Zo handig zou het zijn om maar een knopje hoeven om te draaien om je gedachten te stoppen. Je duwt ze weg, iedere keer opnieuw. Toch blijven ze als een ondergeduwde bal volle kracht telkens terug op te duiken.
Die smalende reactie van die ene, zo onverwacht. Het was een schok. Ik begreep die niet.
Of het uitblijven van een antwoord van die ander.
Ik moet er niet om malen en dat wil ik ook niet, maar ondertussen 'blijft' het wel 'malen' in dat vervloekte brein van me.
Zoveel dat me angst aanjaagt. Het voelt of ik minder dan ooit begrijp van wat ik waarneem.
Er niemand meer is die ik kan raadplegen, waarmee ik die immense vertwijfeling kan delen (waardoor ze afgezwakt werd/wordt?).
Waarom voel ik me opnieuw belaagd, bedreigd? Met dit verschil dat ik anders dan vroeger helemaal verdwijn, vervaag. Door het wegduwen?
Ik wil liever kunnen 'loslaten' dan 'wegduwen'. Omdat wegduwen, vermijden, ontkennen vermoedelijk net dit resultaat van vervreemding aanzwengelt.
Onzichtbaar, een vreemdelinge, een volslagen onbekende werd ik... voor mezelf. En misschien ook voor anderen?
Ik kan daar geen hoogte van krijgen. De anderen voelen net zo vreemd als ikzelf. En wanneer er 'bereik' is... dan duurt dat zolang dat ze er zijn... degene waar ik dat bereik af en toe nog kan bij voelen. Soms zindert het nog na, meestal niet.
Een waarachtig klankbord, iemand die praat, authentiek is... en mij ziet, kent.
Het is een zo naar dat gevoel niet te bestaan.
|