Omstreeks 12u zijn we terug in het kamp, waar we na het eten wat rusten.. Het is hier warm en vermoeiend in de bergen.
Om 14u30 terug op stap, bezoek brengen aan de Beema-gemeenschap. Het is een zware klim van 30 min steil omhoog, langs een smal paadje. Zowel door water als over wat rotsen. Over deze weg moeten ook zij naar de weg geraken, meestal beladen met fruit. Maar de beklimming loont zich. Boven komen we op een vruchtbaar plateau, met hier en daar wat huisjes.Er wonen een 100-tal personen in dit ' dorp'. Onze chauffeur slaat een babbeltje met een vrouw en zo vernemen we dat er zelfs een schooltje is en een klien gebedshuis. We krijgen het wel niet te zien.
We ontmoetten één echt 'arische ' vrouw, haast blanke huidskleur. Foto nemen was niet mogelijk.
Ze kunnen die groenten kweken met een eenvoudig irigatiesysteem. Ze leggen in de aarde kanaaltjes aan, die ze met de hand afsluiten of openen en zo het water over het gewenste gedeelte laten vloeien. Uiteraard zijn het hier weer de vrouwen die dit werk opknappen!! ( ik begin me wat te schamen daar, een man te zijn!!)
Maaandag 28 aug. Om 9 u trekken we naar de Dah-gemeenschap. Opvallend is dat vooral de vrouwen vriendelijk zijn, maar alléén als er geen mannen bij zijn!! De mannen zijn eerder wantrouwig en ook hier zijn het de vrouwen die het werk doen !! De kippen slapen bij hen in 'huis' en het is er niet zo netjes.. Ze leven langs de flank van een berg, meerdere stalletjes voor de geiten en stofferige , kleine huisjes. We mogen even binnen bij een vrouw met 2 kindjes. Het is er netjes. Keuken, kachel, wonen, eten, slapen.. alles in 1 ruimte. Vrouwen hebben zeer lang haar,speciaal gevlochten. Hun hoofdbedekking is bovenaan versierd met verse bloemen ( in de winter blijkbaar gedroogde).Ook sieraden worden gedragen, vooral door de ouderen. Ze werken op het ' veld' met kindje op hun rug. Kweken er tomaten, boontjes,kool, druif, abrikoos en appels.
Na een picnic in Kaltse, bereiken we Dah Anu , waar we gaan kijken in het guesthouse. Maar het is ver is de bergen om de bagage te sleuren, maar erger nog, donker en vuile kamers. Dan maar terug en beneden in het tentenkamp onze intrek genomen. Er staan een 15-tal tenten, wij zijn de enigen die er verblijven.
De Aryans leven in een 7-tal dorpen in deze regio. Zij beleven nog de Bon-religie, de voorloper van het Boedisme. Laten in hun gemeenschap geen buitenstaanders toe en huwen ook onder mekaar. ( men ziet dan ook misvormde-vooral de ogen- en een zwakzinnige )
Sinds kort laat men in 2 dorpen buitenstaanders toe.
Zondag 27 aug 06. Vertrek naar Dah Anu ( 165km ) waar we na 8u rijden aankwamen in ons tentenkamp. Het was eens te meer een mooie rit, eerst lange tijd langsheen de Indus. Hier zie je de samenvloeiïng van de Indus en de Sanskar.
Dit meisje zorgt voor haar zusje. De meeste families hebben max 2 kinderen. Liefst jongens. Het blijkt dat er bij de geboorte nog steeds meisjes ' gedood ' worden; in de steden is er abortus, hoewel dat nergens wordt toegegeven. Men kan zich afvragen wie op termijn het werk zal doen, als men ziet dat vrouwen nu ' misbruikt ' worden voor werk op land, in de bouw , straatwerker......en dan nog het huishouden doen !!
Onderweg even halt en abrikozen proeven. De pitten worden als nootjes opgegeten. Er is een zure variatie, waarvan de pitten gebruikt worden om olie te maken.
Na een afscheidsmaal met Kunchok Dolma en een ontroerend afscheid ( ik heb haar op zijn Vlaams eens goed vastgepakt en 3 zoenen gegeven), verlaten we de Nubra vallei. Langs mooie bergen en dezelfde weg rijden we in 5u terug naar Leh. Onderweg zien we de bus in de ravijn liggen, waarin 5 jaar geleden 22 mensen hun leven lieten. Ook Dolma is voor het leven gedeeltelijk verlamd.. daar sta je even stil bij... en we rijden verder na de tranen in de ogen te hebben weggeveegd.
Bezoek aan een klasje. Er zijn 8 leerjaren en een klasje kleuters. De leerkrachten hebben later geen pensioen; alleen wie bij de overheid werkt, heeft pensioen !!
Men leert eerst talen, Ladakhi, Hindi en dan Engels. Wiskunde wordt in het Engels onderwezen.
Na het 8ste leerjaar moeten de leerlingen naar een school in Leh. Dit is 6 u rijden ( als de Khardung La open is ) en is dus alleen weggelegd voor diegenen die familie hebben in Leh en daar kunnen verblijven. Nadien wacht de universiteit, maar die is dan in Delhi !!
Daar de dorpen soms veraf gelegen zijn , blijven vele kinderen op school slapen. Ze dienen dan wel hun eigen ' matras' mee te brengen. Hier de slaapzaal....
Dolma leerden we kennen, daar we in Deskit een schooltje sponseren. Zo hoorden we van het busongeval 5 jaar geleden intussen. Met 25 personen onderweg van Deskit naar Leh, reed de bus in een ravijn. Er waren 3 overlevenden, waaronder de toen 19-jarige Dolma. Nu 5 jaar later, kan ze met een 'steunplaat ' aan beide benen,rechtop staan met de steun van een looprekje. Intussen doet ze administratief werk in het plaatselijke ziekenhuis en heeft ze daar een leefruimte. Ze zorgt ook voor het nu 10 jarig dochtertje van haar zus, die bij het ongeval omkwam. De vader is opnieuw gehuwd en kijkt naar het kindje niet om. ( het is ook maar een meisje !!!)
We schrijven reeds een tijdje naar haar vanuit België en maakten van de gelegenheid gebruik om haar op te zoeken. De dagen samen gaven onze reis een enorme meerwaarde !!
In dit klooster is de oom van Dolma monnik. We hadden dan ook de gelegenheid de verblijven van de monniken te bezoeken . Men gaf er ons thee en gebak ! Daar Dolma niet kan stappen , draagt haar oom haar op zijn rug.
In Panamic zijn er warmwaterbronnen. Deze worden nu echter gebruikt door de militairen die er hun was doen!!! Het is ook de meest noordelijke plaats waar we mogen komen ( en dan nog met een ' permit '.). Hier woont de moeder van Dolma. We namen Dolma mee in de jeep en bezochten haar moeder, die ze al 9 maanden niet meer gezien heeft.
Wegeniswerken gebeuren nog handmatig. De overtollige steentjes worden er met de blote hand uitgehaald !! Deze 'baanwerkers ' komen hoofdzakelijk uit Nepal en de provincie Bihar, de armste van India.
Woensdag 23 augustus. Vertrek om 9u voor een tocht van 6u over de hoogst gelegen motorberijdbare pas ter wereld. Het is warm en mooi onderweg.Canyons, valleien, kleurrijke bergen... De weg is op sommige plaatsen echt zeer slecht en smal.
Vroeg uit de veren, want vandaag een lange tocht van 6 u rijden naar het Pagong meer. Dit meer ligt voor 1/3 in India en 2/3 in Tibet. Het is 124 km lang en 24 km breed en ligt op een hoogte van 4250 m. Onderweg is het énig mooi.. men krijgt er tranen in de ogen van zo'n schoonheid der natuur.
We trekken verder door de prachtige natuur en inSpituk, uit de 15e eeuw, zien we veel Thanka's, beelden en kunnen we zelfs de keuken bezoeken. Hoog op de berg is er een grot, met een god met véle maskers. De naam is een discussiepunt en het is er te donker voor een foto. ( aanrader: neem steeds een zaklamp mee. )
We rijden daan verder naar Stok, na afscheid genomen te hebben van een Poolse vrouw, die op haar eentje er rondtrekt voor 3 maanden. Stok is gebouwd in 1820 en zoals de meeste kloosters, hoog op een berg gelegen.
Vandaag vertrekken we om 08u .Is wel moeilijk je scheren in het donker, bij kaarslicht. Het is hier normaal dat er regelmatig geen electriciteit is. Maar nu is da zon er en al lekker warm, ook op deze hoogte. Eerst bezoeken we Stakna, een prachtig klooster waarvoor we de Indus dienen over te steken.