Kanunnik Gaston Mornie was directeur van de kloostergemeenschap. Hij bewoonde de woning vlak naast het klooster. Pas veertig dagen later kwam het Dendermondse parket aan de weet dat zuster Gabrielle verdwenen was. De kamer van zuster Gabrielle werd opengebroken, maar familie en politie bleven hiervan in het ongewisse. Antoon Cordeman startte een onderzoek op, zonder resultaat.

In 1990 heropende Marc Bockstaele van de gerechtelijke politie van Aalst het onderzoek. Hij was in homokringen op de naam van Mornie gestoten en bracht het onderzoek werkelijk op gang. De kanunnik werd ondervraagd en aan de leugendetector gelegd. 'We hebben een motief en een dader, maar geen lijk', klonk het in gerechtelijke kringen.

Mornie belandde in de psychiatrie. 'De grond werd hem te heet onder de voeten', besluit De Maeseneer. Hij verblijft er nog altijd en is ondertussen ruim tachtig jaar.