De Belgische inlichtingendiensten hebben vorig jaar 831 toelatingen gekregen om bijzondere inlichtingenmethoden te gebruiken. Het gaat daarbij onder andere om post onderscheppen, telefoonnummers traceren, telefoongesprekken afluisteren en bankgegevens inkijken. Dat blijkt uit het rapport van het Comité I, dat De Tijd kon inkijken.
Opmerkelijk is dat de staatsveiligheid de methoden veel vaker gebruikte dan de militaire inlichtingendienst. De technieken mogen ook lang worden toegepast. Zo kreeg de staatsveiligheid de toelating gemiddeld 20 tot 60 maanden lang iemands bankgegevens in te kijken. In één dossier mag dat zelfs 15 jaar. Het Comité I vindt dat lang, maar het kent de dossiers en vindt de maatregel ook nodig. Het meent dat de staatsveiligheid de methoden evenwichtig inzet. Brug te ver De staatsveiligheid kreeg vooral toelating om telefoonnummers te traceren. Het ging om 355 toelatingen, die goed waren voor 1.892 telefoonnummers. Dat aantal ligt eigenlijk nog hoger, want de staatsveiligheid mag alle nummers traceren die met die 1.892 nummers in verbinding stonden. In enkele dossiers ging de staatsveiligheid wel over de schreef. Dat was bijvoorbeeld het geval toen een Belgisch parlementslid de geheime dienst inschakelde om zijn in het buitenland verloren gsm te lokaliseren. Dat kon volgens het Comité I ook gewoon via de telecomoperator worden opgelost.
|