Aruba
Aruba is een klein eiland aan de noordkust van Venezuela, niet ver van de Colombiaanse grens. In 1499 nam Spanje het eiland in, en deporteerde de inwoners, een stam Arawak indianen, naar het huidige Haïti. Met zijn woelige geschiedenis heeft de huidige bevolking trouwens een gevarieerde etnische achtergrond. In het midden van de 17ee eeuw ging Aruba over in Nederlandse handen. Tot 1986 hoorde Aruba bij de Nederlandse Antillen, maar besloot toen solo te gaan. Vandaag maakt het als autonoom gebied deel uit van Nederland, en is aldus een financieel knooppunt tussen Nederland en het Amerikaans continent.
Aruba is lichtbegroeid en vlak, en het ligt buiten het gebied dat geplaagd wordt door orkanen. De Hollandse Koningin is het staatshoofd, en wordt vertegenwoordigd door een gouverneur generaal met een ambtstermijn van zes jaar. Het parlement ('de staten') van 21 leden zetelt in de hoofdstad Oranjestad. De eerste minister wordt gekozen door de staten voor een termijn van vier jaar en stelt zeven ministers aan. De wetgeving van Aruba is gebaseerd op de Nederlandse, met vooral in het zakelijk recht Engelse invloeden. De wetteksten zijn in het Nederlands, en het hooggerechtshof in den Haag is de hoogste juridische instantie.
De drie belangrijkste bronnen van inkomsten voor Aruba zijn toerisme, olieraffinage, en de offshore-industrie. Er is nauwelijks inflatie, en de werkloosheid is laag. Zowel de levensstandaard, als de infrastructuur voor telecommunicatie en internet zijn de beste van de regio. Aruba heeft een eigen universiteit. De officiële taal is Nederlands, maar naast veel Engels en Spaans wordt ook de plaatselijke taal 'papiamento' gesproken. Ongeveer een miljoen toeristen per jaar bezoeken Aruba's adembenemende stranden, en het aantal hotelkamers is in de laatste 20 jaar vervijfvoudigd. Buitenlanders kunnen vastgoed bezitten, maar wie langer dan 3 maand op Aruba wil blijven, dient een verblijfsvergunning aan te vragen.
De verbindingen zijn uitstekend, met meer dan 200 vluchten per week naar steden in de Verenigde Staten, Zuid-Amerika en Europa. De laatste jaren heeft Aruba zich ontwikkeld tot een bloeiend luchtvaartcentrum met een vliegtuigregister, dat het respect heeft verdiend van de internationale autoriteiten. Er staan lijnvliegtuigen ingeschreven en helicopters, maar vooral privé-vliegtuigen. Er zitten interessante belastingsvoordelen voor de eigenaar aan vast, als het vliegtuig op naam van een 'Aruba Vrijgestelde Vennootschap' wordt ingeschreven. De oprichting hiervan duurt niet langer dan een week, wat voor een gebied onder burgerlijk recht bijzonder snel is. Bovendien is Aruba in vergelijking met andere gebieden vrij goedkoop.
De meeste goederen worden ingevoerd, en de vrijhandelszone bij Oranjestad, met een minimale belasting voor bedrijven, verhuisde onlangs naar de havenstad Barcadera, dat beter geschikt is voor de export. Een bedrijf met een basis in de vrijhandelszone, dat goederen verhandelt in de Europese Unie, kan gebruik maken van een 'Aruba Vrijgestelde Vennootschap' om de belastingsdruk tot een heel laag niveau terug te brengen.
Holdings zijn een belangrijke component van de offshore-industrie, en de regering van Aruba heeft de sector steeds aangemoedigd. Aruba's offshore-status gaat terug op de tweede wereldoorlog, toen Nederlandse bedrijven een veilig onderkomen zochten op vlucht voor de Duitse bezetting. De belangrijkste individuele belasting op Aruba is de inkomstenbelasting, en inwoners worden belast op hun wereldwijd inkomen. Aruba heeft een dubbelbelastingverdrag met Nederland, en dat biedt mogelijkheden voor landen die op hun beurt een belastingverdrag met Nederland hebben.
Tot voor kort was de centrale bank van Aruba zeer terughoudend om offshore banken toe te laten. Daar is de laatste jaren verandering in gekomen, maar de vereisten voor kandidaten liggen nog steeds hoog op het vlak van vermogen, reputatie en naamherkenning. Offshore banken moeten de vorm aannemen van een NV, en mogen geen zaken doen met inwoners van Aruba. Bankgeheim is niet bij wet vastgelegd, maar begunstigden van offshore-maatschapijen mogen anoniem blijven, en geheimhouding wordt zoveel mogelijk betracht. Fiscaal onderzoek wordt echter wel bijgestaan. In de herfst van 2004 werd een nieuw verdrag van kracht tussen de Verenigde Staten en Nederland betreffende de uitwisseling van fiscale informatie uit Aruba. Een nauwer toezicht op casino's en internationale stortingen moet witwasoperaties aan banden leggen, en banken dienen verdachte activiteiten aan te geven bij het 'Meldpunt Ongebruikelijke Transacties'.
Onder druk van de OESO, nam Aruba in de zomer van 2003 een nieuw fiscaal regime aan, dat de meeste offshore-voordelen grotendeels opheft. Reeds opgerichte bedrijven echter blijven tot eind 2007 van het oude regime genieten, en de 'Aruba Vrijgestelde Vennootschap' werd voorlopig behouden. De Aruba Vrijgestelde vennootschap onderging een aantal aanpassingen op 1 januari 2006, waardoor de voordelen in een aantal gevallen beperkter zijn geworden.
Zo zal een Aruba Vrijgestelde Vennootschap enkel nog belastingvrijstelling genieten, als ze zich bezig houdt met activiteiten zoals finance, holding, patenten
en portfolio investment. Alsook het verlenen van licenties voor vliegtuigen en schepen. Dus het wordt meer een verfijnde vennootschapsvorm. Doet zij niet één van hoger genoemde activiteiten dan is gewoon de vennootschapsbelasting van 35% van toepassing.
Maar er zijn ook nieuwe vennootschapsvormen zoals de Imputation Payment Company (IPC). Het is een gewone vennootschapsvorm, u betaalt 35%. Maar als u aan bepaalde voorwaarden voldoet krijgt u een taxcredit van 33%, zodat uw uiteindelijke belastingvoet slechts 2% bedraagt. Het gaat hier ook om slechts een aantal toegelaten activiteiten zoals holding, investment, finance, hotelwezen, export, captive ionsurance and alles wat met intellectuele rechten heeft te maken (zoals bv. patenten) en informatica en communicatietechnologie.
|