Het einde van de traditionele energiebronnen is in zicht. De fossiele brandstoffen zullen binnen maximaal één generatie verdwijnen. Kernenergie daarentegen is een vrij recente energiebron. Het was een positief gevolg van een extreem schadelijk wapen, de atoombom. Gedurende decennia heeft de Westerse wereld kunnen profiteren van atoomenergie. Mede door kernenergie hebben we onze welvaart kunnen opbouwen. Spijtig genoeg is er ook hier heel wat fout gelopen. Dossiers als Tsjernobylj en Japan zijn een teken aan de wand. Kernenergie is spijtig genoeg niet zo veilig als men beweert. Stoere ingenieurs in Doel beweerden jarenlang dat hun kerncentrale bestand was tegen de extreemste omstandigheden, waaronder natuurrampen en bomaanslagen. De situatie in Japan bewijst echter hoe fragiel deze centrales eigenlijk zijn. Een tsunamie of een aardbeving is voldoende om het leven van duizenden mensen is in gevaar te brengen.
Er rust een zware verantwoordelijkheid bij onze beleidsmakers. Meer dan ooit dient de menselijke beschaving op zoek te gaan naar alternatieve energiebronnen. In ons land is wellicht windenergie de meest voor de hand liggende oplossing.
Ofschoon ik allesbehalve een groene jongen ben, heb ik voor de gelegenheid deze tekst van GROEN! op mijn weblog toegevoegd:
Kernenergie is wereldwijd gezien een marginale energiebron, waar maar een handvol landen gebruik van maken. Vandaag reeds wordt er wereldwijd meer elektriciteit opgewekt door middel van hernieuwbare energiebronnen dan door kernenergie. Kerncentrales leveren amper 2% van het mondiale energieverbruik.
Zelfs in de EU zijn er meer lidstaten zonder, dan met kerncentrales. Alleen Frankrijk en Finland bouwen momenteel een nieuwe reactor.
De laatste reactorbestelling in de VS, die effectief tot de bouw en ingebruikname van de reactor heeft geleid, dateert reeds van 1973. De bouwstop werd in de bakermat van de kernenergie dus al ingezet op het moment dat de eerste reactor bij ons nog niet operationeel was en lang voor de kernongevallen in Harrisburg (1979) en Tsjernobyl (1986).
Azië werd lange tijd voorgesteld als groeipool voor kernenergie. Vandaag lopen er effectief nog programmas in China, India, Taiwan, Korea en Japan. Maar in China komen er jaarlijks nog steeds meer hernieuwbare energieprojecten dan nucleaire tot stand.
België en Frankrijk (met respectievelijk 60 en 75% marktaandeel) vormen grote uitzonderingen door zo resoluut voor kernenergie te kiezen. De andere EU-landen met kerncentrales hebben allemaal een veel kleiner aandeel nucleaire elektriciteit: Zweden de helft, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Finland en Spanje ca. 30% en Nederland amper 5%. Italië, Portugal, Oostenrijk, Denemarken, Ierland, Luxemburg, Griekenland en Polen hebben helemaal geen kerncentrales.
Het sluiten van de kerncentrales tussen 2015 en 2025 betekent dat we geleidelijk vervangcapaciteit moeten voorzien voor één derde van ons huidig elektriciteitspark (omdat Electrabel dat zo wil, produceren onze kernreactoren 60% van onze elektriciteit, maar de kerncentrales vertegenwoordigen slechts 1/3 van ons productiepark). Op diverse fronten wordt gezocht naar alternatieven. Denken we maar aan de WKK- en STEG-centrales die op verschillende, veelal industriële, plaatsen verrijzen.
Kernfusie, jaren terug nog als het ultieme redmiddel ter vervanging van de kernsplijting naar voor geschoven, kan alvast de verwachtingen niet inlossen.
Argument: Zal de ontwikkeling van kernfusie het probleem oplossen? Ondanks miljarden euros steun en het ter beschikking stellen van de knapste wetenschappers gedurende de afgelopen decennia, heeft gecontroleerde kernfusie tot op vandaag minder bruikbare energie geproduceerd dan de stroomturbine aan de watermolen van Rotselaar
Argument: De enige kernfusiereactor die veilig is en die we echt nodig hebben, bevindt zich op 149,6 miljoen kilometer van de Aarde: de zon!
Diverse studies tonen aan dat het ondervangen van de kernuitstap echter niet noodzakelijk zware technologische innovaties vereist. De stroomproductie van ons kerncentralepark kan zowel technisch als economisch, realistisch gecompenseerd worden middels een bewust beleid, gebaseerd op de Trias Energetica:
- Energiebesparing thuis (zuinigere elektrotoestellen, spaarlampen, stand-by-functies uitschakelen,
), op bureau (niet gebruikte Pcs, printers of kopieerapparaten afzetten,
) en in de industrie (zuinigere en beter afgestelde elektromotoren en pompen,
).
- Hernieuwbare energiebronnen maximaal benutten: wind op land, wind offshore, zonne-energie, waterkracht, duurzame biomassa.
- De meest performante stroomproductietechnieken met hoogste rendement en laagste milieu-impact: warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) en stoom- en gasturbines (STEG) op aardgas.
Het studiebureau E-ster berekende dat België nog een ruime marge heeft voor het besparen van elektriciteit. Op korte termijn (minder dan twee jaar) zou het gaan om een vermindering van 9.510 GWh. Op middellange termijn (10 jaar) kunnen we nog eens 14.260 GWh besparen of samen een potentieel van 23.770 GWh. Dit is meer dan het vermogen van onze zeven steenkoolcentrales én de drie oudste kernreactoren samen. Met een doorgedreven besparing op het elektriciteitsverbruik kunnen we op 10 jaar tijd dus niet alleen de eerste drie kernreactoren sluiten, zoals gepland, maar ook de zeven sterk vervuilende steenkoolcentrales.
Volgens een rapport van het Duits Instituut voor Windenergie (DEWI) kan windenergie bovendien, op één generatie tijd, zorgen voor één derde van de elektriciteit voor alle landen aan de Noordzee. België moet met de andere Noordzeelanden, gaan samen zitten om een gezamenlijk hoogspanningsnet uit te bouwen dat de verschillende offshore windparken op de Noordzee verbindt.
Koppel hieraan dan ook nog eens de vele, lokale WWK- en STEG-centrales die onlangs in gebruik werden genomen of in de steigers staan, en je kan niets anders concluderen, dan dat het licht ook na de kernuitstap zal blijven branden. En dat het onder het onder de vorm van een spaarlamp zal zijn, is dan ook nog aardig meegenomen.
Argument: Kernenergie is voorbijgestreefd. Een kernreactor is de laatste fase van het tijdperk van de stoomketel, waarbij door het verbranden van hout, gas en steenkool of door het splijten van uraniumkernen hitte geproduceerd wordt om water te koken en stoom te maken om een turbine aan te drijven en zo via een generator elektriciteit te maken. Moderne en toekomstgerichte elektriciteitsopwekking gebeurt op decentrale wijze dicht bij de locatie van verbruik en maakt gebruik van schone en veilige technologieën gebaseerd op fotovoltaïsche procedés, aerodynamische processen, hernieuwbare bronnen en nieuwe materialen
|