|
Bij het opruimen van bijzondere teksten kon ik deze niet zomaar op een hoopje gooien. Vandaar een nieuw leven geven aan deze tekst en doorheen de tekst misschien ook levengevend. Maaarten.
Jean, een jongeman van 20 jaar had de reputatie van zijn ouders schade toegebracht. "Jean, ga uit mijn ogen, ik wil niet dat je nog een voet in dit huis zet",zei zijn vader.
En Jean is vertokken, met de dood in het hart.
Wat later zij hij tot zichzelf: "Het is waar. Ik ben echt een stuk vuil, een smeerlap. Ik ga mijn vader vergiffenis vragen."
Maar omdat hij schrik had dat zijn vader hem aan de deur zou zetten, schreef jij hem een brief.
"Papa, je hebt gelijk, ik heb je naam besmeurd en ik vraag vergiffenis. Ik zou toch zo graag terug naar huis komen."
"Daarom schrijf ik je deze brief. Zonder adres, omdat ik schrik heb dat je me niet meer wil zien.
Maar als je me toch kan vergeven, -vader, ik smeek het je - knoop dan een witte halsdoek aan de laatste appelaar op de laan naar ons huis."
Enkele dagen later zocht hij zijn broer en beste vriend Marc op. "Marc", zei hij, "Je moet me vergezellen naar huis. Ik rij tot 500 meter van onze woning en dan neem jij het stur over. Ik ga op de passagierszetel zitten en zal mijn ogen sluiten. Dan daal je langzaam de laan naar ons huis af. Als er een witte handdoek hangt dan kom ik nooit meer naar huis".
Zo gezegd, zo gedaan. Op 500 meter geeft Jean het stuur aan Marc en ze rijden samen traag de laan af, tot aan de laatste appelaar voor het huis. "Marc, ik smeek je, heeft mijn vader een witte zakdoek aan de appelaar gebonden",vraagt Jean. En Marc antwoordt:"Nee, Jean er hangt niet één witte sjaal aan de appelaar, maar de hele laan hangt vol met honderden witte halsdoeken."
|