Ondanks de belofte dat hun weddes met vijf procent zouden dalen, gunnen de ministers zichzelf een gemiddelde loonsverhoging van acht procent. N-VA-Kamerlid Ben Weyts vindt dat Di RupoI daarmee haar eigen voorbeeldfunctie miskent, zeker in tijden van crisis. 'Hemeltergend.'
'De bezoldiging van de ministers zal met vijf procent verminderd worden', zo staat het zwart op wit geschreven op pagina veertien van het regeerakkoord. In de aanloop naar het compromis werd maandenlang gesproken over politieke vernieuwing: over lagere pensioenen en uittredingsvergoedingen voor de parlementsleden, en lagere weddes voor de ministers. Het eerste is nog niet van de grond gekomen, het tweede gaat zelfs de tegenovergestelde richting uit. De regering legde op de ministerraad van 16 december de nieuwe lonen vast, amper drie weken na de dure eed uit het regeerakkoord. De vaststelling: die lonen stijgen. De premier en vice-premiers gaan van 224.000 naar 248.000 euro bruto per jaar, de ministers van 220.000 naar 238.000 en de staatssecretarissen van 210.000 naar 227.000. Dat komt neer op een extraatje van ongeveer 1.500 euro per maand. Voorbeeldfunctie 'Ik schrik zelf van die cijfers', zegt Ben Weyts. 'Ik kan er geen touw aan vastknopen. Hebben ze zich misrekend? Ik weet het niet.' Hoe dan ook vindt Weyts de loonsverhoging die de ministers zichzelf toekennen 'hemeltergend'. 'Natuurlijk gaat het over niet zóveel geld in vergelijking met de totale besparingsoperatie, maar de politiek heeft wel een voorbeeldfunctie. Als anderen moeten vermageren, moeten de ministers niet zelf vervetten. Dat is niet koosjer. Doe tenminste zelf wat je verwacht van anderen.' In de slag om de sympathie van de bevolking is dit een tweede opdoffer in korte tijd voor de regering. Vrijdag bleek al dat ook het koningshuis meer geld toegestopt krijgt dan in 2011. Ook al kondigde de koning in zijn kersttoespraak aan dat iederéén zal moeten besparen in deze moeilijke economische omstandigheden. Dikkere kabinetten Weyts klaagt ook dat de ministeriële kabinetten niet voldoende afslanken. Het totale budget zakt weliswaar van 56,7 naar 55,2 miljoen, maar er zijn ook minder ministers en staatssecretarissen (19 nu tegenover 22 én een regeringscommissaris onder Yves Leterme).Dat maakt dat het gemiddelde stijgt. Waren er in de regering-Leterme 40 medewerkers per kabinet, dan zijn dat er nu 44. 'Het heeft weinig zin om minder regeringsleden te hebben als je in eenzelfde beweging toelaat dat die regeringsleden meer uitgeven en meer kabinetsleden aanwerven', vindt Weyts. De absolute uitschieter is vicepremier en minister van Sociale Zaken Laurette Onkelinx (PS), met 78 medewerkers in haar slipstream. Weyts zet die cijfers af tegen die van de Vlaamse regering, waar N-VA wel deel van uitmaakt. Daar verminderde het aantal kabinetsleden wel substantieel, en had dat geen gevolgen voor het bestuur. Nog een opmerkelijke vaststelling: de Kamerfractie en Ecolo krijgen van de regering twee gratis medewerkers ter beschikking om de staatshervorming te helpen uitwerken. Zoals bekend is de steun van de groenen nodig om aan een tweederdemeerderheid te geraken.
Staatssecretaris John Crombez: 'Ik stort het geld terug' Zelfs binnen de regering zorgen de hogere weddes voor gemor. Staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (SP.A) valt uit de lucht als hij het hoort. 'Dat meen je niet?' Crombez, die als Vlaams parlementslid altijd een groot voorstander was van een afgetopte en correctere verloning voor politici, zegt te eisen dat het regeerakkoord wordt uitgevoerd. 'Het gaat niet over zoveel geld in vergelijking met de totale saneringsoperatie. Maar dit is een belangrijk symbooldossier. Als die cijfers kloppen, dan stort ik de loonsverhoging zelf terug. Zonder zeveren.'
|