marc Van Gyseghem (waarvoor onze welgemeende dank!): De brug waarvan sprake op de foto (ong. eind 19de begin 20ste eeuw) lag over de oude monding (Kasteelstr. Noordl.) en was eigendom van de chemin de fér Dendre et Waes een privaat spoorlijn naar St. Niklaas.
P pallaabere: wâ dâ z'in 't schéipekolléizje doen palléire: obbie van de miëste vraas pandarke: uëvèirdeg kieke parkéirméiter: vervangt de buëme langst 't stroët péikelèiringk: maaztje dâ 't joër ter véire ni verkocht is péimel: een mot mè-j-e karnavalkostum oën pèlong: vèr te géive péire: vèr te zien pèirdesaraup: is vâ pèire, ni vâ pèirde pertang: uërde véil vâ mènsje dâ niks willen èmme pètrol: vèr te géive gelèk as zjang pikuur: liever géive as kraige pilsjaar: ongestèlden èiringk pissain: al véil joëre weg opzèi van 't statouis pistong: polletikken daug plantong: pollies achter gellas poëter: vèr te schilljere pombak: a dikkes kapotgezonge pompon: tsjoep vèr op ne slatsj pomponneke: tsjoepke vèr op e slatsjke portemantau: kapstok vèr ne Franse frak porselainewingkel: dochter van de verzichtegait postier: iet dad' attait stoët pottekaréi: mèniessze vèr ouiselaike twiste prang: vèr op de néis te zette
Q uëk niks gevonne...
R radais: vèr ront a uëre te kraige raddekoël: karrèmaa réide: as't moet gemakkelaik te vinne ressèpse: op't statouis d'iën achter d'ander rèzjemènt: béiter iën vâ saldoëte as vâ vraamènsje roëp: dikkes nogl isj vuës
S salouë: wèrral iet dâ ge gemakkelaik kèn kraige schië: sèrrewaurdeg giën nies nemiër schuëmoeder: ni vèr alle doëge in ouis t' èmme schuëvoëder: assen bier mag is't nog niks sistèim: vèr op te wèireke sjandal: schoene téige de zwiëtvoete sjikkonéire: spesjalletait van de vraas sjokkelat (e stik): vraandrangk as z' isj méigoën en ni kènne volge
Na de studie van het cafébezoek gaan we het over iets heel anders hebben. Een blog over Dendermonde zonder dàt bepaald onderwerp zou een gat in onze cultuur zijn! In onze Dendermondse heimat wordt dit onderwerp vaak aangesneden, het lag er in het verleden waarlijk in de volksmond We gaan van de hoge nood een deugd maken! En wees eerlijk, het heeft lang geduurd hé!!!
Het is een vaststaand gegeven dat in het vroegere Dendermonde graag over de finale van de spijsvertering werd gepraat, waar dit item in andere regios met meer geheizinnigheid en preutsheid werd behandeld. In feite vindt men hieromtrent weinig informatie, behalve dan in medische zin. Er bestaan duizenden en duizenden kookboeken, maar over het eindproduct wordt bijna niets gepubliceerd.
Er bestaan verschillende manieren om je te ontlasten. De meest eenvoudige blijft onze hedendaagse manier, gewoon op de pot. Echter voor dat de WC, nu wel meer dan honderd jaar geleden, zijn ingang vond, was het de gewoonte om door de knieën te gaan en de boodschap ten allen plaatse achter te laten. En toch blijkt de hedendaagse manier nog niet de meest ideale. De vorm van de wc-bril drukt het achterwerk zo samen, dat de ontlediging niet volledig kan plaatsvinden en bovendien sporen nalaat. Trouwens het is tevens een onnatuurlijke lichaamshouding. De hurkzit is gewoonweg de meest perfecte manier om de stoelgang te maken. De bovenbenen drukken tegen het onderlijf, met als gevolg dat er druk op de onderbuik wordt uitgeoefend, wat de uitstoot bevordert. Wat de tijdsduur van een zitje betreft, kan men wel zeggen dat die zeer uiteenlopend is. De ene vertoeft graag wat langer in de kleine ruimte dan de andere.
Trek uw neus nu niet op, het is een onderwerp gelijk een ander en we gaan in verschillende delen deze Dendermondse folklore behandelen.
De geschiedenis van de pot, laten we terzijde. Die is te vinden in wetenschappelijke geschriften. We denken hierbij aan een boek Het latrinaire gebeuren
Wie herinnert zich niet het hart-motief in de wc-deur van onze grootouders? Soms kon het wel een ruit- een klaver- of een schoppenmotief zijn. Hoewel het hartje kwam toch het meest voor. Het was niet meer als een erkenningsteken om te weten waar het diende te gebeuren. De voorloper van de hedendaagse pictogrammen dus
Ver in de tijd hoeven we niet terug te gaan... Ik herinner me nog zeer goed als kleuter hoe mijn grootouders woonden. De pompsteen, de Leuvense stoof, de plank 'met een gat in' als toilet en van die dingen meer. We plaatsen enkele foto's van toen... (Met dank aan Guy Huybrechts).
Naar het einde toe van onze cafébezoek-studie willen we nog even dieper ingaan op hetgen je zowat kan overkomen...
We hadden het reeds eerder over het creëren van gelegenheden tot drinken. Vaak gebeurt dit volledig buiten de wil van de 'betrokkene'. Natuurlijk wanneer je vlug te overhalen bent, zal je eerder 'blijven hangen' dan iemand met ietwat meer karakter. Veelal wordt de oorzaak van een 'hangpartij' ten laste gelegd van één of andere toevallige ontmoeting, zoals van iemand die je in jaren niet hebt gezien... Dit is uiteraard de meest gemakkelijke oplossing bij de verantwoording van de late thuiskomst tegenover de partner. Meestal zal dan nog iemand worden gekozen die eerder onbekend is voor de partner, zoals een oude schoolkameraad die zij uiteraard nooit heeft gekend..
Maar al te graag wordt ook eens gelogen over de 'locatie', vooral wanneer deze niet zo naar de zin van de partner zou kunnen zijn. Men doet er dan best aan een niet zo bekend etablissement te noemen, waar mevrouw dan ook nooit aanstalten zal maken om er eens binnen te gaan. Vooral plaatsen die op de 'zwarte lijst' van de partner voorkomen worden best niet vernoemd. In dergelijke omstandigheden zijn de gevolgen vaak niet te overzien. Personen die op diezelfde lijst voorkomen worden best verzwegen.
Een gezegde dat zeker niet in het kraam van deze rubriek past is vast en zeker 'Wie zijn vrouw heeft meegenomen, is nooit te laat thuisgekomen'... Er schuilt wel een overduidelijke waarheid in, doch er zijn plezantere dingen in het leven dan je vrouw maar steeds mee uit te nemen... Waarom echtgenotes, verloofden en/of vaste vriendinnen hier steeds al 'storend element' optreden kan iedereen best voor zichzelf uitmaken. Wij kunnen ons hierover moeilijk uitspreken, gezien het enorme 'gamma' aan interpretaties. Toch stellen we vast dat verschillende cafégangers veelal hun partner meenemen op cafébezoek, doch dit blijkt als grootste reden te hebben dat deze dames dan worden belast met de betaling van de 'braspartij'. Wordt hiertegen door de dames gereageerd, krijgen ze meestal als antwoord: 'Ge moet dan maar niet meegaan!'.
Mannen die door hun partner aangespoord worden om 'eens op hun gemak een pintje te gaan pakken' lopen er niet dik. Meestal wordt dit door de mannen als 'zeer verdacht' beschouwd. Wat zit daar achter? Ze moet zeker iets hebben? Er zal toch geen 'andere' moeten komen zeker terwijl ik weg ben? Een degelijk antwoord op deze vragen moeten wij schuldig blijven...
Ondertussen zijn we al aan deel 4, de letters M - N - O...
M makrau: marsjang vâ léiventeg vliës zonder andelsrézjister makrong: koek mè pokken op zâ laif malojnegge: ne mènsj mè konstruksefaute Mante: vâ Kalle maraude: vèr op te goën Marie Plansjéi: moeder van de dochter vâ ... maudepoep: vraa van iëne die véil auveriere doet... mèmme: vraalaike longe / uëk krèfte en zoëge Mie Waidaupe: attait ontvangkelaik mik: 't gewèir van David vâ Gaulejat minne: konainesjal moejal: schuëmoeder / gebiervraa / ... moetsj: vèr auver te lègge mokka: vèr madamme mokke: vèr meniëre mouikes: bringe wâ léive in 't vliës
N nachtegoël: vaugel die mè de nachtploeg stoët nachtiërem: lifst mè-j-e schéil op Napaulejong: ouitvinder van de karnavaloet nè: astabliet néigetien: zéivetien plus btw néir: éitboëre melkverpakkingk nèmnâ: allâ nicht: iëste lief nikkotin: long-antebjautekum nimmendale: wâ dat de miëste manne touis te zeggen èmme nondeptsjes: kattelikke vloek nongkel: al of ni gesuikert famillelitj novéine: langkdiereg bezatsel nuët nemiër: wâ dâ ge belauft achter ne serjéize koëter
O ochèireme: de moejte ni vèr auver te klappe oddekolojn: 4711 oëngestuëte: sommegste vraas oëssem: langk, kèrt, stingkend - ge kènt er uëk op trappe okkozje: attait vâ proffetéire opsjaan: mè sommegste gië probléim optalluëre: vèr 't sondogs nor de mis te goën otverdomme: vloeke mè-j-e sproëkgebrek ouitzètter: verziet de stammenéis vam bier ouitzitter: dringkt 't bier van de stammenéis ouit
Wil je contact nemen met de blog voor het sturen van een foto, het geven van informatie of het vragen om inlichtingen, stuur uw email via het voorziene vak hieronder. U kan ons helpen bij de identificatie van personen. Herken je iemand dan vernemen we dit graag met een email.