De directieraad van het Vlaams Parlement besliste Sven Gatz een uittredingsvergoeding toe te kennen omdat zijn aanvraag volkomen overeenstemt met het reglement. Gatz, fractievoorzitter van Open VLD, nam recent ontslag om directeur te worden bij de Unie van Belgische Brouwers. Gatz was 17 jaar parlementslid: in 1995 kwam hij in het Brussels Parlement, in 1999 in het Vlaams Parlement. Het statuut van de parlementsleden geeft hem dan, ook als hij zelf ontslag neemt en meteen een andere job heeft, recht op een uittredingsvergoeding van 34 maanden, als hij erom vraagt. Hij krijgt twee jaar lang een verhoging, omdat hij fractievoorzitter was. Dat komt neer op een bedrag in de buurt van 300.000 euro. Bruto.

Daarop moet hij nog wel pensioenbijdragen (8,5 procent) betalen en wellicht ook nog de afdracht aan zijn partij. Wellicht rest dan nog 250.000 euro bruto.

Er is al vele malen heisa geweest over die uittredingsvergoeding. Onder meer in 2006 toen Vlaams parlementsvoorzitter Norbert De Batselier (SP.A) vertrok om directeur te worden bij de Nationale Bank. Het statuut zegt dat wie een hoge openbare functie aanneemt, geen recht heeft op die vergoeding, maar de Nationale Bank stond niet in dat lijstje. Hij deed toen afstand van de verhoging als voorzitter. Er was ook heisa in het zuiden van het land toen Waals parlementsvoorzitter José Happart bij zijn afscheid in 2009 ongeveer 500.000 euro kreeg.

Er zijn al meermaals voorstellen ingediend om die vergoeding en andere punten uit het statuut van de parlementsleden - onder meer volledig pensioen na 20 jaar - aan te passen. Sven Gatz diende tien jaar geleden zelf voorstellen in om de uittredingsvergoeding te verminderen tot één jaar.

Maar er is nooit iets van gekomen. De verschillende parlementen willen gelijkaardige regelingen hebben, en de ene kijkt naar de andere, en de andere naar de ene, en zo komt er nooit iets van. Een bijeenkomst van de voorzitters van de zeven parlementen bracht de zaak ook niet in een stroomversnelling, zei Sven Gatz gisteren vanop de luchthaven van Boston, waar hij geblokkeerd zat.

'Ik bepleit al tien jaar een wijziging, maar als de regels nog altijd zijn wat ze zijn, en ik nu recht heb op die uitkering, vind ik dat ik dat recht mag uitoefenen', zegt hij.

Als ministers zelf opstappen, hebben zij ook recht op zo'n uittredingsvergoeding. Bert Anciaux (nu SP.A) maakte daar jaren geleden gebruik van. Als Inge Vervotte (CD&V) zou opstappen als minister, heeft ze recht op 16 maanden, als ze die vergoeding vraagt.