Per toeval zapte ik vandaag op de heruitzending van de zitting van het parlement ivm B-H-V. Ik heb zelden in mijn leven zon belachelijk circus gezien. De lichaamstaal van de aanwezige parlementariërs is veelzeggend: Een pijnlijke afwezigheid bij de meeste vrouwelijke volksvertegenwoordigers, een ongeziene onwennigheid bij premier Leterme, een gespeelde hoogmoed zoals bij die verschrikkelijk triestige CD&V-er Sylvain Verherstraeten die even gedateerd is als zijn voornaam, een degoutante pretentie bij een kauwgummende Patrick Dewael, een zielige kinderachtigheid op de banken van het Vlaams Belang, haantjesgedrag en een niet-afgevende Jean-Marie Dedecker. Het niveau van de Belgische politiek was zelden zo slecht. We hebben een premier die van geen hout weet pijlen te maken, een regering die met haken en ogen aaneenhangt en een parlement die nog te slechts is om in rariteitenmuseum terecht te komen. Indien het parlement een afspiegeling is van de bevolking hetgeen gelukkig minder het geval is wegens het nepotisme- dan is het slecht met ons land gesteld.
Ik begrijp werkelijk niet wie zin heeft om in zulke wespennest, met zulke dwaze tussenkomsten en zulke creaturen te vergaderen terwijl buiten de zon schijnt. Enkel een zot zou daar willen zetelen. Vroeger was een volksvertegenwoordiger iemand met aanzien een notabele. In de huidige contekst wordt politicus een scheldwoord. Een hoop egotrippers en een aantal derderangsfiguren vullen nu het federaal parlement. Voor mij mogen ze de helft van onze politieke organen afschaffen en dan zijn er wellicht nog teveel politici.
|