In het warmste plekje in je hart, schijnt een heel klein lief lichtje. Het beschijnt al de pijn en de smart, en verlangt zo gretig naar een gedichtje.
Dat lichtje vraagt om veel aandacht, het wordt soms zwakker of sterker. Het is ook dat lichtje dat vraagt om kracht, de kracht in je van een stoere werker.
Mijn lichtje wil zeker blijven branden, het wil ook buiten het hart schijnen. Het wil een reis maken door alle landen, waar nooit de vrede zal verdwijnen.