TOEN IK KLEIN WAS
Toen ik klein was, was ik de oogappel van 'Jan en alleman'.
Ik dacht 'Dat is iets wat nooit meer veranderen kan'
Vlug werd ik groter, verloor al een deel van de aandacht
en 't deed pijn, want ik had dat niet verwacht.
Lieve woordjes werden al gauw grof en gemeen
en ik kreeg af en toe al eens een tik van een teen.
en wat er nu gebeurt kan ik echt niet meer begrijpen,
Wie heeft een tang om die ketting door te knijpen ?
Maar geen nood, ik hoorde baasje vertellen over reizen,
en aan mij zouden ze nog eens peinzen.
'k Zal morgen meegaan naar verre oorden.
t Is mij gelijk naar waar, naar 't zuiden of naar 't noorden.
'k Ben nu aan 't rijden, zit op de achterbank te staren,
met die boot achteraan gaan wij zeker varen.
We houden halt... ik word eruit gezet
en voor mij is 't nu gedaan met de pret.
Waar is de tijd dat ze van mij houden konden
en dat ze mij plezant en teder vonden.
'k Zou enkel willen weten wat ik verkeerd heb gedaan
want zonder reden vlieg je toch niet zomaar langs de baan.
'k Voel mij eenzaam en zo verlaten,
toch kan ik mijn baasje niet haten.
Dat ze mij niet meer willen, kan ik niet aan,
dus loop ik maar best direct over de baan...
25-01-2022 om 20:08
geschreven door Bieke
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
|