Zeven keer
citeert Bart Brinckman in zijn reportage over De Wever en de N-VA in DS
Weekblad (21 jan 12) anonieme bronnen die men dus helemaal niet kan
natrekken. Wat moet men met uitspraken toegeschreven aan 'een insider',
'een Open-VLD-onderhandelaar', 'een Franstalige'? Evengoed kan Brinckman
die zogenaamde bronnen uit zijn duim gezogen hebben om zijn tendentieus
artikel exact in de richting te kunnen sturen die hij zich voorgenomen
had. Dit is helemaal geen journalistiek meer, maar roddel. Vriendelijk
uitgedrukt.
De artikels van Bart
Brinckman in De Standaard over de N-VA en Bart De Wever zijn steeds zo
tendentieus, dat men zich moet afvragen of hij op de loonlijst staat van
een andere partij of van het ABVV als militant, eerder dan op de
loonlijst van De Standaard als journalist. Men kan niet elke keer
reageren op al zijn van de pot gerukte en valse voorstellingen van de
feiten. Maar nu hij in DS Weekblad van 21 jan 12 op niet minder dan 5
bladzijden mag roddelen over De Wever en de N-VA moet daar toch op
gereageerd worden. Een ratatouille over van alles en nog wat, als het De
Wever maar in een slecht daglicht kan plaatsen: de
regeringsonderhandelingen van vorig jaar, de viering van de Vlaamse
feestdag op de Kortrijkse Groeningenkouter, de nieuwjaarsreceptie van de
N-VA, de volgende gemeenteraadsverkiezingen, vergelijkingen met Leo
Tindemans en Hugo Schiltz. Vijf bladzijden zonder kop noch staart,
stemmingmakerij zonder eind.
Samenvatting van het artikel volgens de 'lead' (= de samenvatting vooraan boven het artikel, in een groter lettertype):
Gefrustreerde
politieke tegenstanders spuwen hun gal over het misplaatste
martelaarschap en de onbetrouwbaarheid van dat onbekwame godenkind Bart
De Wever. Zelf hoopt hij om zijn exploderende aanhang in 2014 de
Belgische Confederatie binnen te leiden. Wij gaan voor de grote shock,
de anderen niet. Ieder zijn verantwoordelijkheid.
Niet nader genoemde
politieke tegenstanders 'spuwen hun gal uit' over 'het misplaatste
martelaarschap', 'de onbetrouwbare en onbekwame' Bart De Wever. We laten
u hier niet uw tijd verspillen met een detailanalyse van alle
uitspraken in het artikel. De 'lead' zegt al genoeg.
Naast de in de
inleiding hierboven al aangehaalde drie anonieme bronnen kan men ook
standpunten lezen van vier verdere spoken: een CD&V'er uit de G4,
een politiek tegenstander 'een Antwerps schepen' en een
hooggeplaatste CD&V'er. Niemand kan de bron checken, geen enkele
anonieme kan erop reageren om te melden dat hij iets dergelijks niet
gezegd heeft, en Brinckman kan evengoed die bronnen uit zijn duim
gezogen hebben om zijn tendentieus artikel exact in de richting te
kunnen sturen die hij zich voorgenomen had. Dit is helemaal geen
journalistiek meer, maar roddel. Vriendelijk uitgedrukt.
Brinckman mag
natuurlijk schrijven wat hij wil, maar zijn artikels zouden beter
opgenomen worden in de zaterdagse rubriek Parbleu van De Standaard,
waarin Jo Van Damme situaties parodieert door de werkelijkheid aan te
vullen met zijn eigen fantasieën. Daar is niets tegen, als het duidelijk
zo zichtbaar is. Zo heeft Koen Meulenaere een zowel gevreesde als
gewaardeerde satirische rubriek in Knack, waarbij ook werkelijkheid met
fictie gemengd worden. Het gaat hier echter bij Brinckman wel om een
ernstig artikel, in een ernstig bedoelde DS Weekblad, in de rubriek
Inzicht met De verhalen van de week. Wat beloofden de
hoofdredacteurs Karel Verhoeven en Bart Sturtewagen in het eerste nummer
van DS Weekblad (za 27 aug '11): 'In DS Weekblad willen we
journalistiek brengen waarvan wij vinden dat we die moeten maken.
Journalistiek met een langere adem. Reportages waarvoor we ruim de tijd
nemen. Portretten van hoofdrolspelers waarin we belichten wat nog niet
aan de oppervlakte kwam... Het weekend is bij uitstek het leesmoment van
de week geworden. En in de luwte van het weekend voelen veel lezers de
behoefte om ergens dieper in te duiken, om iets te lezen wat beklijft,
ontroert, verrijkt of inzicht geeft.'
Over Brinckman op zijn Brinckmans:
Daaraan beantwoordt
volgens een ervaren collega 'het geroddel van Brinckman op geen enkel
punt'. Een andere goed geïnformeerde insider zegt dat de artikels van
Brinckman (49) alleen nog in DS komen 'omdat het te duur zou zijn hem te
ontslaan, gezien de hoge afscheidspremie die hij in 2000 als kontendraaier
bij zijn overstap van De Morgen naar De Standaard kon bedingen'. In die
tijd van de internetzeepbel was 'the sky the limit', en was het DS een
kwak - potentieel te betalen - geld waard om Brinckman, chef van de
politieke redactie bij DM, binnen te halen en zo DM te jennen, in het
kader van de strijd tussen beide kranten die zichzelf 'kwaliteitskrant'
noemen. Maar nu zitten ze er mee, en volgens een bron bij de directie
van De Morgen willen ze hem daar ook niet meer terug, want 'zelfs voor
De Morgen gaat Brinckman al te vaak te kort door de bocht. We zijn nu
veel meer een 'lifestyledagblad' voor de linkse Bobo en inwoners van 't
Stad, maar net als bij Story staan we erop correct te berichten. En dat
kan Brinckman niet'. Een ex-collega, nu met pensioen, heeft erg geleden
onder de koppige eenzijdigheid van Brinckman. 'Ik heb nogal problemen
met hem gehad. Wat hij schreef mocht niet gewijzigd worden. Hij vond
zichzelf alwetend, en na mijn verbeteringen aan zijn teksten als
eindredacteur volgden altijd hevige woedeuitbarstingen. Niet te
verwonderen dat hij sinds kort ook Chef Wetstraat af is, en Johan
Rasking, begonnen als 'simpele' journalist bij Het Nieuwsblad in 1987,
nu opgeklommen is tot chef Wetstraat van De Standaard.' Brinckman is
er nu nog slechts - in hun huidige Neder-snob-Engels - 'Senior Writer
Wetstraat.
De Blijde Intrede van Christus..
Terug naar de inhoud
van zijn artikel. Een stukje lichten we er exemplarisch toch uit, dat
waarmee het artikel begint. Het betreft de viering van de Vlaamse
feestdag, vorig jaar in Kortrijk. Maarten Goethals, redacteur Wetstraat,
bracht daar toen op maandag 11 juli '11 verslag van uit in die krant.
Uit zijn reportage toen:
Elke
crisis is een voorbode van een grote verandering. De zondag voor 11
juli, de Vlaamse feestdag, spreekt Bart De Wever in Kortrijk de
Vlamingen moed in. We zijn bijna 710 jaar na de Guldensporenslag en vier
dagen na het keiharde njet tegen de formateursnota van Elio Di Rupo
(PS). Het duizendkoppige publiek knikt instemmend.... De federale
partijen hebben het recht niet om het status quo aan de Vlaming op te
dringen. De aanwezigen, met het zangboekje nog in de handen,
applaudisseren hard....
Twee andere mannen, wachtend tot de stoet vertrekt, fezelen aan de zijkant.
Waarom De
Wever niet en Peeters wél in het stadhuis zijn speech mag geven? Dat is
toch logisch, klinkt het. Kortrijk is van de tsjeven. Natuurlijk dat
Peeters het beste plekje krijgt. s Avonds om acht uur houdt Kris
Peeters zijn toespraak in het stadhuis van Kortrijk. Hij geeft niet op,
zegt hij. Ik ga voor niets minder dan de verwezenlijking van de
Copernicaanse omwenteling die het zwaartepunt bij de deelstaten legt....
Dat wordt nu bij Brinckman een volledig ander verhaal: 'Bart
De Wever vergelijkt zijn kantelmoment met de Blijde Intrede van
Christus in Jeruzalem. Aan de vooravond van de Vlaamse feestdag
verwelkomde een uitzinnige menigte hem vorig jaar als een messias op de
Groeningekouter. Elk half woord maakte de aanwezigen hysterisch, zelfs
al sneed de N-VA-voorman alleen het levensverhaal van Hendrik Conscience
aan. Luttele dagen voordien had hij de onderhandelingsnota van
formateur Elio Di Rupo (PS) genadeloos in de prullenmand gekieperd. Het
compromisloze njet zette een turbo op zijn toch al indrukwekkende
populariteit. De aanwezige maar genegeerde minister-president Kris
Peeters (CD&V) voelde zich vernederd.'
Reeds in de reeks
België in blessuretijd in dec 11, met een zogenaamde reconstructie
van enkele fasen van de regeringsonderhandelingen, was er al
Brinckmaniaans sprake van dat De
Vlaamse feestdag op 11 juli 2011 voor de omslag zorgde. De Wever liet
zich als een onwrikbare held fêteren op de Groeningekouter in Kortrijk,
Kris Peeters (CD&V) moest uitwijken naar het stadhuis van Kortrijk
en voelde zich danig voor schut gezet. De Vlaamse minister-president
staat misschien wel het dichtstbij de N-VA, maar binnen zijn partij
gingen de geesten aan het schuiven. (Artikel Het spook van
de N-VA - Aanwezig door afwezigheid, vrijdag 30 december 2011). In het
nieuwste artikel doet hij er nu nog een schep bovenop. Waar in december
nog sprake was van een held die zich laat fêteren, wordt dat in januari
bij elk half woord, door een hysterische en uitzinnige menigte. De
reeks België in blessuretijd was een zogenaamd onderzoek van de
politieke redacties van De Standaard en Le Soir, waaraan ook Brinckman
meeschreef. Ook dat onderzoek stond bol van de anonieme getuigen:
zegt een onderhandelaar, zeggen sommigen, klonk het elders,
vertelt een Franstalige onderhandelaar, aan Vlaamse kant luidt het,
zegt een Vlaamse voorzitter, zegt een socialistisch kopstuk, enz.,
enz....). Totaal waardeloze bladvulling dus, onverifiëerbaar geroddel.
Naschrift
Ik heb op geen enkele
manier de bedoeling of de behoefte om de N-VA te verdedigen, noch eender
welke partij. De enige bedoeling is een kritisch stuk publiceren over
de media en over één gazet in het bijzonder, die zichzelf een
kwaliteitskrant noemt. Een stuk Mediakritiek dus, zoals ik eerder
artikels schreef over de vraag of Evita Neefs, met haar zeer eenzijdige
artikels vóór de Europese Unie, zonder enig kritisch geluid, niet op de
loonlijst staat van de Europese Commissie (Artikel: 'Evita Neefs: geen journaliste maar propagandiste' , 17.09.10), of over haar eenzijdige overdreven lof zonder enige kritiek op Obama (Artikel: Evita Neefs: geen journaliste maar fanatieke militante,
03.08.11 ), of ook nog over 'belgicist' Marc Reynebeau, die onder de
mom van een reportage van volle 2 blz. over 'wonen in eigen streek' een
berg foutieve informatie (leugens dus) publiceert om de
'Vlaams-nationalisten' toch maar in een slecht daglicht te kunnen
plaatsen: 'Reynebeau bakt het nog veel bruiner dan (ema)' , 23.03.10)
Bart Brinkman
Fijn dat Bart Brinkman nog eens over de hekel wordt gehaald. De wijze waarop hij indertijd de Oosterweelverbinding met de Lange Wapper verdedigde en daarmee probeerde aan te tonen dat de Antwerpenaars dikke egoïsten waren die de zegeningen van deze verbinding maar niet wilden inzien en Vlaanderen deden stilstaan, past in hetzelfde verhaal. Brinkman hangt zijn buikje naar waar het hem het best uitkomt. Hij weet perfect welke gevestigde krachten hij van dienst kan zijn. Hij doet vooral aan stemmingmakerij. En daarmee doet hij het tegenovergestelde van wat een echte journalist zou moeten doen, onvermoeibaar spitten, op zoek naar de waarheid, niet bevreesd om het establishment de oren te wassen, halve waarheden en hele onwaarheden te ontkrachten. Maar helaas, de dagbladen begeven zich steeds verder in de richting van de 'boekskes'. In plaats van een krant vol nieuwsfeiten slepen we steeds meer kook-, reis- en roddelrubrieken mee en allerlei vormen van verkapte publiciteit. De journalisten die daarmee bezig zijn, kunnen geen onderzoek doen. In dergelijk biotoop gedijen figuren zoals Brinkman uitstekend.