Waar is de grond onder mijn voeten.
Pijn.
Nachtmerrie.
Niets voelt nog normaal.
Geen eilandjes om te rusten.
Alle leven verdween. De neutronenbom viel.
Weg is de zon, weg warmte, weg vriendschap, weg die ene hand... de enige echte.
Weg de ogen die je vertrouwde, weg de lach geruststellend, alles wat leven was stierf. Met jou.
Alle stellingen vielen om.
De bodems begaven.
De schreeuw zwijgt niet meer... en als die zwijgt... zwijgt alles... als de dood.
Dit is wat is.
Ik werd die astronaut die door het ijle zweeft tot de dood erop volgt... los van de basis... los van dat wat leven liet beleven.
En toch praat ik nog... maar 't zijn allemaal dovemansoren die doen alsof ze luisteren.
Al die ik meende te kennen werden beangstigend vreemd.
|