1. Zal ik gelukkig in het huishouden zijn ? 2. Zal ik rijk worden ? 3. Zal ik een hoge leeftijd bereiken ? 4. Zal ik weldra een erfenis krijgen ? 5. Denkt hij ( of zij) die ik bemin aan mij ? 6. Zal mijn vraag ingewilligd worden ? 7. Zal mijn ziekte genezen ? 8. Zal ik mijn lange haren behouden ? 9. Kan ik op mijn vrienden rekenen ? 10.Bestaat er vrees oud te worden voor mijn nakomelingen ? 11.Hoeveel kinderen zal ik krijgen ? 12.Zal mijn eerste kind een jongen zijn ? 13.Wat moet ik in het leven het meeste vrezen ? 14.Zal ik weldra die langverwachte brief ontvangen ? 15.Zal de zaak waar ik mee bezig ben lukken ? 16.Wordt ik wezenlijk bemind ? 17.Zal mijn positie weldra verbeteren ? 18.Welk weer zal het morgen zijn ? 19.Zal ik ooit gedekoreerd worden ? 20.Zal ik lang een bloeiende gezondheid genieten?
Om het orakel te raadplegen :
1
6
4
6
2
6
5
6
3
Hoe werkt het ?
U kiest één van de 20 ,hiervoor opgesomde vragen ( onthou het nummer van uw vraag goed).
U neemt vervolgens een poltlood of gebruik uw vinger en duid met gesloten ogen in bovenstaande tabel één van de vakjes aan. U opent de ogen en kijkt welk nummer u hebt aangeduid.
Ga vervolgens naar : Antwoord van het orakel ( een beetje verder vindt u de tabellen) en kijk in de tabel die het door u aangeduide nummer draagt, naar het antwoord van de door u gestelde vraag (nummer van de vraag dat u moest onthouden).
Zo dit was het ! Veel geluk en plezier !
ANTWOORD VAN HET ORAKEL : TABEL 1
1. ja, maar moedig zijn. 2. nooit of nimmer. 3. wanneer gij u verzorgt. 4. van iemand waar gij het minst aan denkt . 5. zeer weinig. 6. ja, doch haast u. 7. langdurig. 8. gebruik goeie zalf. 9. zeer zelden. 10. neen, tenminste als ge oppast. 11. vier-en-twintig. 12. buitengewoon, prachtig. 13. gij zelf. 14. overmorgen. 15. daar kunt gij op rekenen ! 16. meer dan ge zelf wilt. 17. helemaal. 18. 't zal gieten. 19. mits goed te betalen. 20. Als ge niet in de tocht loopt.
TABEL 2
1. Helaas ...nee of ge moet van karakter veranderen. 2. door uw werk. 3. na een ziekte, waarvan gij veel schrik zult hebben. 4. binnen enkele jaren. 5. zij houdt u voor de gek. 6. een beetje wachten. 7. met een goede dokter. 8. binnen tien jaar zult ge het er noig over hebben. 9. meer dan je kunt nodig hebben. 10. neen, als ge goed eet. 11. acht en twee tweelingen. 12. allerprachtigst. 13. uw beste vriend. 14. nooit. 15. ja, na zeer veel moeite. 16. twijfelen zou een misdaad zijn. 17. veel verbeteren. 18. uitstekend. 19. reken niet op uw voorspreker. 20. gans uw leven.
TABEL
1. eeuwig en altijd. 2. wanneer gij sparen kunt. 3. als ge oefeningen doet. 4. in het geheel niet. 5. men bewondert u. 6. zeker en vast. 7. binnen enige tijd. 8. zij zullen heengaan met uw illusies. 9. lijk op u zelf 10. niet als ge voorzichtig zijt. 11. elf. 12. als zij gen dochter is. 13. uw verlangen om te schitteren. 14. in de preek. 15. na veel moeilijkheden. 16. men houdt u voor de gek. 17. met debehulp van een invloedrijk persoon. 18. oprecht puik. 19. dat zal komen. 20. ge oefent niet genoeg.
TABEL 4
1. dat hangt van u af. 2. kolossaal ! 3. ja, maar niet zoveel eten; 4. ' t zal komen, 't zal komen. 5. ah ! neen ! 6. geen enkele ! 7. als ge doet wat daar voor nodig is. 8. uw hoofd gelijkt op een biljartbal. 9. beter het te weten dan niet. 10. niet als ge uw medicijnen neemt. 11. zes. 12. neen, zeg. 13. uw slecht karakter. 14. op de post gaat veel verloren. 15. deze niet, maar een andere zal komen. 16. voor u zelf. 17. als ge wat moeite doet. 18. vergeet uw paraplu niet. 19. ge zijt er heel slecht aan begonnen. 20. eet wat minder gulzig vlees.
TABEL 5
1. pas op voor een blonde man. 2. minder verteren; 3. men zal u moeten doodslaan. 4. ja, als ge den ouderdom wat meer eerbiedigt. 5. als zij niets anders te doen heeft. 6. 'k zou ervan verschieten. 7. ja maar binnen enige tijd. 8. zij zullen uitvallen, maar zij zullen terug komen. 9. als zij er tijd voor hebben 10. neen, of het zou moeten tegenslagen. 11. twaalf minstens. 12. inderdaad, zeer schoon. 13. uw aard. 14. reken er niert meer op. 15. neen, doch het zal uw schuld zijn. 16. tot ge er gek van wordt. 17. ja, doch gij doet er niemendal voor. 18. heet, onweer, regen enz... 19. afgelopen! Denk er niet meer aan. 20. drink geen alkohol.
TABEL 6
1. gedurende gans uw leven. 2. ja, maar van systeem veranderen. 3. minder bommelen. 4. gij zult niets erven dan de deugd van uw voorvaderen. 5. gans de dag. 6. ge kunt altijd eens proberen. 7. zeer spoedig. 8. als ge ze wat meer kuist. 9. op geen enkele. 10. daar is veel kans voor door uw eigen schuld. 11. drie tweelingen. 12. dat is altijd zeker. 13. uw uitgaven. 14. ge kunt nog maanden wachten. 15. half en half. 16. als ze tijd hebben zou 't kunnen zijn. 17. niettegenstaande al uw gebreken. 18. t' zal blaaskes regenen. 19. binnen zekere tijd. 20. als ge uw zelf goede gadeslaagt.