De racistische Zuid-Afrikaanse leider Eugène Terreblanche, die afgelopen weekeinde werd vermoord, werd op handen gedragen door leden van de Afrikaner Weerstandsbeweging. Hij knokte tot het bittere einde tegen de afschaffing van de apartheid. Afrikaners hebben het recht op zelfbeschikking.
Ze maken me altijd uit voor racist, iemand die zwarte mensen haat. Ik haat ze niet. Ik groeide met ze op. Ik weet alleen dat er veel verschillen zijn tussen blank en zwart en dat zal ik altijd geloven.
Eugène Ney Terreblanche bleef tot zijn dood hij werd in de nacht van zaterdag op zondag vermoord overtuigd dat het blanke ras superieur was aan het zwarte.
Terreblanche was in Zuid-Afrika diep gehaat bij de grote massa maar intens geliefd in kleine kring. Zwarte Zuid-Afrikanen en liberale blanken veroordeelden zijn racisme. Hij werd echter op handen gedragen door de aanhangers van de Afrikaner Weerstandsbeweging (AWB) die hij 1970 oprichtte met andere ultrarechtse blanken. We richtten de AWB op uit teleurstelling over de liberale politiek van premier Balthazar Johannes Vorster, verklaarde Terreblanche.
Premier Vorster was echter allesbehalve liberaal. Hij was een overtuigd aanhanger van het nazisme en voerde tijdens zijn regeerperiode tussen 1977 en 1978 een hele reeks apartheidswetgevingen door.
Terreblanche kreeg grote bekendheid in de laatste jaren van de apartheid. Zijn AWB probeerde op alle mogelijke manieren de eerste democratische verkiezingen van Zuid-Afrika, in 1994, te verhinderden. De zwarte revolutie moet tegen elke prijs worden voorkomen. Ik ken de zwarten. Ze willen ons overheersen, onze taal en cultuur vernietigen en ons land afpakken, luidde de mantra van Terreblanche.
In 1991 ontaardde een spreekbeurt van de toenmalige president W.F. de Klerk in een bloedbad in Ventersdorp, de woonplaats van de AWB-leider. De Klerk had een jaar daarvoor Nelson Mandela vrijgelaten en het verbod opgeheven op het ANC, de huidige regeringspartij.
Terreblanche beschouwde het ANC en Mandela als communisten en een gevaar voor de blanke overheersing in Zuid-Afrika. Hij riep AWB-leden uit het hele land op om naar Ventersdorp te komen voor een protestmars tegen De Klerk. Bij de confrontatie tussen demonstranten en politie kwamen vier mensen om. Het was de eerste keer in 43 jaar apartheid dat blanke politieagenten blanke demonstranten doodden.
De gebeurtenis was voor de AWB een oorlogsverklaring. Aanvankelijk protesteerde de beweging voornamelijk door spectaculaire acties waarbij alleen gewonden vielen. Zo verzamelden in 1993 zon drieduizend leden zich bij het Wereldhandelscentrum in Johannesburg waar politieke partijen de organisatie van de verkiezingen in het jaar daarop bespraken.
Aanvankelijk ging het er vreedzaam aan toe tot de lijfwachten van Terreblanche, de zogeheten ijzerwacht, een gepantserde wagen dwars door een politiekordon het gebouw binnenreed. De AWBers, allemaal gewapend, stormden de vergaderzaal binnen. In de ontstane chaos renden politici alle kanten op en verstopten ze zich in het gebouw uit angst voor een vuurgevecht. Maar de AWB/leden vertrokken vreedzaam, na het meubilair te hebben vernield.
Gaandeweg werden Terreblanche en zijn beweging radicaler. Aan de vooravond van de verkiezingen in 1994 pleegden AWB-leden vier bomaanslagen waarbij zeventien mensen werden gedood. Terreblanche ontkende elke betrokkenheid maar erkende jaren later in een documentaire morele verantwoordelijkheid.
Terreblanche stond de pers vaak te woord. De media moesten daarvoor naar Ventersdorp afreizen, zon honderd kilometer ten noorden van de hoofdstad Pretoria. Alleen blanke journalisten werden toegelaten in het tweeduizend zielen tellende dorp, waar bijna iedere man gewapend was.
Terreblanche hield meestal ad hoc persconferenties terwijl hij door het dorp wandelde met journalisten in zijn kielzog. De keer dat ik hem ontmoette, aaide hij over het hoofd van een jongetje dat in een geparkeerde auto zat. Het kind, gestoken in het kakikleurige uniform van de AWB met daarop het swastika-achtige symbool van de beweging, had een pistool in de hand. Of het echt of speelgoed was, bleef onduidelijk. Terreblanche merkte op: Je kunt niet jong genoeg beginnen om jezelf te leren verdedigen.
Terreblanche was een opvallende gestalte met zijn robuuste bouw, zijn grijze, volle baard en staalblauwe ogen.
Hij hield graag toespraken, gezeten op zijn Friese hengst Atilla. Zijn geliefde paard zorgde tijdens een parade in Pretoria voor nieuws door hem uit het zadel te gooien. Een diepe vernedering voor Terreblanche, die er prat op ging elk wild paard te kunnen berijden. Dagen achtereen werd het incident op de Zuid-Afrikaanse tv uitgezonden.
Terreblanche was een begaafd spreker die zijn aanhangers wist op te zwepen. In zijn profiel op Facebook, de sociale-netwerksite, schreef hij over zichzelf: Ik ben erkend als een van de beste redenaars ter wereld. Daar gaf hij ook aan drie beroepen te hebben: politieagent, boer en activist.
In de tuin van de witte bungalow van Terreblanche in Ventersdorp staat een oude huifkar van het type waarmee tussen 1830 en 1840 zijn voorouders uit de omgeving van het huidige Kaapstad noordwaarts trokken. Zijn voorvaderen waren hugenoten, afkomstig uit het Franse Toulon. In 1704 zette Estienne Terreblanche voet aan wal bij Kaapstad. Hij werd later een rebellenstrijder die vocht aan de zijde van de Afrikaner Boeren tegen de Britse koloniale overheersers.
De vader van de AWB-leider was luitenant-kolonel in het Zuid-Afrikaanse leger. Hij had ook een boerderij in Ventersdorp, waar Eugène in 1941 werd geboren.
De bravoure van Terreblanche en zijn AWB leidde ook tot de teloorgang van de beweging. Een paar weken voor de verkiezingen van 1994 organiseerde de AWB een militaire interventie in het thuisland Bophuthatswana die eindigde met de dood van drie AWB-leden, voor het oog van de cameras. De dreiging van Terreblanche om het democratiseringsproces te verstoren, leek opeens minder serieus omdat de militaire zwakte van de AWB duidelijk was geworden.
Terreblanche begreep dat hij verslagen was en verklaarde: De oorlog is over.
Het werd een paar jaar stil rond Terreblanche, maar in 1997 kwam hij weer volop in het nieuws. Hij werd veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf nadat hij twee van zijn personeelsleden zwaar had mishandeld. Een van hen, Paul Motshabi, liep een hersenbeschadiging op. Terreblanche werd wegens goed gedrag eerder vrijgelaten.
In 2001 werd hij opnieuw veroordeeld voor een poging tot doodslag. In alle gevallen waren zijn slachtoffers zwarten. Hij had de naam een wrede werkgever te zijn.
Zelfs achter gevangenismuren veroorzaakte Terreblanche commotie. In 2004 haalde hij de 25ste plaats op de lijst van de honderd meest gerespecteerde Zuid-Afrikanen. De lijst, samengesteld door de Zuid-Afrikaanse staatsomroep SABC, maakte verhitte discussies los. Het gevolg was dat de lijst van prominente Zuid-Afrikanen werd afgeschaft.
Terreblanche gebruikte zijn tijd in de gevangenis om te beginnen met het schrijven van zijn memoires. Ook produceerde hij een dichtbundel. Zijn hele leven had hij al poëzie geschreven, die zelfs de schoolboeken voor Afrikaanse literatuur haalde. In 2005 werd hij opnieuw vervroegd vrijgelaten omdat hij zich als een modelgevangene gedroeg.
Twee jaar geleden maakte Terreblanche bekend dat hij de AWB nieuw leven in wilde blazen. Hij pakte zijn ideeën voor een blank thuisland weer op. Ik ben er trots op een Afrikaner te zijn. Wij zijn een unieke natie met een prachtige cultuur en een levendige taal. Afrikaners hebben het recht op zelfbeschikking. Dat is een fundamenteel principe van democratie.
Terreblanche maakte graag grappen over de toepasselijkheid van zijn achternaam. Het is Frans voor witte (blanke) aarde. Conservatieve Afrikaner boeren zeggen een diepe band te voelen met de Afrikaanse grond.
De AWB-leider schreef gedichten over die innige band, die een leidraad in zijn leven was. In een recent interview over zijn leven met het Zuid-Afrikaanse weekblad Mail & Guardian concludeerde Terreblanche: Ik heb nergens spijt van.
|