| Degenen die reeds een bezoek brachten aan het stedelijk archief van onze stad zullen beamen dat eender welke opzoeking aldaar steeds de moeite loont. Zij die er nog nooit kwamen dienen dit zeker en vast eens te doen. Onze eigen ervaring leert ons dat het archief zeer rijk is aan documentatie over onze stad. Het mag wel eens gezegd worden dat deze dienst, die sedert vele jaren draait onder de kundige leiding van de heer Aimé Stroobants, alvast een pluim verdient!Een uiteenzetting...
 
 
  
 De geschiedenis van het Dendermondse stadsarchief gaat terug tot de
 middeleeuwen, toen men de belangrijke archiefstukken opborg in de schepenkoffer en de versterkte archiefkast van het schepenhuis. Dit schepenhuis bevond zich aanvankelijk op de Koornaard, om pas ca. 1350 te verhuizen naar de eerste verdieping van het toenmalige Vleeshuis op de hoek van de Grote Markt. Enkele jaren later werd het archief overgebracht naar een lokaal in de nieuwe lakenhalle (1337-1350), waarnaast in 1377-1378 een belfort en in 1395-1405 een nieuw schepenhuis werd opgericht.      Archivarissen in het verleden: Archivaris Prudens Van Duyse (1835-1836) De archivarissen Egidius en Isidore Derboven (1841-1864) Archivaris Alphonse de Vlaminck (1865-1875) Archivaris Theodule Charles Roels (1876-1880) Archivaris Louis-Joseph Peeters (1880-1888) Archivaris Théophile-César Herssens (1888-1894)   Na de brand (1914-1972) Inmiddels was op donderdag 17 september 1914 het stadhuis, ten gevolge van een bombardement, in brand gevlogen. Daarbij gingen het stadsarchief en de rijke stadsbibliotheek in de vlammen op. Het enige wat bewaard bleef waren enkele zegelbrieven, rentenboeken, iconografische documenten en kaarten die permanent in het museum tentoongesteld lagen en een gedeelte van het politiearchief en van het archief van de technische dienst, die zich in de gewelfde ruimten op de gelijkvloerse verdieping van het stadhuis bevonden. Na de heropbouw van het stadhuis en de aanstelling van Diomède Grootjans tot stadssecretaris zou er jarenlang geen archivaris meer benoemd worden. De opeenvolgende stadssecretarissen bleven weliswaar bevoegd voor het in goede orde bewaren van de stedelijke archieven, doch meer dan het op de burelen van de respectievelijke diensten bewaren van het moderne archief bleek dit niet te betekenen. Op de zolder van de nieuwe achterbouw werd een klein, houten 'archieflokaal' in mekaar getimmerd als bergruimte voor de ingebonden reeksen Staatsbladen en enkele bestuurlijke reeksen. Pas na de Tweede Wereldoorlog veroverden de eerste archiefdozen opnieuw de zolder van het stadhuis, waar voor dat doel enkele houten rekken werden geïnstalleerd. Van een inventaris of van enige toegankelijkheid voor historisch onderzoek was nog lang geen sprake. De archiefwet van 24 juni 1955 legde de gemeenten die weinig zorg droegen voor hun archief van meer dan 100 jaar de verplichting op deze archieven te laten overbrengen naar het Algemeen Rijksarchief. Verscheidene deelgemeenten droegen tijdens de daaropvolgende jaren zowel kerk- als gemeentearchieven over aan het Rijksarchief te Gent en later te Beveren. Het stadsarchief van Dendermonde werd in de loop van de zestiger jaren door een firma geklasseerd volgens het N.D.C-systeem. Daarnaast verzamelde ook de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde oude archiefbescheiden en drukwerk betreffende zijn werkgebied. (Wordt vervolgd)
 
  
  03-01-2009 om 00:00 
geschreven door jempi
 |