Effecten van de recitatie van de " Sutra van het Gouden Licht "
Lama Thubten Zopa Rinpochee werd in 1946 geboren in Thami het Mount Everest gebied van nepal. Op tienjarige leeftijd vertrok hij naar Tibet, Gedwongen om in 1959 te vluchten, belande hij in India waar hij Lama Thubten Yeshe ontmoette, die zijn belangrijkste leraar werd.Toen lama Yesche overleed werd Rinpoche spiritueel directeur van FPMT ( Foundation for preservation of the Mahayana Tradition).
Iedereen die vrede in de wereld en in zichzelf wil zou de Sutra van het Gouden Licht moeten lezen en / of reciteren. Dit is een belangrijke beoefening om geweld en oorlogen in onszelf en de wereld te stoppen. Zelfs wanneer je een pagina of een paar regels per dag kunt lezen zal het effect hebben. Het is de koning van de Sutra's, buitengewoon krachtig en wensen vervullend, terwijl het vrede en geluk schenkt aan alle voelende wezens tot aan de verlichting. het is krachtig voor je bescherming, de bescherming van je land en de bescherming van de wereld. Verder heeft het ook een grote helende kracht. De Sutra beschermt ook individuen en het land tegen natuurrampen. De voordelen van deze Sutre zijn onmetelijk; de teksten zeggen dat het offeren van kostbare juwelen-ontelbaar als het aantal atomen van de grote oceaan- aan ontelbare boeddha's , vergeleken met het reciteren van enkele regels van de Sutra, dat het reciteren veel meer positieve energie oplevert. Door het reciteren wordt ons leven in de richting van de verlichting gestuurd.
Fragment uit Sutra van het Gouden Licht ( Suvarnabhasa Sutra) ) ( Phags pa gser'od dam pa mdo sde'i dbang po' i rgyal po ).
Vanwege hun altruistische motivatie en de juiste intentie waarmee zij naar deze Suvarnabhasa Sutra ( Gouden Licht Sutra) luisteren, worden talrijke triljoenen Bodhisattva's " Onomkeerbaar " op het pad naar de volmaakte Verlichting. " Hij die zoekt en niet werkelijk verlangt, zal niet vinden , al wordt het hem in de hand gegeven.maar zoekt hij het allerzeldzaamste ter wereld met oprecht verlangen, dan zal hij het ondekken, al ligt het onder de Bergen begraven. De Boeddha zei : " Ik kan je slechts de Weg wijzen, maar die zul jezelf moeten bewandelen! "
" Hulde aan de Boeddha wiens Verlichting en Wijsheid volkomen zuiver is.
"Hulde aan de Boeddha die welbespraakt op perfecte wijze de Dharma weet te verkondigen.
" Hulde aan de Boeddha, wiens geest bevrijdt is van de begoochelingen van de wereld, die het niet-zelf heeft gerealiseerd en verlost van de wereldse paden van wetteloosheid.
En wederom hulde aan de boeddha, die de perfecte Wijsheid heeft gerealiseerd over alle Bestaan en Niet-bestaan.
Boeddha's glorie is werkelijk grenzenloos! Hij vertoont veel overeenkomsten met de oceaan of de berg Meru! De diepzzinnige Boeddha sfeer is nauwelijks te bevatten en net zo zeldzaam als de bloesems van de udumbara boom !
Zo vol mededogen voor alle voelende wezens is de Tathagata toch, een kroonjuweel in het geslacht van Shakya koningen. Een zoon onder de mensen is de Tathagata, die voor het welzijn van alle moeder- voelende wezens deze uitmunde Sutra heeft verkondigd!
Kalm, bedaard en rustig is de Tathagata Shakyamuni op voortreffelijke wijze de stad van de vrede binnengegaan. Zijn Meditatie was diepzinnig, gelijkmoedig, en volkomen zuiver. Hij bereikte de sfeer ven de Overwinnaar, de zegevierende Boeddha.
En de lichamen van de Shravaka's zijn leeg van inherent bestaan. de besten onde de twee-benigen zijn ook leeg van onafhankelijk bestaan
Alle objecten zijn van nature Leeg van inherent bestaan. En alle moeder-voelende wezens zijn eveneens leeg van inherent bestaan.
Er is niets dat (absoluut) op zichzelf (onafhankelijk) bestaat en alles wat bestaat is onderling afhankelijk met elkaar verbonden en bestaansafhankelijk Zo is er geen Zelf ( of ik) dat gevonden kan worden. (Zelfs de Leegte zelf , is Leeg van inherent bestaan.
Eerst wordt hij het zaad van een mens, hetgeen kracht is, die uit alle delen van het lichaam verzameld wordt. De mens draagt inderdaad een zelf inzichzelf. Wanneer hij dat zaad in een vrouw uitwerpt, wordt dat zelf geboren. dat is zijn eerste geboorte.
Het zaad smelt samen met het lichaam van de vrouw ; omdat het haar lichaam wordt, schaadt het haar niet. Zij voedt dit zelf van de man in haarzelf.
Bescherm haar, voed haar, want zij beschermt het zaad. Voor en na de geboorte van het kind, voedt en beschermt de man het kind en zo beschermt hij zichzelf, Zo leeft hij verder en zo leeft de wereld verder ; dat is zijn tweede geboorte.
De zoon, die weer de vader is, draagt de traditie van de familie voort en als de vader zijn lotsbestemming voltooid en zijn jaren opgebruikt heeft, sterft hij en wordt opnieuw geboren. Dat is zijn derde geboorte. de wijze Vamadeva zeide: 'toen ik in de moederschoot lag, kende ik de geboorte van alle goden. Ik werd vastgehouden achter honderd ijzeren deuren, maar ik brak eruit, als een havik zo snel brak ik eruit.
De wijze Vamadeva brak los uit het lichaam, genoot van de hemelse vreugden terwijl het lichaam uiteenviel en werd onsterfelijk, ja werd onsterfelijk.
5
Wie is Hij die wij aanbidden als het Zelf ? Wie van de twee is Hij ? Is Hij datgene waardoor wij zien, horen, spreken, ruiken, het zoete van het zure onderscheiden ?
Of is Hij die andere, die in de geest of in het hart leeft, als bewustzijn, waarneming, onderscheidingsvermogen, intelligentie , wijsheid, inzicht, volharding, gedachten, intuitie, herinnering , doel, leven , begeerte, beheersing ; al deze dingen zijn namen voor de Intelligentie.
Hij is Brahma, ( de Schepper), Indra ( geest ) ; hij is Prajapati ( bestanddelen van het leven). Ook is Hij de vijf grote elementen namelijk, ether, lucht, vuur, water, en aarde ; en alle combinaties van deze ; ook is Hij allen , die uit het ei geboren worden , uit de moederschoot en uit de aarde geboren worden ; paarden, koeien, mensen olifanten, alles wat ademt, bewegend, niet-bewegend of vliegend. Alles is gegrondvest op intelligentie, wordt beheerst door intelligentie en ondersteund door intelligentie. Brahman is intelligentie.
De wijze Vamadeva, in het bezit van deze intelligentie, brak los uit de wereld, genoot van de hemelse vreugden , terwijl het lichaam uiteenviel en werd onsterfelijk, ja werd onsterfelijk.
Hij dacht : ' Hier zijn de werelden en hun gebieders. laat Ik nu voedsel voor hen scheppen.'
Hij mediteerde over de wateren en uit die meditatie kwam een vorm tevoorschijn. Die vorm is voedsel.
Het voedsel, aldus geschapen, vluchtte weg van de mens. De mens trachtte het te grijpen met spraak, doch faalde; was hij erin geslaagd, dan was erover te spreken voldoende geweest.
Hij trachtte het te grijpen met reuk, doch faalde; was hij erin geslaagd, dan was het in te ademen voldoende geweest.
Hij trachtte het te grijpen met zijn ogen, doch faalde; was hij erin geslaagd, dan was ernaar te kijken voldoende geweest
Hij trachtte het te grijpen met zijn oren, doch faalde; was hij erin geslaagd, dan was ernaar te luisteren voldoende geweest.
Hij trachtte het te grijpen met zijn huid, doch faalde; was hij erin geslaagd, dan was het aan te raken voldoende geweest.
Hij trachtte het te grijpen met zijn geest ,doch faalde, was hij erin geslaagd, dan was erover te denken voldoende geweest.
Hij trachtte het te grijpen met de neerwaardse adem Apana en slaagde. Apana alleen neemt voedsel op ; Apana leeft van voedsel.
Hij ( De Schepper) dacht ; ' Kunnen zij zonder Mij leven ? Hoe zal Ik het lichaam binnengaan ? Hij wist dat zij , zelfs al sprak de tong, al ademde de adem, al zagen de ogen, al hoorden de oren, al voelde de huid , al dacht de geest , al trok Apana naar binnen , al wierp het voortplantingsorgaan uit, dat zij Hem niet zouden kennen.
Hij opende de naad van de schedel en trad binnen door de poort die de Poort van Vreugde genoemd wordt. Hij vond drie plaatsten in het lichaam, waar Hij kon wonen , drie toestanden waar Hij kon optreden; Waken ; dromen; slapen ( Drie staten van bewustzijn ).
Hij tad het lichaam binnen , gaf namen aan de verschillende delen, vroeg zich af of er iets kon zijn dat niet Hijzelf was, vond tot zijn vreugde dat er niets was dan Hijzelf.
Daarom staat Hij bekend al Indandra - Hij die ziet - of wel , afgekort tot Indra. Want zelfs de goden houden ervan om iets achter een naam te verbergen.
Toen deze goden geschapen waren , keerden zij terug in de wateren. Toen schonk Hij dat wezen honger en dorst. Toen zeiden de goden ; 'Geef ons een plaats waar wij kunnen leven en eten. '
Hij schiep een koe uit de wateren. zij zeiden ; ' Neen dat is niet genoeg. ' Hij schiep een paard. Zij zeiden : ' Neen, dat is niet genoeg.'
Hij schiep een mens. Toen zeiden zij : Ge hebt wél gedaan . Omdat zij voldaan waren is de mens het hoofd van de schepselen. Hij zeide tot de goden: ' Neem uw plaats in.'
Vuur, in de vorm van spraak, trad de mond binnen ; lucht, in de vorm van adem , trad de neus binnen; zon,in de vorm van gezichtsvermogen, trad de ogen binnen; ruimte, in de vorm van het gehoor, trad de oren binnen ; plantengroei, in de vorm van haar, trad de huid binnen; maan, in de vorm van geest, trad het hart binnen ; dood, in de vorm van Apana, trad de navel binnen; water in de vorm van zaad, trad de lendenen binnen.
Honger en dorst zeiden : ' Waar is onze plaats ?' Hij zeide ; ' Neem uw plaats in naast alle goden, want Ik heb u deelgenoten van allen gemaakt. Aan welke god de mens ook offers brengt, honger en dorst zullen er altijd aan deelnemen.'
Moge Gij in mij geopenbaard worden! Moge mijn spreken en denken één zijn.Moge zij mij de Veda's openbaren. Moge ik dag en nacht deze kennis bij mij houden, moge ik het nimmer vergeten. Waarheid zal op mijn lippen zijn, waarheid in mijn gedachten. Moge waarheid mij beschermen; mijn leermeesters beschermen.
AUM. Moge vrede en vrede en vrede overal zijn.
1
In den beginne was er één enkel Zelf , geen oog knipte. Hij dacht: ' Laat ik nu werelden scheppen '
Hij schiep deze werelden, die van het eerste water, het eerste licht , de wereld van de aarde en de wateren daarin. De Hemel en daarboven is het gebied van het eerste water; het uitspansel is dat van het licht; dit sterfelijke gebied is dat van de aarde; onder de aarde is dat van het water. Hij dacht; ' Dat zijn de werelden ; laat Ik nu hun gebieders scheppen ' Uit het water tilde Hij een ei.
Hij verwarmde het en tengevolge van Zijn warmte verscheen door een barst een wezen met een mond, want Zijn eigen vorm lag erin besloten. Uit de mond kwam spraak ; uit spraak vuur. Een neus verscheen; uit zijn neusgaten kwam adem, uit adem lucht. De ogen verschenen ; uit de ogen kwam het zien ; uit het zien de zon. De oren verschenen ; uit de oren kwam het horen ; uit het horen de vier windstreken. De huid verscheen ; uit de huid kwam haar ; uit haar de plantengroei. Het hart verscheen, uit het hart kwam geest; uit geest kwam de maan. De navel verscheen; uit de navel kwam voortplanting, daaruit kwam de dood. Het voortplantingsorgaan verscheen ; uit dit orgaan kwam zaad ; uit zaad water.