© belga.
Hoewel Europees commissaris Karel De Gucht (Open Vld) dit weekend o.a. in de Zevende Dag ontkende dat hij ooit een antwoord heeft gekregen op de drie brieven die hij naar de top van de Bijzondere Belastingsinspectie stuurde, blijkt dat nu wel het geval te zijn. Dat onthult de krant De Tijd vandaag.
De Tijd pakte dit weekend uit met drie brieven die De Gucht naar Frank Philipsen, de baas van de BBI, had gestuurd met daarin de eis om de Gentse BBI-directeur Karel Anthonissen van het onderzoek tegen hem te halen. De Gucht bevestigde dat hij de brieven had geschreven door te zeggen dat ook hij "het recht heeft om zich kwaad te maken". De Gucht voegde er ook aan toe dat hij nooit een antwoord gehad op de brieven.
Maar dezelfde krant pakt vandaag uit met een vierde brief aan Philipsen, waaruit moet blijken dat zijn vraag een positief gevolg had gekregen, onder andere telefonisch. "Aansluitend op ons telefonisch onderhoud en uw mondelinge toezegging dit stuk, dat essentieel is voor het administratief dossier, aan mij te zullen overmaken, wil ik u vriendelijk doch dringend verzoeken kwestieus document aan mij over te maken", zo schrijft De Gucht.
"Dolksteek" Na de brief stuurde Philipsen het gevraagde, interne, document door naar het privé-mailadres van De Gucht. Wanneer Anthonissen dat ontdekt, reageert hij misnoegd op het gebrek aan interne steun van zijn baas. "Een dolksteek", zo omschrijft hij het manoeuvre.
De Gucht kreeg met behulp van Philipsen ook een intern document in handen dat hem hielp te procederen tegen de BBI zelf. En ook de drie eerdere brieven blijken nu niet in dovemansoren te zijn gevallen. Hoewel Philipsen in het begin zijn gewestelijk directeur Anthonissen nog steunde, zou hij na de brieven telkens een interne nota geschreven hebben om Anthonissen van het dossier te halen. Maar die weigerde altijd.
Uiteindelijk besliste het Gentse hof van beroep dat Anthonissen onpartijdig was, maar dat er te weinig aanwijzingen waren om het onderzoek naar De Gucht verder te zetten. Anthonissen kreeg wel een tuchtsanctie van Philipsen omdat hij was blijven weigeren het dossier af te staan.
|