Bij de oprichting van het Koninklijk Escorte in de schoot van de Rijkswacht in 1938 kreeg de kunstenaar-tekenaar James Thiriar de opdracht een uniform voor de ruiters te ontwerpen. De kunstenaar inspireerde zich op het groot-uniform van de gendarmerie van vóór 1914. De nieuwe praalkledij werd door de Koning goedgekeurd op 20 mei 1939 en viel onmiddellijk in de smaak bij de bevolking. Vooral de berenmuts wekte verbazing en bewondering op.
Vandaag dragen de ruiters van het Koninklijk Escorte nog steeds hun oorspronkelijke uniform en de zwarte berenmuts die vooraan versierd is met een goudmetalen koningskroon. De ruiters beschouwen het als een eer de berenmuts te mogen dragen omdat die steeds het hoofddeksel voor de keurtroepen is geweest. Sinds 1792 droegen de Franse eliteruiters zo een hoofddeksel en toen in 1801 de toenmalige rijkswacht de consulaire wacht vormde, verwierf ook zij het privilege de berenmuts te dragen. De berenmutsen zijn nog origineel en dus gemaakt in echte berenhuid. De Belgische berenmuts is klompvormig, de Engelse daarentegen is eivormig
De 132 paarden van het Koninklijk Escorte zijn niet exclusief voorbehouden voor dit Escorte. De Rijkswacht zette de ruiters en hun paarden ook in als gespecialiseerd operationeel steun bij operaties openbare orde (bijvoorbeeld handhaving openbare orde, begeleiding van risicosupporters enz.) Daarnaast kunnen de lokale overheden en politiediensten de cavalerie ook vragen ter ondersteuning van lokale acties. Deze acties kunnen openbare orde betreffen maar ook toezichtpatrouilles te paard in de stad, in de beboste streken of aan het strand. Dergelijke patrouilles werken vooral preventief en ontradend.
Na de voorspits volgt het trompetterkorps, dat met trompetgeschal de komst van het escorte aankondigt. Deze veertien "muzikanten te paard" berijden schimmels, uitgezonderd de paukenist op zijn bontpaard, en kennen een uitgebreid repertorium van cavaleriemuziek zoals marsen en signalen. Deze marsen zijn vooral gebaseerd op de marsen van de Franse Republikeinse Garde zoals bvb Le Cocardier, Spahis, Commodore en talloze andere marsen.
Let wel deze muzikanten werden allen geschoold binnen de schoot van de Rijkswacht. Het gros van hen (en ik durf zelfs te stellen alle Trompetters) hadden voor zij toetraden tot het korps nog nooit een trompet in de hand gehad. Als je dan ziet dat ze op stap, in draf en zelfs in galop op de trompet spelen dat vraagt toch enige bewondering.
Zij worden vooral ingezet voor de klassieke opdrachten van ordehandhaving (massaevenementen zoals Rock Werchter, voetbalwedstrijden), klassieke patrouilleopdrachten in de lokale zones.
Daarnaast voeren zij de ceremoniële diensten van het Koninklijke Eskorte te paard uit. De zogenaamde Grote en Kleine Eskortes. Een Groot eskorte is een officieel bezoek van het staatshoofd van een vreemd land aan onze Vorst hetgeen dan met luister wordt bijgezet door de aanwezigheid van het Eskorte te Paard. Een klassiek scenario hierbij is de opwachting van het bezoek aan het Parlement te Brussel vanwaar het verder wordt geëscorteerd naar het Koninklijk Paleis. Daarna volgt een bezoek en bloemenhulde aan het graf van de Onbekende Soldaat waarna het bezoek wordt teruggebracht naar het paleis. Een mooi voorbeeld van zo'n Groot Eskorte zie je op de Nationale Feestdag.
De zogenaamde Kleine Eskortes worden gehouden voor ambassadeurs die hun geloofsbrieven afgeven bij de Vorst. Deze worden opgewacht in de Hertogstraat en vandaar begeleidt naar het Paleis alwaar zij worden opgewacht tot hun vertrek. Recent gebeurt dit ook op het Paleis te Laken. We spreken hier telkens van diensten waarbij de ruiters zo'n 5-6 uur te paard zitten.
Zeker voor de Kliek (zo wordt het Trompetterkorps genoemd) betekenen dit 5 uren van stilzitten en star voor zich uitkijken enkel onderbroken voor het spelen van een aantal sonneries zoals 'Te Velde', 'De Oproep', 'Geeft Acht', 'Mars Te Paard' of het spelen van een Cavaleriemars zoals 'Lansiers', 'Fanfare de l'escorte Royale', 'Chasseurs d'Afrique',...
Een andere, zij het wat plezantere, opdracht van de Kliek was PR. PR voor de Rijkswacht in het algemeen en de Cavalerie in het bijzonder. Zij brengen 'shows' die zo'n 15' duren en waarbij muziek wordt afgewisseld met de klassieke rijbewegingen te paard. Dit alles wordt gereden met slechts één hand aangezien men de trompet in de andere hand dient te houden. Dit gebeurt niet zo heel vaak aangezien aan deze optredens veelal een prijskaartje hangt! Zo waren zij in het verleden reeds te zien op vele Taptoe's (Brugge, Antwerpen, Sint Truiden,...), jumpings,... maar ook in het buitenland waren zij reeds te gast (Nederland en Oostenrijk).
Een andere dienst die wordt uitgevoerd is het eerbetoon. Deze dienst wordt te voet uitgevoerd in Gerechtelijk uniform. 2 trompetters brengen op verzoek van de familie hulde aan een overleden korpslid. Zo wordt er 'Te Velde' en de ' Laatste Groet' gespeeld. Zeer emotioneel, zelfs voor stoere binken.
Dit alles wordt momenteel geleid door Eerste Opperwachtmeester Meyers, Eerste Wachtmeester Vanosmael die samen met Eerste Wachtmeester Horten de rechterhand zijn van de 'Chef KLiek'. Zij zorgen er met z'n allen voor dat, ondanks de enorme toevloed van operationele diensten, het peil van de Kliek op een aanvaardbaar niveau wordt gehouden. Zij doen dit natuurlijk met een door de Rijkswach-lepel ingegeven doorzettingsvermogen en zin voor creativiteit.
Tekst Johan Van Gucht
|