De tijd die nog rest voor ik naar Santiago vertrek begint te korten. Tijd dus om eens stil te staan bij de redenen waarom ik zo nodig enkele maanden aan 1 stuk moet gaan stappen naar een plaats die voor mij nooit veel betekend heeft. Het is mij dan ook niet om de plaats, Santiago De Compostela, te doen.
Een heel leven lang wordt een mens zijn tijd geregeld, gepland en gestuurd door allerlei factoren: naar school gaan, studeren, werken, enzovoort. Vakanties zijn er wel, maar die zijn kort en dus moet het maximum eruit gehaald worden, want het werk wacht. Werken voor de boterham, werken voor sociale doelen en werken thuis en in de tuin.
Als je dan met pensioen gaat denk je: nu gaan we er eens echt van genieten en enkel de dingen doen die we graag doen: reizen, toneel spelen, in de tuin werken, samenzijn met vrienden en familie en van de kleinkinderen genieten, .... Een paar jaren geleden had ik een reportage gezien over pelgrims die naar Santiago trokken vanuit alle uithoeken van Europa, en dacht toen: als ik met pensioen ben zou ik dat ook wel willen doen. Het leek mij een geweldige sportieve uitdaging. Nicole zou het niet zo graag hebben, maar ik weet dat ze me zeker zou steunen en achteraf heel fier zijn op mij, al zou ze nooit zelf meegaan.
Nicole verliezen was het ergste wat mij kon overkomen, maar het is gebeurd. Reeds enkele weken na haar dood heb ik de idee om naar Santiago te stappen terug opgenomen, maar nu met een totaal andere motivatie. Ik vind het nog altijd een uitdaging op fysiek vlak, maar ik wil het nu vooral doen met Nicole in mijn gedachten. Deze tocht moet mij terzelfdertijd laten nadenken over hoe ik verder wil gaan in de komende jaren. Daarnaast wil ik de tijd nemen om te genieten van de natuur waar ik doorstap, genieten van het gezelschap van medepelgrims en mensen waar ik mag overnachten, kortom: mij onderdompelen in het avontuur. Bij dat alles zal Nicole nooit ver weg zijn.