Noemt men het officieel een loods, voor mijn vader was dit 'het kot', de plaats waar hij altijd bezig was als hij niet op het land was. Het kot stond dan ook vol met allerhande machines, de meeste zelf gemaakt met bv. een gerecycleerde motor. De plaats waar hij laste en zo dingen maakte als poorten. De plaats waar hij jaren doorbracht met het herstellen van wagens voor familie en vrienden. De plaats waar hij aan het foefelen was. Kwam iemand langs, dan was het antwoord van moeder steevast: hij zit wellcht in het kot als je hem niet ziet op het land... Dit alles is nu voorbij en het kot heb ik nooit zo leeg gezien. Amaai de huurders van hun nieuwe woning die enkel er hun wagen in kwijt kunnen.
Op foto zie je de poort en de rozenboog die hij maakte. een gelijkaardige veel grotere poort bevond zich naast de woning aan de voorkant met een lange oprit. Daar wachten vooral op zaterdagnamiddag vele wagens hun beurt af...


|