vWees altijd sportief, ook als u verliest.
vWaardeer het spel van uw tegenstander (toon ook interesse als u niet aan de beurt bent).
vEen hand geven voor en na de wedstrijd is een normale sportieve vorm van wederzijds respect.
vGa tijdens de wedstrijd niet in discussie met de arbiter over de vraag of een bal goed of fout was.
vVraag aan de arbiter of hij nogmaals wil beoordelen of een bal vastligt.
vHoud uw eigen concentratie vast en verstoor die van uw tegenspeler nooit.
vBlijf altijd beheerst, niet praten, schelden of stampen met de keu.
vWanneer u tijdens een wedstrijd naar het toilet moet, laat dan eerst uw tegenstander uitspelen. Bent u aan de beurt, laat dan de arbiter zeggen dat u eerst naar het toilet gaat.
vGa, nadat uw beurt voorbij is, altijd op uw stoel zitten. Blijf niet bij de tafel staan.
vNeem uw krijtje mee naar uw zitplaats wanneer uw beurt voorbij is. |