Krijg als (gewezen) leerkracht Nederlads maar eens zo'n titel in je nuchtere maag gesplitst op een winterse zaterdagmorgen, de dag waarop bovendien in Den Haag het Groot Dictee van de Nederlandse Taal op de Binnenhofagenda staat. Als ik in De Morgen van 17 december 2016 de uitspraken van Saskia De Coster en Hans Bennis, directeur van de Nederlandse Taalunie, erop nalees, dan word ik meteen overmand door een gevoel van diepe ontgoocheling maar evenzeer door onbegrip en zelfs enige boosheid. Ann De Craemer tracht de boot nog wat af te houden en trekt een mistgordijn op van 'niet voor maar ook niet tegen'.
Ja, ik ben ontgoocheld, omdat het te grabbel gooien van de spelling een zoveelste toegeving is aan de toenemende nivellering en latverlaging op tal van domeinen, onder andere op dat van onderwijs. Spelling is voor het geschreven woord wat uitspraak is voor het gesproken. Ik vraag mij af of ons trio op dat vlak dan dezelfde 'normen' hanteert. Helemaal niet belangrijk, zwaar overschat, hinderlijke bijkomstigheid, schaf de spellingregels af, ... en meer van dat moois moet ervoor zorgen dat de spelling weldra uitgerangeerd wordt. Dat zal sowieso gebeuren, meent Ann De Craemer, die de sms-taal van de jongere generatie en de daaraan inherente spellingvrijheid binnen afzienbare spontaan ingeburgerd ziet. De Tieltse schrijfster blaast koud en warm door enerzijds het bestaan van spellingregels nog enigszins te verdedigen om er dan meteen bij te vermelden dat het huidige systeem met z'n vele uitzonderingen op de regels niet houdbaar zal blijken. Saskia De Coster en Hans Bennis daarentegen gaan er met de grove borstel door en willen simpelweg af van de spellingregels. Echt betreurenswaardig. Wie zich niet stoort aan spelfouten in de media, in onderschriften op tv, in proefschriften van studenten, in sollicitatiebrieven en verslagen, in romans en essays, ... die is mijns inziens niet goed bezig. Een dergelijke lamentabele houding manifesteert zich echter niet louter op het gebied van spelling maar blijkt in tal van maatschappelijke domeinen opgang te maken. Denk maar aan het verkeer, waar een flink deel van de burgers liever de wetten met de voeten treedt dan ze na te leven, ook al resulteert dat gedrag dagelijks in tal van ongevallen en in een massa menselijk leed. Vanaf 1 januari 2017 mag je in Vlaanderen slechts 70km/h rijden buiten de bebouwde kom. Meteen rijst bij een massa automobilisten meteen de vraag: en waarom? Omdat het zo in het verkeersreglement staat, luidt het eenvoudige maar voor velen onbegrijpelijke en niet te pruimen antwoord. Pannenkoek schrijf je met tussen-n. Waarom? Omdat de spellingregel dat zo voorschrijft ... En zo zijn er huur- en subsidiereglementen, voetbal- en schaakreglementen, school- en kiesreglementen, en noem maar op. Overal geldt dezelfde afspraak: de regels moeten nageleefd worden, dus ook als het over spelling gaat. Akkoord dat het nog wat eenvoudiger, verfijnder en logischer kan, maar de regels afschaffen? Nee, dat leidt gegarandeerd tot chaos. Iedereen herinnert zich beslist nog de clash tussen voorkeurspelling en progressieve spelling.
Op één punt moet ik de drie critici wel gelijk geven: wie het Groot Dictee wint, is geen taalvirtuoos maar iemand met een fantastisch geheugen, iemand die alle probleemwoorden netjes van buiten heeft geleerd. Zoals eerder dit jaar een Nieuw-Zeelander die geen woord Frans kent, het wereldkampioenschap scrabble voor Franstaligen won, nadat hij gewoon de woordenlijsten gememoriseerd had.
|