xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Rijkleding
Rij laarzen
Een cap (pet) voor de bescherming van je hoofd.
Een zweep
Als je naar de manege gaat zal je als eerst je paard van stal moeten halen. Door zijn naam te noemen merkt je paard dat je in zijn stal bent . Je begroet hem om hem te aaien en lieve woordjes tegen hem te zeggen. Het paard zal dan met zijn hoofd naar jouw richting staan en dan kun je hem makkelijk opzadelen.
Wat heb je nodig om je paard op te zadelen?
· Een hoofdstel, een hoofdstel bestaat uit een neusriem, een keelriem en een bit.
· Een zadel, een zadel bestaat uit een stijgbeugel, een achterboom, een zadelknop en een beugelriem.
Je moet het paard goed en op de juiste wijze opzadelen voordat je gaat rijden. Ook de teugels zijn daarbij belangrijk. DE teugels maak je vast aan zijn hoofd en door zijn mond. Zonder een hoofdstel kun je niet sturen en ook niet met je paard praten. Door aan de teugels te trekken kun je met je paard praten. Zo zorg je ervoor dat jij de baas bent over je paard.
Opstijgen
Het is niet zo gemakkelijk om op de rug van een paard te klauteren. Het is belangrijk dat je lenig bent en de techniek van het opstijgen goed beheerst. Als eerst zet je jouw rechtervoet op je stijgbeugelen dan moe t je de achterboom(het achterste deel van de zadel) . Vasthouden. Laat dit zien aan de kinderen
Het paard rijdenxml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />
· Als je aan beide teugels tegelijk trekt dan weet je paard dat hij moet stoppen met lopen, draven of galopperen.
· Als je aan de linker teugel trekt dan weet je paard dat hij naar links moet.
· En als je aan de rechter teugel trekt dan weet je paard dat hij naar rechts moet.
· En als je paard wat tikjes en schopjes geeft en je blijft zitten op je zadel dan gaat hij galopperen.
· Geef je paard schopjes dan weet hij dat hij moet gaan draven. En luister hij niet dan geef je hem een tik met je zweep. Doet hij dat niet dan probeer je het weer opnieuw.
Wanneer je klaar bent met paardrijden geef je, je paard een klopje een klopje om hem te bedanken en je mag ook lieve woordjes tegen hem zeggen. Ik zeg altijd bedankt voor het rijden..
Dan breng je hem naar stal. Dan doe je het zadel af, dan zet je zijn halster om. Is je paard bezweten dan pak je wat stro en dan wrijf je hem droog. Ook zijn bit moet je met een spons en water schoonmaken. Het hoofdstel en het zadel moeten naar de zadel kamer. Dan begroet je het paard tot de volgende keer.
Hoe moet je de teugels vasthouden?
Houd in elke hand een teugel vast. Ze moeten even lang zijn en even strak zijn. Je duimen staan omhoog en je ellebogen hangen langs je lichaam.
Als je wilt gaan paardrijden heb je een aantal spullen nodig. Die zijn: paardrijlaarzen, paardrijbroek, cap. , zweep en een tas met borstels. Als het koud is heb je nog nodig een bodywarmer of jas en handschoenen.
Wat ik nodig heb voor het paard rijden.
Als je wilt gaan paardrijden heb je een aantal spullen nodig. Die zijn: paardrijlaarzen, paardrijbroek, cap. , zweep en een tas met borstels. Als het koud is heb je nog nodig een bodywarmer of jas en handschoenen.
Opstijgen en afstijgen
Als ik het paard naar de bak breng mag ik er nog niet op gaan zitten. In de bak mag ik pas opstijgen. Het paard moet in het midden van de bak staan. Ik doe dan eerst de stijgbeugels naar beneden en maak de stoot vast. Opstijgen doe je altijd aan de linkerkant van het paard. Als je wilt afstijgen dan moet je weer in het midden staan en je stijgt weer aan de linkerkant af. Je moet in het midden staan met je paard omdat, dat veiliger is want er kan nog iemand rondjes rijden in de hoefslag.
Afzadelen
Als de les is afgelopen, dan kan het zijn dat het paard nog een les door gaat. Als hij niet meer hoeft te lopen dan moet ik hem afzadelen. Ik breng hem dan naar de stal en zet hem in zijn eigen box. Ik doe zijn zadel en hoofdstel af, en doe zijn winterdeken weer om. Hij mag het niet koud krijgen, want door het rijden is hij bezweet en wordt dan ziek. Hierna geef ik hem altijd wat lekkers, appel, wortel, brood of paardenbrokken.
|