Opgesloten in een ijsklomp. Het voelt in feit niet als 'opgesloten' of gevangen zitten. Eerder als een 'toestand'. Een transformatie. Een nieuw zijn wat allesbehalve als 'zijn' voelt.
En toch is er die dag een flits van warmte gevoeld, een connectie, een draadje ultradun met één van allen die je niet meer kan voelen. Een glimpje van het warme voelen, en dankbaarheid naar die het veroorzaakte.
Verder dan dat en haar ging het niet. Andere armen die me omvatten, niet voelbaar... het ijs weer kompleet en die ermee vergroeid is.
Is het een soort geïntegreerd niet meer geloven in meevoelen, in mensen? Net als vroeger? Met dit verschil dat het ijs van nu de pijn van toen, vroeger, buitenhoudt?
Het verstand legt op die glimp te onthouden, niet te vergeten hoe het voelde, hoe er met haar 'opnieuw' bereik was.
|