Angeltjes
10-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Gelijke-Kleur illusie

 


Credit: Edward H. Adelson, Wikipedia 
Hebben de velden A en B dezelfde kleur? Dat hebben ze inderdaad. Echt waar.
HIER klikken, om dat na te gaan in een afbeelding waarin de twee velden met elkaar zijn verbonden. Bent u niet overtuigd ? Wij ook niet. Maar we laten de wetenschappers verder gaan met hun uitleg :
Het bovenstaande gezichtsbedrog, dat bekend staat als de gelijke-kleur illusie, laat zien dat puur menselijke waarnemingen in de wetenschap soms dubbelzinnig, onnauwkeurig, of zelfs onjuist kunnen zijn. Zelfs een schijnbaar zo directe gewaarwording als de relatieve kleur van twee objecten. Vergelijkbare optische illusies treden op aan de hemel, zoals de afmeting van de Maan nabij de horizon, of the schijnbare vormen van astronomische objecten. Met de komst van geautomatiseerde, reproduceerbare meetapparatuur (detectoren) zoals CCDs is het bedrijven van wetenschap in het algemeen en sterrenkunde in het bijzonder een stuk minder vatbaar geworden voor — maar niet geheel vrij van — op menselijke gewaarwording berustende illusies. Bent u nu overtuigd ?  Wij niet.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manten weet van wanten : de CD&V - Vriendjes

 

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Figuren uit de mini & maxi Vlaamse Beweging : Filip de Pillecijn (1891 - 1962)

 

De Pillecijn in 1925 

De Pillecyn studeert in 1914 af in de Germaanse filologie aan de Leuvense universiteit. Bij het begin van de vijandelijkheden wijkt hij uit naar Nederland. In 1915 komt hij als oorlogsvrijwilliger aan het front terecht. Hij wordt secretaris van de Legervergadering van de Frontbeweging en plaatsvervanger van ‘ruwaard’ (leider) Adiel Debeuckelaere. Samen met Hendrik Borginon schrijft hij in 1917 het pamflet Vlaanderens dageraad aan den IJzer. Aan het front schrijft hij ook een twintigtal gedichten, die na de oorlog uitgegeven worden.

In 1919 wordt De Pillecyn redactiesecretaris van de krant De Standaard. Hij wordt een van de leiders van het VOS en neemt mede het initiatief tot de IJzerbedevaarten. In 1922 verlaat hij De Standaard omdat de krant te minimalistisch is in zijn ogen. In 1926 wordt hij leraar. Hij publiceert nu romans en novellen.

Na de Duitse inval in mei 1940 sluit de Pillecyn zich aan bij het VNV en de DeVlag. In augustus 1940 ondertekent hij de oproep van VNV-leider Staf de Clercq tot een brede Vlaamse volksbeweging. Op 13 oktober 1940 wordt hij benoemd tot lid van de Vlaamsche Cultuurraad, waarvan hij samen met DeVlag-leider Jef van de Wiele de facto de leiding heeft. In mei 1941 wordt hij benoemd tot directeur-generaal voor het middelbaar onderwijs.

In september 1944 wordt De Pillecyn afgezet als ambtenaar en in 1947 tot tien jaar hechtenis veroordeeld. Hij komt in juli 1949 vrij. Van 1957 tot 1960 is hij lid van het IJzerbedevaartcomité. Zowel tijdens als na zijn gevangenschap blijft hij een productief auteur, met onder meer romans als Mensen achter de dijk (1949) en De veerman en de jonkvrouw (1950).

@ Nieuwe Encyplopedie Vlaamse Beweging


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van toen naar nu - 14

 


De Raad van Vlaanderen in vergadering te Brussel

4 februari 1917

Op de Vlaamsch Nationale Landdag te Brussel vindt na moeizame onderhandelingen tussen verschillende activistische organisaties de oprichting van de Raad van Vlaanderen plaats. Uit het gezelschap van 128 aanwezigen worden de eerste 50 leden van de Raad aangewezen. Dit alles gebeurt zonder publieke ruchtbaarheid.

De Raad fungeert als vertegenwoordigende vergadering met wetgevende bevoegdheden en is het centrale orgaan dat de activistische politiek moet sturen en de samenwerking met de Duitse bezettingsautoriteiten moet verzekeren. Van een zelfstandig optreden is geen sprake. De Duitsers laten daarvoor geen speelruimte.

In de Raad hebben zowel de radicalen van de groep Jong Vlaanderen, die een licht overwicht hebben, als meer gematigde activisten, unionisten genoemd, zitting. De eersten zien de Raad als de kern van het parlement en de regering van het toekomstige soevereine Vlaanderen en rekenen daarvoor op een overwinning van Duitsland. De gematigden willen niet verder gaan dan een opportunistische samenwerking met de bezetter om bepaalde doeleinden te verwezenlijken (zoals de vernederlandsing van de Gentse universiteit en de bestuurlijke scheiding van de ministeries). Alhoewel in de aanloop naar de oprichting van de Raad beide groepen het eens raken over de formule "de Vlamingen vragen voor Vlaanderen volledige en algehele zelfstandigheid en autonomie", zal het eindeloze gepalaver over de ideale staatsvorm voor Vlaanderen (koninkrijk of onderdeel van een federaal België) haar werking sterk belemmeren.

3 maart 1917

Een delegatie van de Raad van Vlaanderen, gedomineerd door de radicalen van Jong Vlaanderen, wordt in Berlijn ontvangen door rijkskanselier Theobald von Bethmann-Hollweg.

De delegatie verlangt een zelfstandig en soeverein Vlaanderen, hoewel de bezetter geen geheim maakt van zijn reserves. Uiteindelijk doet de rijkskanselier nauwelijks toegevingen: hij bevestigt enkel dat nog tijdens de bezetting zal worden overgegaan tot een scheiding van de centrale besturen.

Dit is het eerste openbare optreden van de Raad. Het bezoek verwekt heel wat verontwaardiging bij de publieke opinie en doet verder afbreuk aan de reeds geringe sympathie waarop de activisten kunnen rekenen.

De afvaardiging die aan de Rijkskanselier in Berlijn de Vlaamse wensen ging overbrengen op 3 maart 1917
V.l.n.r.: Vernieuwe, Dumon, Van den Broeck, Borms, Lambrichts, Tack, Kapitein von Harrach en Ver Hees.
   

21 maart 1917

Gouverneur-generaal Moritz von Bissing kondigt de volledige bestuurlijke scheiding van Vlaanderen en Wallonië af.

Op 25 oktober 1916 was reeds een eerste stap in die richting gezet door de splitsing van het ministerie van kunsten en wetenschappen. Geleidelijk worden alle departementen administratief gesplitst, althans op papier. De Duitse bezetter, beducht voor bestuurlijke chaos, remt de uitvoering herhaaldelijk af. Voor de activisten is het de gedroomde gelegenheid om een goed betaalde baan bij de overheid te bemachtigen. Dikwijls komen ze in de plaats van gedeporteerde ambtenaren die de maatregel hadden bekritiseerd. Dit alles is weinig heilzaam voor het imago van het activisme. De regering in Le Havre vaardigt op 8 april een besluitwet uit die medewerking aan de "vervorming van de instellingen" door de vijand strafbaar maakt.
 
30 april 1917

In Den Haag wordt het Vlaamsch-Belgisch Verbond boven de doopvont gehouden.

Deze vereniging van Vlaamse uitgewekenen staat feitelijk onder leiding van Julius Hoste (jr.) en Frans van Cauwelaert. Haar doelstellingen zijn het flamingantisme leiding geven en de activistische invloed tegengaan. Zo eist de vereniging gelijkheid in rechte en in feite van Vlamingen en Franstaligen en de erkenning van de taaleenheid van Vlaanderen. De tussenkomst van de Duitse bezetter moet worden geweigerd.

Op de landdag van 4 maart 1918 formuleert het Vlaamsch-Belgisch Verbond een politiek programma. Centraal staan de vernederlandsing van het onderwijs, de openbare besturen en het rechtswezen, de indeling van het leger in Vlaamse en Waalse eenheden, en de aanpassing van de centrale besturen. Deze eisen vormen de kern van wat na de oorlog door Frans van Cauwelaert als minimumprogramma naar voren wordt geschoven.

 
11 juli 1917

De eerste Open Brief van de Frontbeweging verschijnt.

Het is de eerste uitvoerige klacht over de taaltoestanden in het leger waarin het wantrouwen tegenover de militaire oversten, de regering en de pers duidelijk doorklinkt. De Frontbeweging eist zelfbestuur voor Vlaanderen en de splitsing van het leger in Vlaamse en Waalse eenheden.

De repressieve maatregelen van de legerleiding nemen vanaf het voorjaar 1917 toe en dwingen de Frontbeweging ondergronds te gaan. Afgevaardigden uit elke legerdivisie vormen de Legervergadering, voorgezeten door Adiel Debeuckelaere. Ondanks haar clandestiniteit blijft de Frontbeweging in contact met de Vlaamsgezinde katholieke ministers. De afkeer van de regering, die weigert een belofte te doen voor de naoorlogse periode, groeit echter. De welwillendheid tegenover het gematigde activisme neemt eveneens toe.

Er verschijnen nog meer Open brieven, o.a. van Cyriel Verschaeve. Deze behoort niet tot de leiding van de Frontbeweging, maar oefent wel een grote radicaliserende invloed uit op de Vlaamsgezinde soldaten. De belangrijkste Open Brief, "Vlaanderen’s dageraad aan de IJzer", wordt in oktober 1917 verspreid. Hij is opgesteld door Hendrik Borginon en Filip de Pillecyn, de twee secretarissen van de Frontbeweging. De groeiende radicalisering blijkt uit het eisenpakket: de activisten mogen niet worden gestraft, België moet worden hervormd tot een federale staat en de Vlaamsgezinde ministers zouden beter hun ontslag indienen.

 Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nood breekt wet (Geert Hoste)

 

 

Met wie gaat Geert niet naar bed ?

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen herinnering ... (Willem Elsschot - aflevering 21)

 

Jan Cremer, een mooie dame en de  blonde god,  Simon Vinkenoog in 1963

 

Op 27 april 1957 publiceert de blonde god en dichter Simon Vinkenoog in het weekblad De Haagse Post een interview met Willem Elsschot naar aanleiding van diens nakende vijfenzeventigste verjaardag. ‘Ik zou niet weten waarover nog te schrijven’, luidde de titel. Eddy Posthuma de Boer nam de foto’s.

‘Wat betreft herinneringen moet ik u helaas teleurstellen: ik ben niet gezegend met een goed geheugen, en heb dus weinig te melden over ons bezoek in Antwerpen’, zegt Posthuma de Boer. ‘Als ik het na zoveel jaren opnieuw moest doen, dan zou ik wel beter opletten. Ik was toen nog een beginnend fotograaf, bovendien een zeer jong en verlegen persoon. Maar goed, ik heb binnenshuis geen foto’s gemaakt omdat het er zeer donker was, dus heeft Elsschot in het achtertuintje van zijn woning geposeerd. Een keurig, net meneertje, pak, das, broek in de plooi. Zo heb ik hem gefotografeerd, ten voeten uit, geen artistieke belichting of compositie. Registratie van een zeer gewoon ogend heertje.’

‘Huisgenoten heb ik niet waargenomen. Ik vermoed dat hij op een welwillende toon heeft gesproken en ook in die zin heeft meegewerkt. Ik herinner me vooral de trip naar Antwerpen, in die tijd een hele reis. Ik had toen als auto een Hillman, een kleine, Engelse sedan. Er waren nog geen snelwegen, dus gingen we door Den Haag, Rotterdam via provinciale wegen langs Zundert, de grens over bij Wuustwezel en dan bij Brasschaat het Antwerpse binnen op de Italiëlei. Dat was echt buitenland.’

‘Zodra ik Simon tegenkom, en dat komt regelmatig voor, zal ik proberen met zijn hulp mijn geheugen op te frissen, en dan hoort u daar weer van.’

Simon Vinkenoog (inmiddels overleden) heeft nu de leeftijd van Elsschot toen. De 28-jarige schrijver-journalist zocht in het voorjaar van 1957 de bijna-jarige op in het kader van een serie “Profiles”. Hij vroeg beleefd belet per brief en zat even later tegenover de gewaardeerde schrijver.

‘Wat zou ik me nog herinneren van vijfenveertig jaar geleden?’, zegt hij eerlijk. ‘Dat het bezoek zowat anderhalf uur duurde, dat hij min of meer de afstandelijke geïnterviewde was, en dat hij antwoordde zoals hij schreef : snedig en kort. Dat Elsschot gedistingeerd was, deftig.’

Vinkenoog schrijft in het interview dat hij het met hem had over Flauberts nooit voltooide Bouvard en Pécuchet. Hij kan zich met de beste wil niet voor de geest halen wat ze er precies hebben over gezegd. ‘maar wat een prachtboek’, zucht hij.

Vinkenoog sprak hem aan met meneer Elsschot. Elsschot sprak hem aan met ‘u’.

Vinkenoog vergelijkt Elsschot met Nescio. Net als Alfons De Ridder was Jan Hendrik Frederik Grönloh, de man achter het pseudoniem Nescio, in zaken. ‘Beiden kennen een ingehouden woede tegenover de onbetamelijke samenleving die ik deel’, zegt hij.

Welke vraag aan Elsschot hem op de lippen brandt?’ ‘Gaat het u goed, in de geest?’ en ‘Het genootschap in uw naam doet goed werk. Pleziert u dat?

 Raymond

(Geraadpleegde bron: ‘Man van Woorden’ van Martine Cuyt)                                                   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geheimen van het Parthenon : een boeiende Engelstalige documentaire

 

 

Een intressante documentaire van 53 minuten, professioneel gefilmd en met heel wat boeiende en ongekende details

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 De Islam tegen islamisme
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

In sommige islamitische landen komen er steeds meer stromingen op gang die door de machtshebbers betiteld worden als ‘islamisme’, ‘integrisme’, ‘politieke islam’. Die  stromingen worden dan steevast benoemd als ‘deviationistische stroming’, ‘de ziekte van de islam’, ‘terrorisme’ of ‘totalitarisme’, dit terwijl het toch eenvoudig gaat om de integrale en letterlijke toepassing van de islamitische teksten die door een groot deel van de bevolking, jeugd inbegrepen, geëist wordt. De sterk verwesterde, of onder westerse druk staande moslimlanden weten niet hoe zij hun ‘baardmensen’ moeten behandelen. Sommige staten zetten de meest zichtbare integristische elementen en gewapende groepen gevangen. Dit is o.a. het geval in Algerije, maar het diffuus integrisme dat onder de bevolking leeft wordt daarmee niet uitgeroeid.

Andere moslimlanden proberen een dam op te werpen tegen deze radicale islam door hun eigen vorm van islam te promoten, een welsiwaar radicale islam die toch geëvolueerd is. Dit is ondermeer het geval in Marokko waar de koning een vorm van religieuze macht uitoefent op het volk. Hij hoopt hiermee het integrisme te ontmoedigen, maar de recente aanslagen in het land wijzen er op dat de integristen Marokko beschouwen als een verdorven monarchie. De koning noemt zichzelf ‘heerser van de gelovigen’, 'afstammeling van de profeet'  de politieke en de religieuze macht vormen één geheel. Marokko dat probeert als een modern land over te komen heeft een islamitische regering die ver af staat van de westerse lekenstaat. Marokkanen uit de begoede lagen van de maatschappij denken dat het juridisch statuut van hun koning voldoende zal zijn om weerstand te bieden aan het integrisme, maar er zijn onrustwekkende tekenen dat het integrisme voortwoekert onder het volk.

 

Koeweit heeft een parlement waarvan de meerderheid islamistisch is en elke vernieuwing verwerpt. Zo werd een wetsvoorstel dat stemrecht aan de vrouwen wilde geven getorpedeerd, en werd gemengd onderwijs verboden. Dit parlement wil nu dat de bestaande wetteksten getoetst worden aan de shariah en als dusdanig aangepast.

 

Vrij naar Anne-Marie Delcambre - Vertaling Regus Patoff

 

 

 

 

 

 


09-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schreef Schubert soms tangomuziek ?

 

 

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manten weet van wanten : Erik Donckier van het Belangske

 

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Figuren uit de mini & maxi Vlaamse Beweging : Lieven Gevaert (1868 - 1935)

 

 

 

Na slechts drie jaar middelbaar onderwijs studeert Gevaert op eigen houtje Frans, Duits en Engels. In 1889 richt hij met zijn moeder een fotostudio op. Spoedig neemt zijn bedrijf een hoge vlucht.

In de Nederduitsche Bond en De Vlaamsche Wacht leert Gevaert als jongeman Frans van Cauwelaert, de daensistische voormannen en de tenoren van de Meetingpartij kennen. Zijn inspiratiebronnen worden de encycliek Rerum Novarum (1891) en Lodewijk de Raet. Hij komt op voor: de vernederlandsing van de Gentse universiteit en het openbare leven, de splitsing van het leger in Vlaamse en Waalse regimenten, een degelijk Nederlandstalig onderwijs. Vooral voor dat laatste heeft Gevaert zich onafgebroken ingespannen. Gevaert werkt mee aan de oprichting van het Vlaamsch Handelsverbond, dat zich zou inzetten voor de vernederlandsing van het bedrijfsleven. In zijn eigen bedrijf laat hij reeds vanaf 1907 het Nederlands gebruiken in drukwerken, briefwisseling, boekhouding en de betrekkingen met de overheid.

Na de oorlog lenigt Gevaert, hoewel niet gewonnen voor het activisme, de nood van diegenen die naar zijn mening te goeder trouw en uit idealisme collaboreerden (bv. Lodewijk Dosfel). Hij spreekt zich, op een enkele uitzondering na, nooit meer in het openbaar uit over politieke vraagstukken. Levenslang zou het zijn grote bekommernis blijven boven alle partijpolitiek te staan. Nog na de oorlog is hij betrokken bij de oprichting van De Standaard en de IJzertoren. Gevaert speelt in 1926 een belangrijke (geldschietende) rol bij de oprichting van het Vlaams Economisch Verbond (VEV). Hij waakt erover dat de verschillende geledingen van de V.B. bij het bestuur betrokken worden. Bijzonder veel aandacht besteedt hij aan een goed Nederlandstalig onderwijs in het Limburgse kolenbekken. Dat moet vermijden dat de industrialisering leidt tot verfransing van de Limburgse arbeiders en de minorisering van Vlaamse kaderleden.

@ Nieuwe Encyclopedie Vlaamse Beweging


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van toen naar nu - 13

 

Dr. Jozef Verduyn (Comité voor Heldenhulde 1916)

18 januari 1916

In Le Havre wordt de oppositie (2 liberalen en 1 socialist) in het katholieke meerderheidskabinet van premier Charles de Broqueville opgenomen. Dit versterkt het francofone overwicht in de regering. De drie Vlaamsgezinde katholieke ministers, Prosper Poullet, Aloïs van de Vyvere en Joris Helleputte hebben nu nog minder in de pap te brokken. Zij proberen niettemin de gegrondheid en politieke draagwijdte van de taalklachten duidelijk te maken aan hun collega’s en koning Albert. De collaboratie van een minderheid van Vlamingen met de Duitse bezetter verscherpt echter de bestaande afkeer voor alles wat zich Vlaamsgezind opstelt, zowel binnen de regering als in het leger.
 
18 maart 1916

De bezetter beslist Paul Fredericq en Henri Pirenne, twee Gentse hoogleraren die zich kritisch uitlaten over de geplande vernederlandsing van de universiteit, naar Duitsland te deporteren. Dit versterkt het solidariteitsgevoel onder de Gentse hoogleraren en zaait twijfel bij heel wat flaminganten. Wanneer in april de bezetter voor de tweede maal de Gentse professoren aanspoort de colleges te hervatten en een verklaring daartoe te ondertekenen, zijn slechts zes hoogleraren daartoe bereid, ondanks de dreiging met broodroof. Onmiddellijk richten de Duitsers een commissie op belast met de selectie en aanwerving van nieuwe docenten. Ondanks de aanlokkelijke voorwaarden verlopen de aanwervingen moeizaam, ook in Nederland waar de academische kringen forse kritiek uiten. Uiteindelijk worden 36 nieuwe professoren aangesteld; 25 uit Vlaanderen en 11 uit Nederland en Duitsland.

15 augustus 1916

Dokter Jozef Verduyn sticht de katholiek geïnspireerde organisatie Heldenhulde, die grafstenen voor gesneuvelde Vlaamse soldaten wil oprichten.

De Vlaamse zerken met het opschrift "Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus" en daaronder een blauwvoet moeten de officiële grafstenen met het eentalige opschrift "Mort pour la patrie" vervangen. Medewerkers aan het initiatief zijn onder meer Filip de Pillecyn, Cyriel Verschaeve, Frans Daels, Adiel Debeuckelaere. Het geld wordt ingezameld onder soldaten, maar ook gemeentebesturen en burgers schenken. De stichting slaagt erin, na een moeizaam begin, zo’n duizend heldenhuldezerken op de soldatengraven te plaatsen.

In de nacht van 9 op 10 februari 1918 worden op het kerkhof van Oeren de letters AVV-VVK op 36 grafzerkjes dichtgemetseld. De verontwaardiging in de V.B. is groot.
 
24 oktober 1916

Het eerste academiejaar van de door de Duitse bezetter vernederlandste universiteit wordt plechtig geopend.

Gestart met slechts 60 inschrijvingen, weet de ‘von Bissinguniversiteit’ in 1918 toch 417 studenten aan te trekken, een derde van de vooroorlogse studentenpopulatie. Op 10 oktober veroordeelt de Belgische regering de vernederlandsing. Ze waarschuwt dat de benoemingen en getuigschriften ongeldig zullen worden verklaard. Met de vage belofte na de oorlog volledige gelijkheid in rechte en in feite aan de Vlamingen toe te kennen, hoopt de regering de activisten de wind uit de zeilen te halen.

 Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een verslaafde

 

 

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oefening kweekt Kennis in Het Servetje ( Willem Elsschot - aflevering 20)

 


 

Gerrit Achterberg met vrienden op zijn vijftigste verjaardag. Staand: Gerrit Kamphuis, NN, Ellen Warmond,  Gerrit Achterberg, Juliette Hoornbeek,  Anthonie Donker,A. Roland Holst . Zittend: Paul Rodenko, Bert Bakker, Mies Bouhuys, J.B. Charles. Foto uit 1955, ter gelegenheid van Achterbergs 50ste. verjaardag. (Aanpassing 12.11.09 : correctie van de vermelde personen, hopelijk zonder vergissingen)

De Nederlandse schrijfster Mies Bouhuys (° 1927), inmiddels beroemd om haar prachtige kinderboeken, begon har carrière als dichteres.

Drie hoogtepunten op een rij : in 1947 ontmoet ze Ed Hoornik, haar latere man, een jaar later krijgt ze de Reine Prinsen Geerligs-prijs voor haar poëziebundel "Ariadne op Naxos "en nog een jaar later hoort ze Elsschot voorlezen, tijdens een avond van het Nieuw Vlaams Tijdschrift voor het genootschap Oefening Kweekt Kennis (OKK) op 28 november 1949 in Den Haag.

‘Ja, natuurlijk herinner ik me die avond van OKK in 1949 heel goed. Sinds mijn vijftiende was ik een fan van Elsschot en kende zelfs gedichten van hem van buiten. Zijn gedicht Het huwelijk en het gedicht over Marinus Van der Lubbe hadden een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Nadat ik Ed Hoornik had leren kennen, spraken wij veel over Willem Elsschot en zijn werk. Eddie vertelde me over zijn ontmoetingen in Antwerpen en de eindeloze correspondentie voor het tot publicatie van "Het tankschip" in Criterium kwam. Het is uiteraard moeilijk om woordelijk weer te geven wat mijn man vertelde over zijn bezoek aan Elsschot en latere gesprekken met hem. Wel herinner ik me dat hij zeer onder de indruk was van de persoonlijkheid van Elsschot en er tegelijkertijd geen raad mee wist.’

‘Niet zozeer als serieuze poëzieminnaars, maar meer als op de curieuze sfeer beluste bezoekers, gingen wij soms naar de bijeenkomsten van het OKK, ook wel “Het Servetje” genoemd vanwege het lichte souper na afloop van een lezing in gezelschap van vele eerbiedwaardige Haagse dames en heren, die de dagen van Couperus schenen te doen herleven.

Maar als dichter door Ben van Eijsselsteijn, de animator achter Het Servetje, te worden uitgenodigd om voor te lezen, werd toch als een onderscheiding beschouwd en toen ik na mijn poëziedebuut "Ariadne op Naxos" in 1948 voor die deftige dames en heren mocht optreden, was ik jong genoeg om mij gevleid te voelen. Voorlezing door Elsschot was een gebeurtenis en die avond was er dan ook, behalve het Haagse establishment, een aantal schrijvers aanwezig : Nijhoff, Bloem, Carmiggelt, Dubois, herinner ik me, en de uitgevers Bert Bakker en Sander Stols.’

‘Elsschot las  - nauwelijks verstaanbaar – zeer slecht, maar dat was meer omdat hij al bij het eerste gedicht ontroerd raakte en bij “Het huwelijk” in tranen eindigde. Het niet verstaanbaar zijn maakte niet uit; wij kenden de gedichten. Alleen de ontroering telde en die is voor mij tot op vandaag onvergetelijk.’

‘Mijn indruk is dat hij in Nederland al heel lang en door velen – meer dan in Vlaanderen – wordt gewaardeerd. Ik denk dat zijn vroege publicaties in Nederlandse tijdschriften en bij Nederlandse uitgevers daar veel aan hebben bijgedragen.’

Raymond

Vrij bewerkt naar "Een Man van Woorden" door Martine Cuyt


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beelden uit New York van 1901

 

 

.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 De Islam en democratie

 

 

Democratie, de soevereiniteit uitgeoefend door het volk, is een begrip dat volslagen vreemd is aan de islam.

 

In 1925 toonde een jonge islamitische rechtsgeleerde aan dat de koran geen voorkeur uitsprak voor een of ander politiek systeem, en dat het bijgevolg logisch zou zijn dat er een onderscheid zou gemaakt worden tussen het religieuze en het politieke. Het boek werd gekraakt door de toonaangevende islamitische universiteit van Kaïro en de jonge rechtsgeleerde werd streng veroordeeld. Enkele jaren later werd nogmaals benadrukt dat de koran de enige grondwet is, dat de shariah de wet van God is en dat de jihad het middel was om een islamitische staat uit te bouwen.

 

Het christendom kent het gezegde van Jezus “Geef aan God wat aan God toekomt en aan Caesar hetgeen aan Caesar toekomt” dat de scheiding tussen kerk en staat mogelijk maakt, ook al heeft het eeuwen geduurd voor deze scheiding er effectief gekomen is. Mohamed heeft de wereldlijke en de geestelijke macht nooit gescheiden willen houden, wel integendeel. Tussen de zogenaamde politieke islam en de dagdagelijkse islam bestaat er enkel een verschil in gradatie, en zeker niet in natuur. De soennitische islam die beoefend wordt door 90% van de moslims (wat meer dan 900 millioen gelovigen betekent) is de juridische islam. Er is geen mystieke noch rationele islam. Eris geen gekerstende noch verwesterde islam. Er is alleen de islam die gebouwd is op de verbodsbepalingen van de koran, de verbodsbepalingen van de soenna en de verbodsbepalingen van het islamitisch recht, dit alles rekening houdend met de politieke ervaringen van de profeet tijdens zijn verblijf in Medina.

 

Als het gaat om democratie dan is het evident dat deze in het Westen gepaard gaat met het principe van de lekenstaat. Hier is er geen sprake om te gehoorzamen aan een of andere ‘goddelijke’ wet, maar wel aan de wetten van ‘het geweten en de rede’. Het maakt weinig uit of deze lekenmoraal christelijke, grieks-romeinse of boedhistische wortels heeft: zij leidde in ieder geval naar het concept van de burger als leek. Het is niet God die de centrale plaats inneemt maar wel de Mens. De godsdienst zelf is een zaak geworden van het individuele geweten.

 

Voor de islam is dit de ontkenning van de scheiding der geslachten, de ontkenning van het onderscheid tussen moslims en niet-moslims, de ontkenning van het onderscheid tussen gelovige en ongelovige. Het is de ontkenning van het onderscheid tussen Goed en Kwaad, tussen het Heilige en  het Verdorvene, tussen God en de Duivel.

 

De begrippen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid gaan lijnrecht in de onderliggende filosofie van de islam. Discriminatie zit ingebakken in het islamitisch recht: de moslim staat hoger dan de niet-moslim, de gelovige staat boven de ongelovige, de man staat hoger dan de vrouw, de vrije mens is superieur aan de slaaf.

 

Het islamitisch recht is tegen de vrijheid: men is niet vrij om uit de islam te treden of om van godsdienst te veranderen. Er is geen sexuele vrijheid of vrijheid van gedrag. Er is ook geen broederlijkheid in de westerse betekenis van het woord. De moslim is de broeder van de gelovige moslim. Hij is niet de broeder van de jood of de christen en nog minder de broeder van de ongelovige of goddeloze.

Als Saudi-Arabië andere godsdiensten dan de islam op zijn grondgebied verbiedt, dan past dit land alleen maar de uitspraak van de profeet toe waarin hij zegt dat er in Arabië geen meerdere godsdiensten naast elkaar kunnen bestaan. Het Vatikaan heeft destijds geen bezwaar gemaakt tegen de bouw in Rome van een grote moskee gefinancierd door Arabië. Wanneer zal de reciprociteit spelen en mag er in Mekka een grote kathedraal gebouwd worden met katholiek geld?

 

Alhoewel de integristische islam de lekendemocratie verwerpt, maken sommige islamisten er toch gretig gebruik van. Een van de stichters van de FIS verwoordde het als volgt: “De democratie is voor ons slechts een techniek, geen waarde”.

 

 Vrij naar Anne-Marie Delcambre - Vertaling Regus Patoff

 

 


08-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manten weet van wanten : de gevangenis

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Ardi tot Iveta Lutovska dankzij het creationisme

 

 

Volgens een team wetenschappers is Ardi een miljoen jaar ouder dan Lucy. Het fossiel van Ardi, een vroege voorouder van de mens, is de afgelopen jaren bestudeerd door een team van wetenschappers.

Lucy leefde ongeveer 3,2 miljoen jaar geleden in de zogenaamde Afar-driehoek in het huidige Ethiopië. Deze verre voorouder van de mens liep op twee benen. In 1974 werden voor het eerst resten van deze soort gevonden. De gevonden resten duidelijk waren duidelijk vrouwelijk.

De Amerikaanse fossielenexpert Donald Johansen, leider van het internationale team van wetenschappers dat de vondst deed, had net naar het Beatles-nummer Lucy in the Sky with Diamonds geluisterd en besloot de nieuwe soort daarom Lucy te noemen. De vondst was sensationeel. Lucy bleek de oudst bekende mensaap waarbij uit de vorm van de bekken afgeleid kon worden dat de soort op twee benen moest hebben gelopen.
In 1992 werd al een tand van Ardi gevonden. Een paar jaar later werden delen van het skelet van deze soort gevonden. Paleontologen vonden - in dezelfde Ethiopische regio als waar jaren eerder Lucy werd gevonden - schedel, bekken, ledematen en enkele wervels. De afgelopen jaren hebben wetenschappers gewerkt aan het herstel van het zwaarbeschadigde skelet van de Ardipithecus ramidus. Wetenschappers maakten deze week in het tijdschrift Science bekend dat Ardi 4,4 miljoen jaar geleden leefde en daarmee ruim een miljoen jaar ouder is dan Lucy. Ook de Ardipithecus liep volgens de onderzoekers rechtop. Een belangrijke conclusie die de wetenschappers verder trokken is dat Ardi veel minder op de moderne chimpansee leek dan tot nu toe werd aangenomen. Gesteld wordt dat mens en chimpansee los van elkaar evolueerden uit een gezamenlijke voorouder.

Ardi was ongeveer 1,20 meter lang en woog volgens de onderzoekers rond de 50 kilo. Bij het klimmen werden zowel handen als voeten gebruikt, maar op de grond liep Ardi op twee benen. Onderzoekers concluderen dit aan de hand van de vorm van de bekken. Het skelet heeft aapachtige kenmerken, maar is volgens de wetenschappers wel een telg van de familie van mensachtigen.

De wetenschap is nog altijd op zoek naar de gemeenschappelijke voorouder van mens en apen, die waarschijnlijk ongeveer 5 tot 6 miljoen jaar geleden leefde. Ardi is die gemeenschappelijke voorouder in ieder geval niet, maar onderzoekers menen aan de hand van Ardi wel een beter idee te kunnen krijgen van hoe deze gemeenschappelijke voorouder er uit moet hebben gezien.
@ Historiek net

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Figuren uit de mini & maxi Vlaamse Beweging : Jeroom Leuridan (1894 - 1945)

 

 

In 1915 meldt Leuridan zich als oorlogsvrijwilliger. Aan het IJzerfront laat hij zich kritisch uit over het activisme en is een tegenstander van de von Bissinguniversiteit. Zijn contact met Cyriel Verschaeve radicaliseert hem echter. Na de oorlog studeert hij Germaanse filologie in Leuven en rechten. In Leuven ontpopt hij zich tot een radicaal Vlaams-nationalist en Groot-Nederlander. Met Joris van Severen vormt hij het leidende politieke duo van de Vlaams-nationale strijd in West-Vlaanderen.

In 1924 geeft hij met Van Severen de godsvrede in de Frontpartij op en schoeit hij het West-Vlaamse Vlaams-nationalisme op katholieke leest. Dit leidt tot de oprichting van het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond. Op 26 mei 1929 wordt Leuridan tot volksvertegenwoordiger verkozen. Hij is betrokken bij de onderhandelingen die leiden tot de oprichting van het VNV (oktober 1933) en behoort tot de anti-democratische vleugel van de partij.

Na de Duitse inval woont hij samen met VNV-leider Staf de Clercq een vergadering bij met de leiders van het Militaire Bestuur, waarop het VNV zijn collaboratiediensten aanbiedt (3 juni 1940). Leuridan verwijt de partij het Groot-Nederlandse ideaal te veel op te offeren. Hij kant zich tegen een akkoord met de Groot-Duitse SS en maakt geen propaganda voor het oostfront. De collaboratie trekt hij echter niet in twijfel. Leuridan is het volledig eens met de ‘greep naar de macht’ die zijn partij uitvoert.

Na heftige kritiek op de SS en de DeVlag (21 juni 1943) krijgt hij spreekverbod. Niettemin wil Leuridan op 26 augustus het woord voeren op een VNV-kampdag. Die dag heeft hij echter een eerste hersenbloeding. Zijn rol is vanaf dan uitgespeeld. Op 1 september 1944 wordt hij aangehouden. Na een reeks beroerten sterft hij op 25 juli 1945.

@ Nieuwe Encyclopedie Vlaamse Beweging


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van toen naar nu - 12

 

 


10 januari 1915

In De Panne (onmiddellijk achter de frontlijn) gaat pater Ildefons Peeters van start met het weekblad De Belgische Standaard dat vanaf juni dagelijks verschijnt.

Ondanks het gematigde Vlaamsgezinde standpunt heeft het blad voortdurend moeilijkheden met de militaire overheid. Uiteindelijk verliest het in de loop van 1918 een groot deel van zijn populariteit omdat de soldaten de voorkeur geven aan het radicale Ons Vaderland. De publicatie wordt op 31 december 1919 gestaakt.

1 februari 1915

Te Bussum in Nederland verschijnt voor het eerst het dagblad De Vlaamsche Stem.

Oprichters zijn enkele uit België gevluchte Vlaamsgezinden zoals de katholiek Frans van Cauwelaert en de liberaal Julius Hoste (jr.). Aanvankelijk paart het blad trouw aan de Belgische staat aan een engagement voor de ontvoogding van Vlaanderen. Al in juni echter verschijnen er drie bijdragen waarin gepleit wordt voor zelfbestuur binnen België en de godsvrede afgewezen wordt. Ook in het 11-juli telegram aan koning Albert I wordt namens de redactie autonomie voor Vlaanderen gevraagd. De koning gaat niet op dit verzoek in en verwijst naar de godsvrede. Er ontstaat tweespalt: de aan België trouwe Vlaamsgezinden zoals Van Cauwelaert en Hoste verlaten de redactie. De radicalen Antoon Jacob en René de Clercq nemen het roer over. Inmiddels ontvangt het blad zonder hun medeweten via een aantal Nederlandse stromannen financiële steun van de Duitsers. De eis tot zelfbestuur en de kritiek op de Belgische regering klinken steeds heftiger zodat het blad aan het front verboden wordt. De Vlaamsche Stem verdwijnt in februari 1916 wegens geldgebrek zonder ooit reële invloed gehad te hebben op de publieke opinie in Nederland
 
20 februari 1915

In Gent vindt een van de eerste openbare protesten plaats tegen het activisme: vooraanstaande Vlaamsgezinden reageren tegen het activistische blad De Vlaamsche Post.

De vraag of de Vlaamse actie tijdens de oorlog voortgezet moet worden, wordt voor heel wat Vlaamsgezinden prangend. In Brussel vormt zich door toedoen van August Vermeylen, die onvoorwaardelijke loyaliteit tegenover de Belgische staat eist, een kring die het activisme heftig bestrijdt. In augustus 1915 publiceren onder meer Vermeylen, Louis Franck en Camille Huysmans een stuk waarin ze alle Duitse gunsten weigeren, het activisme afwijzen en de bevolking oproepen alle taalgeschillen te laten rusten tot na de oorlog. Protest is er ook naar aanleiding van verschillende hervormingen doorgevoerd onder Duitse auspiciën: de vernederlandsing van de Gentse universiteit, de bestuurlijke scheiding en de oprichting van een activistisch Raad van Vlaanderen

augustus 1915

Achter de Belgische stellingen worden Vlaamse (voornamelijk katholieke) studiekringen opgericht en verschijnen allerhande kleine periodieken die met de verzamelnaam frontblaadjes worden aangeduid.

De frontblaadjes, die een contactorgaan vormen voor soldaten uit eenzelfde streek, hebben een sterk godsdienstig karakter en voeren campagne tegen de zedenloosheid. Ook taal- en andere grieven van de Vlaamse soldaten komen aan bod. Vanaf oktober 1916 grijpt de militaire leiding in en wordt de censuur groter omdat pro-Belgische geluiden en pastorale bedrijvigheid naar de achtergrond verdwijnen en Vlaamsgezindheid centraal komt te staan.

27 augustus 1915

Onder hoofdredactie van Frans van Cauwelaert en Julius Hoste (jr.) verschijnt in Den Haag een nieuw weekblad: Vrij België.

Vrij België is een reactie van de aan België trouwe Vlaamsgezinde uitwijkelingen op het dagblad De Vlaamsche Stem dat een bestuurlijke scheiding en slechts een voorwaardelijke trouw aan België begint te propageren. Vrij België gelooft onvoorwaardelijk in de unitaire Belgische staat en wijst elke vijandige hulp af. De Vlaamse kwestie is een intern Belgisch probleem waarover pas na de oorlog kan worden gediscussieerd. Het activisme wordt bijgevolg scherp veroordeeld. Niettemin wil het blad het Vlaamse bewustzijn versterken. De publicatie stuurt op 20 november 1918 het laatste nummer de wereld in.

31 december 1915

In een perscommuniqué maakt de Duitse overheid bekend dat in het najaar van 1916 de Gentse universiteit zal heropenen met het Nederlands als voertaal — en niet het Frans zoals voor de oorlog. Dit kadert in de door de bezetter gevoerde Flamenpolitik en verdeelt de V.B. definitief in ‘activisten’ en ‘passivisten’. Begin januari 1916 richten 6 Vlaamsgezinden een door Louis Franck opgestelde protestbrief tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit aan gouverneur-generaal Moritz von Bissing. Ook de groep aan België trouwe flaminganten in Nederland en haar boegbeeld Frans van Cauwelaert achten de hervorming een dwaasheid omdat een Vlaams doel met Duitse hulp gerealiseerd wordt en de hele V.B. in diskrediet gebracht wordt.

 Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging




Golfbrekers

Verbonden maar niet aan banden. 

KLIK HIER OM NAAR GOLFBREKERS TE GAAN


Foto

Deze blog leeft van de liefde, de wind en veel enthousiasme. U kan onze werking steunen via 

 banknr 610-5790800-88 

 IBAN BE56 6105 7908 0088 

 BIC DEUT BE BE




Archief Freddy Van Gaever : hier klikken


Opera, Belcanto - Operette en populair klassieke muziek
  • Hier klikken

  • Stuur ons uw reactie



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!